hoogbegaafdheid onderwijs

Het kabinet trekt dit jaar 23,5 miljoen euro uit aan onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. Dat is een flinke stijging vergeleken met vorig jaar. De minister wil het aantal hoogbegaafden dat niet naar school gaat, 'terugbrengen tot nul.'

De 23,5 miljoen euro die het kabinet in 2023 wil besteden aan onderwijs aan hoogbegaafde kinderen, is een grote stijging vergeleken met de 14 miljoen van afgelopen jaar, blijkt uit de brief die onderwijsminister Dennis Wiersma naar de Tweede Kamer stuurde. In 2024 is een verdere stijging voorzien tot wel 28 miljoen euro.

Lees meer: Is mijn kind hoogbegaafd?

Veel hoogbegaafde kinderen zitten thuis

Uit de gesprekken die de onderwijsminister met kinderen heeft gevoerd, blijkt dat het nog veel voorkomt dat hoogbegaafde kinderen geen goed onderwijs krijgen of zelfs thuiszitten. Hij vindt dat de behoefte van deze kinderen beter moet worden erkend en dat ze beter moeten worden geholpen. Hij wil dat het aantal hoogbegaafde kinderen dat thuiszit, ‘wordt teruggebracht tot nul.’ Onder thuiszitters en voortijdig schoolverlaters vallen relatief veel hoogbegaafde kinderen en jongeren.

Lees ook: Tamara’s peuter is hoogbegaafd

Compleet onderwijsprogramma voor hoogbegaafden

De minister wil daarom dat voor elk kind met hoogbegaafdheid een compleet onderwijsprogramma komt. Er komt subsidie voor extra ondersteuning voor leerlingen voor wie het basisaanbod niet voldoende is om zich goed te kunnen ontwikkelen. Ook moet elke school de mogelijkheid krijgen om een hoogbegaafdheid-specialist in te zetten, die de juiste kennis over hoogbegaafdheid kan delen.

Meer kennis voor leraren over hoogbegaafdheid

De minister wil ook afspraken maken met lerarenopleidingen, zodat studenten tijdens hun opleiding meer leren over hoogbegaafdheid. Zo kunnen zij later als ze les geven beter passend onderwijs bieden. Bovendien zullen ze hoogbegaafdheid bij een leerling eerder herkennen, waardoor de kans dat deze thuis komt te zitten, veel kleiner is.

Lees hier meer over de maatregelen die de minister instelt.

Bron: BNR, Kennisbank Ingrado – Beeld: GettyImages