Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 
Diversiteit en verschillende gezinsvormen
door

De gezinnen van 2023: waarom het achter de voordeur vaak anders is dan cijfers laten zien

Dat gezinnen niet alleen bestaan uit man + vrouw + kind is duidelijk. Maar kijk je naar registratie en kijk je naar de wet, dan lijkt Nederland maar een paar soorten gezinnen te kennen. Waarom is dat? En hoe zit het dan echt?

Advertentie

Lees ook: Enquête Ouders van Nu: Modern gezin wordt niet gezien door de overheid

Het eenoudergezin, samengestelde gezin, stiefoudergezin, generatiegezin, meeroudergezin, regenbooggezin, pleeggezin, adoptiegezin, latgezin, patchworkgezin, co-oudergezin… Duizelt het je al? De opsomming is een greep uit de verschillende verbanden waarin we met elkaar leven, maar bij lange na niet compleet.

Hoe zien gezinnen anno 2023 eruit? Die vraag probeerden we met de redactie te beantwoorden. Met een belletje met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en aan de hand van de cijfers zou het plaatje zo zijn geschetst, dachten we. Viel dat even tegen. De administratieve werkelijkheid zegt in veel gevallen namelijk weinig over hoe het er écht uitziet achter de voordeur.

Kleurrijke legpuzzel

Maaike Berbee (37) uit het Noord-Hollandse Anna Paulowna is samen met haar dochters, die bij haar staan ingeschreven, op papier een eenoudergezin. De werkelijkheid is een kleurrijke legpuzzel. ‘Een grote extended familie,’ zoals ze het zelf omschrijft. Met Mark, de vader van Bibi (1) en Imme (2), heeft ze geen liefdesrelatie. Ze vonden elkaar via Meer dan Gewenst, een stichting voor meerouderschap.

Leuk detail: ze wonen tien minuten rijden van elkaar, plaatsten op dezelfde dag een oproep online en hun mails waarin ze voor het eerst contact met elkaar legden, kruisten elkaar. Mark heeft een latrelatie met Pieter, die op zijn beurt co-ouderschap heeft met Annabel. Ook zij hebben twee dochters.

Advertentie

Lees ook: Rick Paul, René en Nina zijn samen ouders: ‘Een gezin dat niet doorsnee is, kan net zo goed zijn’

Onzichtbaar voor CBS

Voor dit soort situaties heeft het CBS geen aparte rubriek. De statistiekengigant weet en meet veel, maar krijgt volgens hoofdsocioloog Tanja Traag gezinnen die er anders uitzien dan paren met kinderen en eenoudergezinnen moeilijk in beeld. Het CBS haalt de gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP). Daarin is te zien welke mensen er op een adres staan ingeschreven en of er sprake is van een huwelijk of geregistreerd partnerschap.

Alle andere relatievormen zijn onzichtbaar. ‘Wettelijk kunnen er maar maximaal twee ouders de juridisch ouder zijn. Die personen zien wij,’ zegt Traag. ‘Stel dat twee vaders en twee moeders samen een kind krijgen en een van de mannen en een van de vrouwen worden de juridisch ouder, dan denken we dat het om een heel standaard gezin gaat.’

Een gezin is volgens het CBS dus een huishouden waar volwassenen (getrouwde of ongetrouwde stellen of een alleenstaande ouder) met kinderen samenwonen, waarmee ze een ouder-kindrelatie hebben. Adoptie- en stiefkinderen worden daarbij wel meegeteld, pleegkinderen niet. Het gaat om gezinnen die samen in een huis wonen en zo staan ingeschreven bij de gemeente. Weekendgezinnen van ouders met een omgangsregeling worden hierbij dus niet meegeteld.

Geen ‘echt’ gezin

Het voorbeeld van Maaike en haar gezin is slechts een van de vele constructies die onzichtbaar zijn in de statistieken. ‘Het laat zien hoezeer onze definities en categorisaties compleet op de realiteit achterlopen,’ zegt universitair docent Amaranta de Haan, verbonden aan de Erasmus Universiteit. Ze doet onderzoek naar kinderen in verschillende gezinsstructuren en focust daarbij op eenoudergezinnen. ‘Neem alleen al de definitie van een eenoudergezin. Dat kun je bijna niet op papier vatten. Is dat iemand die de opvoeding helemaal alleen doet? Zijn het gescheiden ouders die allebei in beeld zijn?

Advertentie

En hoeveel procent van de zorg moet die ene ouder dan op zich nemen? 80 procent of 20 procent? Of gaat het om alleenstaande ouders die voelen dat ze er grotendeels alleen voor staan? In onderzoeken die tot nu toe zijn gedaan, werd amper stilgestaan bij de reden van het alleenstaand ouderschap. Is het omdat een partner is overleden? Omdat de ouders gingen scheiden? Omdat ze intentioneel co-ouderschap hebben? Of gaat het om een bewust alleenstaande moeder?’

Lees ook: Dit moet je financieel regelen als alleenstaande ouder

Een- en tweeoudergezinnen

De officiële cijfers: volgens het CBS waren er in 2022 ruim 2,6 miljoen gezinnen met thuiswonende kinderen, waaronder 1,8 miljoen met een jongste kind onder de 18 jaar. Het overgrote deel van de 2,6 miljoen gezinnen bestaat uit gehuwde paren met kinderen (ruim 1,5 miljoen). Een kwart van de gezinnen zijn eenoudergezinnen, waarbij het in de meeste gevallen gaat om een alleenstaande moeder met een of meer kinderen. Althans, op papier. Driekwart zijn twee-oudergezinnen. Of je te maken hebt met biologische of stiefouders vertellen de gegevens niet.

Bij Colette Pannemans (55) is net zo veel sprake van verbondenheid, toewijding en liefde als in andere gezinnen. Toch is ze met haar ‘patchworkgezin’ een buitencategorie. Ze woont samen met haar vriend, hun twee pleegzonen van 6 en 9, hun pleegdochter (29) en haar dochter (6). De vader van het meisje woont op een ander adres. Colettes vriend heeft een volwassen zoon uit een eerdere relatie. ‘We zijn een bijzonder gezin, met allemaal een andere achternaam. Maar we voelen ons wel degelijk een gezin. We leven in één huis, we gaan met de caravan naar de camping en ik ga naar alle oudergesprekken op school. Toch zijn we op papier geen ‘echt’ gezin. De enigen in ons huis met een biologische band zijn onze pleegdochter en haar dochter.’

Het ideale plaatje

Zodra er kinderen komen, ben je als ouder onderdeel van een nieuwe mini-gemeenschap. Die mini-gemeenschap is een dankbaar onderwerp voor onderzoekers. Maar ook voor marketeers, adverteerders en beleidsmakers. En dan wordt nóg vaak gedacht aan een ‘traditioneel’ plaatje. De Haan: ‘Nog steeds wordt in Nederland de ideale gezinsvorm omschreven als een heteroseksueel tweeoudergezin: vader, moeder en kind(eren) en dan ook nog uit de witte middenklasse. Alles wat anders is, wordt gezien als afwijkend. Interessant hoe je dat ook in het taalgebruik merkt: over die heteroseksuele tweeoudergezinnen wordt gesproken als ‘het traditionele gezin’.

Maar de aanname dat dit het ‘normale’ gezin zou zijn, is te eenzijdig gedacht. Dat beeld ontstond pas in de jaren vijftig. Daarvoor waren er net als nu ook al veel verschillende gezinsvormen, zoals ‘complexe’ gezinnen, samengestelde gezinnen of alleenstaande opvoeders.’

Die goeie ouwe hoeksteen

Het zogenaamde ideale gezin werd in de tweede helft van de vorige eeuw door de christelijke partijen gebombardeerd tot hoeksteen van de samenleving. Een gebouw heeft een hoeksteen nodig om stabiel te zijn. Zonder gezin (vader, moeder en kinderen, waarbij de moeder thuis hoorde te zijn voor de kinderen), zou die samenleving wankelen.

In 1986 schreef De Telegraaf dat Nederland aan de vooravond van een nieuwe samenleving stond. ‘Het gezin is in de volgende eeuw niet meer de hoeksteen van onze maatschappij.’ Die conclusie trok de krant naar aanleiding van een analyse van het Sociaal en Cultureel Planbureau. De reden? ‘Na het jaar 2010 zullen zo goed als alle vrouwen een hele of halve baan hebben. Hun baby’s worden verzorgd in crèches. Als maatschappij kunnen we ons de luxe van een moeder die haar hele leven ‘alleen maar’ moeder is op dat moment waarschijnlijk niet meer permitteren.’

Juridisch ouderschap voor meer ouders

Hoezeer het stereotype ook bij die tijd hoort, het aantal scheidingen nam in de jaren tachtig rap toe. Sinds 1996 omschrijft de overheid een gezin als ‘elk leefverband van één of meer volwassenen die verantwoordelijkheid dragen voor de verzorging en opvoeding van één of meer kinderen’. Die leefverbanden vinden regelmatig plaats onder meer dan één dak met meer dan twee ouders. En daar lijkt nog steeds niet iedereen aan gewend.

Al jaren pleiten onder meer het COC en stichting Meer dan Gewenst voor juridisch ouderschap en gezag voor meer dan twee ouders. In 2016 adviseerde de Staatscommissie Herijking ouderschap aan het kabinet om het wettelijk mogelijk te maken dat een kind vier ouders kan hebben, in maximaal twee huishoudens. Maar nog steeds wachten gezinnen in deze samenstelling op een wetswijziging. ‘De Staatcommissie gaf een unaniem oordeel. Dat het nog steeds niet is geregeld, voelt als een extra miskenning,’ zegt Sara Coster, woordvoerder van Meer dan Gewenst. Haar twee kinderen groeien op bij haar én bij hun twee vaders.

Welke ouder wordt geen familie van het kind? Dat is de bijna onmogelijke vraag waar een meeroudergezin dan voor staat. Coster: ‘Stel dat het kind op de IC terechtkomt, dan mogen alleen de juridische ouders er altijd bij. Voor de andere ouder gelden andere bezoekrechten. Ik hoorde recent een voorbeeld van een vader die met zijn kind naar de tandarts ging. Omdat hij niet een van de gezag-hebbende ouders was, wilde de tandarts de behandeling niet uitvoeren en werden ze weggestuurd. Zoiets is ook voor het kind een heel vervelende ervaring.’

Lees ook: Scheiden, wat nu? Dit moet je allemaal regelen

Steeds meer samengestelde gezinnen

Ook Jan-Willem (42) en zijn vriendin Sanne zouden graag uitbreiding van het juridisch ouderschap willen. Samen hebben ze een zoon van 3. De dochter van Sanne uit een eerdere relatie woont fulltime bij hen. Jan-Willem: ‘Haar vader woont in het buitenland. Het contact is goed, ze ziet hem in vakanties, maar hij is niet betrokken bij de dagelijkse opvoeding. In onze ideale werkelijkheid zou ik ook het gezag over haar krijgen, zodat ik beslissingen kan nemen over de zorg en opvoeding. De vader zou ermee akkoord zijn, maar juridisch kan het helaas niet.’

Omdat steeds meer ouders van kinderen uit elkaar gaan, komen er ook steeds meer samengestelde gezinnen. In 2017 had 16 procent van alle minderjarigen één of twee stiefouders, stiefbroers of -zussen of halfbroers of -zussen. In 1997 was dat nog 10 procent. Het aantal minder-jarigen van wie de ouders niet (meer) bij elkaar wonen, steeg in daarna van 14 naar 21 procent.

Minder vast

Emancipatie en informalisering zijn twee belangrijke aanjagers van de nieuwe gezinsvormen. Jan Latten, emeritus hoogleraar sociale demografie aan de Universiteit van Amsterdam: ‘De liefde en het ouderschap zijn informeler geworden. Mensen leggen hun verbintenis steeds minder vast en leggen zich minder beperkingen op als het gaat om hun eisen aan liefde, ook al zijn er kinderen. Dat zie je ook aan het stijgende aantal koppels dat uit elkaar gaat na de geboorte van het eerste kind. Ze blijven niet bij elkaar voor de vorm.’

Ook al zijn er geen harde cijfers, er zijn wel verschillende indicatoren dat het aantal nieuwe gezinsvormen stijgt. ‘Je ziet deze gezinnen vaker in de media en er ontstaan steeds meer belangen-groepen voor gezinnen met andere samenstellingen, en websites waarop wensouders die intentioneel co-ouderschap willen elkaar kunnen vinden. Daarnaast is het stijgende aantal alleenstaande vrouwen van eind dertig dat voor het eerst moeder wordt ook een aanwijzing. Je kunt ervan uitgaan dat dit bewust alleenstaande moeders zijn.’

Niet zomaar op vakantie

Nieuwe gezinsvormen zullen blijven ontstaan. En zullen niet wachten totdat het op papier allemaal goed is uitgetekend. Dat zorgt in de praktijk wel voor obstakels. Probeer maar eens in een vliegtuig te stappen als je kinderen verschillende achternamen dragen. Notarissen schijnen zich een ongeluk te puzzelen op erfrecht van stiefkinderen en meeroudergezinnen. En in het rampzalige scenario dat beide juridische ouders overlijden, gaat het juridisch ouderschap en het gezag niet automatisch naar de derde en/of vierde ouder.

Coster: ‘Er zijn ook gevolgen voor de verlofregels. Als een kind op de wereld komt dankzij een draagmoeder, krijgt de draagmoeder bevallingsverlof en haar partner geboorteverlof. De wensouders hebben geen enkel recht op verlof. En in meeroudergezinnen hebben alleen de partner van de bevallen vrouw en de juridische ouders recht op (partner-)verlof. Ben je als derde of vierde ouder betrokken, dan ben je afhankelijk van de coulance van je werkgever of moet je vakantiedagen opnemen.’

Lees ook: Draagmoederschap, wat mag en wat niet?

In de vriezer

Terug naar Maaike Berbee. Om hun co-ouderschap te kunnen bewerkstelligen, gingen Maaike en Mark langs een fertiliteitskliniek. Mark werd, omdat hij niet de partner van Maaike is, gezien als ‘donor’ in plaats van de toekomstige vader. Maaike: ‘Dat betekent dat hij voor de ivf-procedure geen vers zaad mocht leveren, zoals gebruikelijk is bij stellen. Het moest eerst worden ingevroren en dat maakt de kans op een bevruchting aanzienlijk kleiner.

En toen de behandeling succesvol bleek, werd ons meegedeeld dat Mark als donor werd vastgelegd in het landelijke register. Dat is bedoeld voor donorkinderen die later gegevens willen opvragen over de donor. In onze situatie uiteraard onnodig, want Mark is gewoon als vader in beeld.’

Op zoek naar geluk

En zo blijven zowel de statistiek als de bureaucratische werkelijkheid vaak achterlopen bij de praktijk, waarin een bonte verzameling ouders en kinderen toch op z’n minst de hoeksteen voor het eigen bestaan probeert te vormen. Latten denkt dat het aantal andere gezinsvormen zal blijven toenemen. Hij schreef daarom het boek Geen Paniek! Liefde en geluk in de 21ste eeuw. Op basis van statistische feiten laat hij zien welke keuzes er tegenwoordig gemaakt worden op het gebied van liefde en geluk.

‘Geluk nastreven is het belangrijkste levensdoel geworden. We gaan op zoek naar andere leefvormen om gelukkig te zijn. Leefvormen die soms helemaal niet geadministreerd zijn. Uit een onderzoek van EenVandaag van vorig jaar blijkt een kwart van de jonge mensen tussen 16 en 34 jaar open te staan voor een open relatie. Die onbegrensdheid van de nieuwe generatie zal niet veranderen als er kinderen komen. En dat geeft meer variatie in gezinnen.’

Tekst: Sophie Kluivers – Beeld: Getty images

Mooie boeken over modern ouderschap:

Redactioneel – Offer – kindertablet

Kindertablet

Met ouderlijk toezicht
Bekijk hier