'Pa-páh! Af-ve-gen!' Mijn dochter Kee (3) zit op de wc en kijkt me boos aan. Natúúrlijk had ik door moeten hebben dat ze hulp nodig heeft. Naast haar ligt een halve wc-rol op de grond, in een plasje water. In haar broek zit ook een plasje, maar da's geen water. Die broek mag ook wel weer in de was, denk ik, ze heeft 'm al zeker een uur aan. Als alles opgeruimd en weggegooid is, zit ik met Kee aan de eettafel. We horen zacht stromend water. Heeft ze nou weer het kraantje in de wc open laten staan?
Het moet beter
Het zijn van die momenten dat ik me afvraag hoe je in vredesnaam een peuter milieubewust kunt maken. Heeft het wel zin? Tegenover me aan tafel neemt Kee van elk stukje boterham één hapje. Haar soep laat ze staan, haar melk stoot ze om. Het enige wat ze tot de laatste pit opsmikkelt, is haar kiwi. Uit Nieuw-Zeeland… Daar zit ik dan met mijn goede gedrag. Met mijn Prius, mijn vegetarisme en mijn hysterische afvalscheiderij. Dit kan beter. Dit móet beter. Tijd om hulp in te roepen.
Kiwi van ver
Ik vraag Paulien van der Geest, expert duurzaamheid van Milieu Centraal, naar mijn kiwidilemma. Ben ik niet heel fout bezig door mijn dochter fruit voor te schotelen dat 18.000 kilometer heeft gereisd? Dat blijkt nog best mee te vallen. 'De beste tip is en blijft seizoensfruit van eigen bodem,' zegt ze. 'Dus direct van het land in je mand. Geen opslag, geen vervoer. Maar mocht je nou wat anders willen dan steeds maar Hollandse appels en peren, dan zijn kiwi's uit Nieuw-Zeeland zo gek nog niet.
Omdat kiwi's in bulk worden vervoerd, hebben ze relatief gezien niet zo'n grote voetafdruk. Die dingen gaan met containers vol op schepen en rijpen aan boord. Dat geldt ook voor bananen uit Colombia of ananassen uit Costa Rica en voor Spaanse sinaasappelen die per vrachtwagen naar Nederland worden vervoerd. Helemaal zo slecht nog niet.'
Vervuilend
Waar moeten we wel voor waken? 'Voor fruit dat in kassen is verwarmd. Dat kost veel energie. En voor bederfelijke producten als zacht fruit van ver weg. Denk aan frambozen of blauwe bessen uit Zuid-Afrika of Peru. Die komen met het vliegtuig en dat is vervuilend.' Ah, blauwe bessen. Daar heb ik laatst nog een vol bakje van vier euro van weggegooid wegens schimmel. 'Precies. Doodzonde. Als er meer plastic dan fruit in zo'n bakje zit, weet je vaak al genoeg.'
Duurzame klapper
Duidelijk. De kiwi's blijven, met blauwe bessen gaan we minderen. Blijft de vraag hoe mijn vriendin en ik onze kinderen milieubewuster kunnen opvoeden. Want om alle bekende redenen (klimaatverandering in het bijzonder), vind ik dat toch belangrijk. Dat ze zich bewust zijn van de wereld om zich heen. En een beetje voorzichtig omspringen met de natuur. 'Wat eten betreft zijn er twee belangrijke pijlers: voedselverspilling en minder vlees eten,' zegt Van der Geest. Als ik vertel dat ons gezin geen vlees eet, begint ze bijna te juichen: 'Dan maak je meteen een duurzame klapper.'
Vleesvervangers
Als ze hoort dat we bijna dagelijks vleesvervangers eten (van gehakt tot burgers tot braadworsten, onder meer van de Vegetarische Slager), is ze minder enthousiast. 'Dat mag wel wat creatiever allemaal. Probeer ook eens linzen, kikkererwten, noten en peulvruchten. Daar zitten ook veel eiwitten in en die zijn minder milieubelastend. Dat vegagehakt is bewerkt, verpakt en vervoerd.'
Lees ook: Hier moet je op letten als je kind vegetarisch wil eten
Voedselverspilling
Komen we bij voedselverspilling: best vaak een punt van discussie bij ons thuis. Ik hoor het mijn vriendin al zeggen: 'Waarom nou zo veel rijst koken als we straks weer de helft weggooien?' Van der Geest kan bij haar in het team, want voedselverspilling noemt ze een megavervuiler. 'We gooien met z'n allen gemiddeld een derde weg. En gezinnen met jonge kinderen al helemaal. Bedenk dat die voeding is verbouwd, vervoerd, gekoeld, gekookt, alles.'
Tjokvolle groenbak
Hier valt dus veel te winnen, zeker bij ons als ik zie hoe tjokvol onze groenbak elke week zit. 'Begin eens met hergebruik,' zegt Van der Geest. 'Een hit bij kinderen in mijn omgeving is kliekjesdag – of noem het restjesdag of tapasdag. Het is hun favoriete maaltijd: de één valt de broccoli aan, terwijl het andere kind begint aan een eitje of pasta.' Verder is goed afmeten – weet hoeveel je eet – een aanrader. En, zegt Van der Geest: 'Niet alles in één keer op het bord scheppen. Begin met een beetje. Dan kun je restjes makkelijker bewaren. Met die restjes kun je ook wat creatiever worden: gooi 's wat pasta in de soep of bruine bonen door de salade.'
Voorbeeldig
Maar komt het dan ook over bij die kleine? Ik vraag het expert voeding en gedrag Roel Hermans van het Voedingscentrum. 'Het is belangrijk dat ouders zelf het goede voorbeeld geven en uitleggen waarom er niets weggegooid wordt,' zegt hij. We maken bijna automatisch liever te veel eten dan te weinig. En vooral gezinnen met jonge kinderen zijn grootverspillers doordat we geneigd zijn iets anders voor de kinderen te koken. Het Voedingscentrum raadt af om alternatieven aan te bieden. Is het niet voor het klimaat, dan wel om je kinderen aan verschillende smaken te laten wennen.
Geen moeten
Hermans: 'Afhankelijk van de leeftijd van je kind kun je meer of minder uitgebreid uitleg geven over verspilling. Daarnaast kun je je kind corrigeren als hij eten weggooit. Maar voorkom dat je kind het bord leeg móet eten. Het is beter om overgebleven eten te bewaren en dat aan je kind te laten zien. Door je kind hierin mee te nemen leert hij dat overgebleven eten later alsnog opgegeten kan worden. Dan geef je opnieuw het goede voorbeeld.'
Precies genoeg
Hermans noemt daarnaast het belang van koken met de juiste hoeveelheden. In de app Slim Koken kun je recepten aanpassen aan je gezinssamenstelling en kun je precies zien hoeveel je van ieder ingrediënt nodig hebt. En heb je dan onverhoopt toch een keer te weinig gekookt? Dan neem je een groter toetje. Zo erg is dat niet – beter te weinig dan te veel. Of, nog beter: precies genoeg.
Tweedehandsjas
Hoe maak je peuters milieubewust op het gebied van spullen kopen? Geregeld belt er hier een postbezorger aan met 'spullen die we allemaal nodig hebben'. Wat uiteindelijk in de plastic soep in zee zal komen. 'Geef het goede voorbeeld,' zegt Paulien van Milieu Centraal. 'Laat je kind zien dat je kleding en speelgoed kunt delen. Kinderkleding leent zich perfect voor tweedehands, ruilen en delen. Bedjes, badjes, boeken: koop het via Marktplaats en zet het er weer op als je kinderen er uitgegroeid zijn. Ruil met vrienden en familie of ga naar de kringloopwinkel. Als een kind het normaal vindt om spullen tweedehands te halen, wordt-ie bewuster. Het kan ook leuk en leerzaam zijn – kopen en verkopen met Koningsdag bijvoorbeeld – en het scheelt je bovendien hartstikke veel geld.'
Lees ook: Duurzaam opvoeden? Deze producten helpen je daarbij.
Nieuw is niet heilig
Hier valt in ons gezin een hoop te winnen. Afgezien van de babyfase waarin we veel gedragen kleding kregen en ruilden, is nieuw de norm in onze kledingkasten. Ook wat betreft speelgoed vinden onze kinderen (we hebben ook nog een zoon van 5) het doodnormaal dat er een busje van DHL voor de deur stopt om dozenvol nieuw plastic uit te laden. Fiets te klein? Dan komt opa met een nieuwe langs. Superlief natuurlijk, maar is het ook echt nodig? Boeken kopen we al de hele coronaperiode nieuw. Wel zo makkelijk, al die nieuwe boeken in de brievenbus. Maar wat is er mis met een exemplaar dat eerder door een ander kind is gelezen?
Van der Geest: 'Als een kind van jongs af aan ziet dat nieuw niet heilig is, wordt-ie zelf ook bewuster van hoe we met zijn allen minder kunnen verbruiken. Als je wel iets nieuws koopt, overleg dan met je kind. Wil je dit lang blijven gebruiken? En bedenk zelf: is het niet iets wat snel stuk gaat? Geef als ouder ook het goede voorbeeld door dingen te repareren of te laten repareren. Gooi je zelf ook snel dingen weg, dan draag je dat over aan je kind.'
Tegenstrijdig
Het goede voorbeeld geven dus, ook wat betreft spullen kopen. Zijn er ook andere trucs? Ik vraag het Anjo Travaille, psycholoog en expert in duurzaamheid en gedragsbeïnvloeding. 'Zorg dat het normaal wordt om duurzaam te zijn,' zegt hij. 'Prediken over het klimaat werkt niet bij kinderen – en bij volwassenen trouwens ook niet.' Wat betreft kleding adviseert Travaille te kiezen voor duurzaam, hoe moeilijk dat ook is: 'Duurzame kleding is een lastig product. Mode en duurzaamheid zijn sowieso tegenstrijdig. Maar er zijn wel een paar merken te vinden die duurzaam produceren.'
Grote vervuiler
Wat het lastig maakt: wanneer is kleding dan duurzaam? En waarom is de kledingindustrie zo'n megagrootverbruiker? Het liefst betaal ik zo min mogelijk voor kleding, ik geef er weinig om, en twee keer knipperen en de kinderen zijn er uitgegroeid. Maar zijn die goedkope T-shirtjes dan zo enorm belastend? Ja, dus. We kopen met z'n allen veel meer kleding dan vroeger – en gooien ook veel meer weg. Sinds het jaar 2000 is de hoeveelheid kleding die we kopen verdubbeld. Ondertussen stoot de kledingindustrie meer CO2 uit dan de luchtvaart en scheepvaart samen.
Opgeven
Maar waar moet ik dan zijn voor mijn milieuvriendelijke kindershirts? Ook in mijn omgeving merk ik dat mensen het opgeven. 'Hoe kan ik nou het verschil in duurzaamheid of milieubewustheid zien tussen een wit kinderhemd van Hema en een van Zeeman?' zuchtte een vriend laatst moedeloos. Hij wíl best iets meer betalen voor een biologisch T-shirt, maar ziet door de bomen het bos niet meer en kiest dan maar gewoon waar zijn oog op valt.
28 (!) keurmerken
Het is ook absurd hoeveel keurmerken er zijn. Van Fairtrade Cotton tot EU Ecolabel via Fair Wear Foundation tot Organic Blended Content Standard: Milieu Centraal verzamelde er maar liefst 28 en beoordeelt de keurmerken. Goed uit de test komen onder meer Fair for Life en EU Ecolabel (maar kijk vooral zelf op keurmerkenwijzer.nl). Tweedehands is nog het allerbeste, maar als je je kinderen toch een keer wil trakteren op nieuwe kleding, waar moet je dan op letten? 'Kies voor tijdloos design. Goede basics kunnen meerdere seizoenen mee. En als er iets stuk gaat: repareer het of breng het naar de kleermaker,' tipt Van der Geest van Milieu Centraal.
Lekker dan: fikkie stoken
Dat er in elke hoek wel een duurzame verbetering schuilt, laat diezelfde vriend van de witte hemden me 's avonds beseffen. Als we met onze kinderen marshmallows roosteren boven een kampvuurtje, begint-ie over dat gestook van ons. Elk weekend zitten we buiten coronaproof fikkie te stoken in onze vuurkorf in de tuin. Halve bomen zijn er al doorheen gegaan de afgelopen herfst en winter. Mijn zoon kan met wat hulp al zelf een fikkie stoken, Kee vindt het ook machtig interessant.
Onverantwoord
Zit ik hier nu ontzettend het verkeerde voorbeeld te geven? Ja, dus. Ik hoef niet lang te googelen om te ontdekken dat de overheid een online Stookwijzer heeft gemaakt, waaruit blijkt dat onze aanmaakmethode thuis (stapels oude kranten) rook, stof en roet veroorzaken. En, erger nog: onze veelstokerij blijkt hartstikke onverantwoord: 'Een vuurkorf stookt per kilo gestookt hout ongeveer evenveel fijnstof uit als een vrachtwagenrit van drieduizend kilometer.'
Blijven verbeteren
Oei. Hierbij geldt dus ook: er is genoeg ruimte voor verbetering. En verandering schuilt dus inderdaad vooral ook in de kleine huishoudelijke dingen. Kee heeft ondertussen geen idee van onze nieuwe inzichten en smeert haar roetzwarte handen af aan haar trui. De wasmachine gaat weer aan vanavond, net als de vaatwasser. Maar ik ben wel wijzer geworden. Morgen beginnen we de dag weer met een kiwi – maar zonder blauwe bessen. En dan ga ik eens kijken waar ik de biebpassen van de kinderen ook alweer bewaard heb.
Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine – Tekst: Niek Stolker, beeld: Shutterstock
Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.