Robyn Koslowitz, een Amerikaanse kinderpsycholoog, spoort ouders aan om vooral het woord 'later' te gebruiken. Een heel simpel woord, maar wel een met groots effect, zo belooft Koslowitz.
Verbroken beloften
De Amerikaanse legt op de website Psychology Today uit dat ouders die een vervelende jeugd hebben gehad waarschijnlijk niet blij worden van het woord 'later'.
'Als je behoeften als kind vroeger werden genegeerd en 'later' eigenlijk 'nooit' betekende, dan kan het zijn dat je het lastig vindt om 'later' te gebruiken bij je eigen kinderen', zegt Robyn Koslowitz.
Het kan bij jou als ouder herinneringen oproepen aan een tijd waarin je je niet gezien voelde of vaak afgewezen werd. Ook kan het voor jou aanvoelen als een verbroken belofte, omdat je dat zelf zo gewend bent van vroeger.
Geduld en vertrouwen
Toch is het, mits je 'later' op de juiste manier gebruikt, slim om wel te zeggen. Het heeft volgens de kinderpsycholoog namelijk een positief effect op jullie vertrouwensband. Ook leert het je kind geduldig te zijn terwijl jij duidelijk je grens aangeeft.
Koslowitz geeft als voorbeeld een kind dat tien minuten voor het avondeten zijn ouders vraagt om een snack. 'Door iets te zeggen als 'Jij wilt een koekje, maar nu gaan we eten. Later is het tijd voor een koekje', erken je zijn behoefte, maar leer je hem ook wachten.'
Lees ook: Gentle parenting: goed idee of onhaalbaar? 'Je moet er veel tijd en geduld voor hebben'
Geen loze belofte
De psycholoog benadrukt dat het belangrijk is om de belofte na te komen. "Later' werkt alleen als 'later' ook echt komt, anders is het een loze belofte. Het ondermijnt het vertrouwen.'
Ook goed om te weten: gebruik 'later' niet als je kind angstig, eenzaam of verdrietig is. 'Later' klinkt dan afwijzend. 'Een kind in nood hoeft niet geleerd te worden geduldig te zijn', zegt Koslowitz. Wat je wel kunt zeggen, is iets als: 'Ik zie dat je overstuur bent. Ik ben bij je.'
Lees ook: Mijn kind huilt om alles: wat kun je doen?
Drieletterwoord
Er is overigens nog een ander woord dat de psycholoog graag gebruikt, het woord 'nog'. Zo legt Koslowitz uit dat ze dat graag gebruikt bij een zin die begint met 'Ik kan niet ...'. Want, zo zegt ze: 'Het maakt iets wat negatief kan overkomen, juist hoopvol.' Je kunt het nog niet, maar later wel.
'Gewoon'
Is er dan ook een woord dat je het beste kunt vermijden? Ja, zegt de psycholoog stellig. Zij gebruikt nooit het woord 'gewoon', en al helemaal niet in haar praktijk. 'Als ik tegen een kind met smetvrees zeg dat hij 'gewoon' de deurklink moet vastpakken, dan is het alsof ik tegen iemand zegt dat ie 'gewoon' moet dunken bij een potje basketbal. Zelf ben ik 1,50 meter. Als ik dunk, zou dat nooit 'gewoon' zijn.'
Wat Koslowitz daarmee wil zeggen: elk kind is anders en uniek. Het is niet eerlijk om iets te verwachten dat misschien wel onmogelijk voor hem is. Althans, nóg niet. 'Het is meestal niet een kwestie van niet willen, maar niet kunnen.'
Lees ook: Goed om te weten: zo draag jij als ouder bij aan het (negatieve) zelfbeeld van je kind
Bron: Psychology Today