Kunstmatige inseminatie met donorzaad (KID) is een behandeling waarbij rondom de eisprong sperma van een zaaddonor wordt ingebracht in de baarmoeder.
Wanneer kies je voor KID met donorsperma?
Bij heterostellen kan een zwangerschap uitblijven doordat er in de zaadlozing van de man geen zaadcellen zitten. Er worden dan geen zaadcellen geproduceerd, of ze kunnen niet via de zaadleiders naar buiten komen. Als er wel zaadcellen zijn, kan de arts proberen om ze met een chirurgische ingreep uit de zaadbal of bijbal te halen (dit heet TESE en MESA). Als dit niet mogelijk is of niet lukt, kan het gebruik van donorzaad een optie zijn.
Als twee vrouwen samen een kind willen, kunnen ze ook kiezen voor donorzaad. Net als alleenstaande vrouwen met een kinderwens.
Soms kiezen stellen voor het gebruik van donorzaad vanwege een erfelijke aandoening bij de man, zodat deze aandoening niet wordt overgedragen op hun kind. Dit gebeurt nauwelijks meer sinds pre-implantatie genetisch testen (PGT) een mogelijkheid is. Dit is een manier om embryo's die na IVF of ICSI zijn ontstaan te testen op de erfelijke ziekte. Het advies is altijd om, als dit mogelijk is met de bestaande technieken, te streven naar een zwangerschap met eigen eicellen en zaadcellen. Pas als dit geen optie is, is spermadonatie aan de orde.
Hoe werkt kunstmatige inseminatie met donorsperma (KID)?
Wanneer je gebruik wilt maken van een eigen donor (iemand uit je omgeving), kun je kiezen voor zelfinseminatie. Dit doe je thuis, zonder dat er een arts of ziekenhuis bij nodig is. Lees verderop wat bij deze keuze belangrijk is om te weten en regelen, ook voor je toekomstige kind.
Kunstmatige inseminatie met sperma uit de spermabank vindt plaats in een kliniek. Voordat dit traject van start kan gaan, krijg je een medische en een psychosociale screening:
-
Medische screening bestaat uit het in kaart brengen van je gezondheid (leefstijl, ziektes, operaties, medicatie-gebruik) en je menstruatiecyclus. Ook wordt er een echoscopisch onderzoek van de baarmoeder en eierstokken gedaan.
-
Psychosociale screening is bedoeld om te beoordelen of je je goed bewust bent van wat het inhoudt om een kind te krijgen via spermadonatie. Deze screening wordt uitgevoerd door een maatschappelijk werker of psycholoog. Bij deze screening staat het welzijn van het toekomstige kind centraal. Bij alleenstaand ouderschap wordt ook gekeken of je een voldoende steunend netwerk hebt.
Lees ook: Alles over de keuze om bewust alleenstaande moeder te worden
Een spermadonor vinden
Een belangrijke, en voor wensouders vaak heel bewuste keuze bij KID, is de keuze voor een spermadonor. Je kunt kiezen voor donorzaad van een spermabank of van een eigen, bekende donor.
- 01.
Eigen zaaddonor. Dit is een spermadonor uit je eigen omgeving. Als je hiervoor kiest, kan je kind de donor van jongs af aan kennen en hoeft hij niet te wachten tot hij 16 jaar is voordat hij de donor kan ontmoeten (zie verderop). Ook ken jij het karakter en uiterlijk van de donor. Wel zul je goede afspraken met de donor moeten maken over jullie verwachtingen en rolverdeling na de geboorte van je kind. Deze afspraken kun je bij de notaris vastleggen in een donorovereenkomst. Ook is aan te raden om eerst via de huisarts een zaadanalyse en een soa-test te laten doen. Met het donorzaad van een bekende donor kun je thuis proberen zwanger te worden via zelfinseminatie. Pas als je na een jaar niet zwanger bent, kun je eventueel worden doorverwezen naar een voortplantingskliniek.
- 02.
Een Nederlandse spermabank. De spermabank kiest welke donor aan welke wensouder(s) wordt gekoppeld. Je hebt hier geen inspraak in en je weet niet wie de donor is, maar de kliniek wel. Alle donoren van een spermabank zijn medisch, genetisch en psychosociaal gescreend. Ook zijn ze er goed van op de hoogte wat hun keuze om sperma te doneren kan betekenen voor de lange termijn. In Nederland kan een donor worden ingezet bij maximaal twaalf vrouwen.
- 03.
Donorzaad uit het buitenland. Voor de wensouder(s) lijkt dit soms een aantrekkelijke optie, omdat er voor deze spermadonoren geen wachtlijsten zijn, er veel informatie beschikbaar is over de donoren en je zelf een donor kunt uitkiezen. Maar voor jullie toekomstige kind heeft deze optie veel nadelen. Hij krijgt te maken met een donor uit een ander land, wiens taal hij niet spreekt, waardoor het moeilijker is om antwoorden te krijgen over zijn eigen identiteit en afstamming. Daarnaast kan er sprake zijn van tientallen tot honderden halfbroers en -zussen over de hele wereld. Dit komt doordat per land verschilt hoeveel kinderen een donor mag voortbrengen en het sperma van één donor over de hele wereld gebruikt kan worden.
Goed om te beseffen: de zorgverzekering vergoedt de kosten voor het donorzaad niet. Deze kosten kunnen voor een buitenlandse donor veel hoger uitvallen dan voor een donor van een Nederlandse spermabank.
Wetgeving donorgegevens
Veel donorkinderen zijn nieuwsgierig naar hun ontstaansgeschiedenis, en dat is logisch. Weten hoe je bent ontstaan draagt bij aan een gezonde ontwikkeling van je eigen identiteit en het begrijpen van wie je bent. Openheid tegen een kind over donorconceptie is dus essentieel. Als je zwanger wilt worden via spermadonatie is het belangrijk om vooraf na te denken hoe je hier later met je kind over gaat praten.
Anonieme spermadonatie is in Nederland verboden. Een donorkind heeft het recht om te weten wie de donor is. Dit recht op afstammingsinformatie is in 2004 vastgelegd in de wet donorgegevens kunstmatige bevruchting. Spermadonoren moeten een donorpaspoort invullen met fysieke kenmerken, opleiding en beroep, sociale achtergrond en persoonlijke kenmerken. Deze donorpaspoorten worden bijgehouden door de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (SDKB).
Krijg je een kind van een donor uit je privéomgeving, dan valt dit buiten de registratiemogelijkheid bij de SDKB. Je kunt dan ook nergens navragen hoeveel donorkinderen er bekend zijn van deze donor.
Wat als je kind contact wil met de donor?
Als je kind onder de 12 jaar is, kun jij het donorpaspoort opvragen bij de SDKB. Als je kind 12 jaar is, kan hij dit zelf doen, maar krijgt hij nog geen persoonsgegevens. Vanaf zijn 16e kan je kind ook de naam, geboortedatum en woonplaats van de spermadonor opvragen.
Stel dat je kind contact wil met de donor, dan kan via de SDKB een contactverzoek worden gedaan. Hierna schakelt de SDKB stichting Fiom in. Een medewerker van Fiom bespreekt de wensen en verwachtingen met je kind. Wil je kind de donor ontmoeten, en staat die daar ook voor open? Dan ondersteunt Fiom bij het leggen van dit contact en de eventuele vervolgstappen, zodat dit op een emotioneel veilige manier en een prettig tempo verloopt.
Alleen het kind kan een verzoek doen om de persoonsgegevens van de donor te ontvangen en in contact te komen met de donor. De donor kan geen gegevens opvragen over het kind.
Hoe lang wachten op een spermadonor?
Voor donorzaad van een Nederlandse spermabank geldt vaak een wachttijd. Omdat er meer vraag is naar donorzaad dan er donoren zijn, kan de wachttijd flink oplopen, tot meer dan een jaar. Om die reden kiezen veel wensouders voor een behandeling in Nederland met sperma van een buitenlandse spermabank, of voor behandeling in het buitenland met sperma van een buitenlandse donor. Zoals eerder al gezegd kan deze keuze veel nadelige gevolgen hebben voor het kind.
Zo gaat kunstmatige inseminatie met donorsperma
Wanneer je voor KID met donorsperma naar een kliniek gaat, wordt je cyclus nauwkeurig in de gaten gehouden met behulp van ovulatietesten of echo's. Soms krijg je medicijnen om de eisprong te stimuleren, zodat je zeker weet dat je een eisprong hebt. Rondom je eisprong ga je naar de kliniek voor de inseminatie van het donorzaad.
Vervolgens begint het wachten. Een spannende periode, want je kunt pas een zwangerschapstest doen op de dag dat je eigenlijk ongesteld zou worden. Wanneer dat precies is verschilt per vrouw. Dit hangt af van de duur van je cyclus. Gemiddeld is dit ongeveer twee weken na de inseminatie.
Ovulatietesten doen
Om erachter te komen wanneer je ovulatie precies is, moet je thuis ovulatietesten doen. Deze test meet het luteïniserend hormoon (LH) in je urine. LH zorgt ervoor dat de eicel rijpt, loslaat en 'springt'. Als jouw LH-gehalte piekt, ben je op je vruchtbaarst. Om die LH-piek te vinden, test je een paar dagen achter elkaar. Op welke dag je daarmee moet beginnen, hangt af van je cyclus. Dit zal je fertiliteitsarts met je bespreken.
Kans op zwangerschap na KID
De kans op een zwangerschap na KID is per menstruatiecyclus ongeveer 10 procent. Vaak zijn er meerdere pogingen nodig. Als een vrouw na 6-12 pogingen niet zwanger is, is IVF meestal de volgende stap, maar dit verschilt per kliniek. De kans op een zwangerschap neemt af naarmate je ouder wordt, omdat je vruchtbaarheid afneemt. Dat geldt dus ook voor de zwangerschapskans bij KID.
Wordt KID-behandeling vergoed?
Heterostellen krijgen KID-behandeling op medische indicatie gedeeltelijk vergoed door de zorgverzekering. Alleenstaande vrouwen en lesbische stellen krijgen KID-behandeling vergoed vanuit een subsidieregeling van de overheid. De kosten voor het donorzaad worden niet vergoed en moet je dus zelf betalen.
Lees ook: Vruchtbaarheidsbehandelingen en vergoeding, hoe zit het precies?
Ingewikkeld besluit
Het groot je kinderwens ook is: het besluit om te proberen een kind te krijgen via spermadonatie gaat niet over één nacht ijs. Je staat voor grote keuzes, die ook grote gevolgen hebben voor jouw toekomstige kind. Voordat je begint met donorconceptie is het belangrijk om goed na te gaan of jij en je eventuele partner voldoende achter deze keuze staan.
Denk goed na of er nog onderwerpen zijn die moeilijk voor je zijn. Misschien vind je het verdrietig om zonder partner een kind te krijgen? Of vind je het een ingewikkeld idee om een gezin te beginnen met een partner die niet biologisch verwant is aan jullie kind? Het is belangrijk om dit soort gevoelige kwesties (samen) uit te spreken, zodat ze later geen belasting worden voor jouw/jullie kind.
Ook is het van groot belang om na te denken over hoe je met je kind zult praten over het feit dat hij is verwekt via donorconceptie. Begin je hier al jong mee, dan wordt het een normaal onderdeel van zijn leven en is het een onderwerp waar je altijd samen over kunt praten. Geef je kind de ruimte om hier zelf ook vorm aan te geven op zijn eigen manier, en hier later stappen in te zetten. Denk hierbij aan het ontmoeten van halfbroers en -zussen, praten over de donorconceptie met vrienden, of het starten van de zoektocht naar de donor. Denk ook na over hoe je met je omgeving wilt praten over de donorconceptie, zodat het geen taboe wordt en je kind voelt dat het niet iets is om zich voor te schamen.
Begeleiding bij besluit tot donorconceptie
Bij het maken van deze besluiten is goede steun van je omgeving en/of professionele begeleiding belangrijk. Voor jou, je eventuele partner en je/jullie toekomstige kind. Voor professionele counseling kun je terecht bij Point Netwerk en op de website van Fiom vind je een overzicht van hulpverleners bij donorconceptie. Op donorconceptie.nl vind je kennis, informatie en ervaringen over zwanger worden via KID met donorsperma.
Voor donorkinderen is het erg belangrijk om betrouwbare informatie te krijgen over hun afkomst en hier open over te kunnen praten. De prentenboekenreeks Een bijzonder gewoon gezin van fertiliteitscounselors Anna Schrijvers en Marja Visser helpt donorkinderen en hun ouders hierbij. Hier kun je de boeken vinden.
Bronnen: Amsterdam UMC, UMC Utrecht, Fiom.nl, Donorgegevens.nl, Zorginstituut Nederland, Medisch Centrum Kinderwens