Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 
Vrouw heeft Hyperemesis Gravidarum

Linda had hyperemesis gravidarum: 'Als ik niet wist dat het goed komt na de bevalling, maakte ik er een eind aan'

Bijna haar hele tweede zwangerschap brengt Linda (32) kotsmisselijk door in bed, vaak in het ziekenhuis om enigszins op kracht te komen. 'Ik blijf in leven op een mandarijntje per dag en een paar slokjes water.'

Advertentie

Met buikgriep in een achtbaan

‘Een dag na de test begint het. Ik schiet wakker en proef de bekende, misselijkmakende smaak in mijn mond. Niet weer, schiet door mijn hoofd tijdens de gang naar het toilet. Huilend hang ik boven de pot. Ik weet wat me te wachten staat. Vier tot vijf keer per dag overgeven, soms wel tien of vijftien keer. Het gevoel alsof je met de zwaarste vorm van buikgriep in een achtbaan gaat zitten.

Lees ook: Verloskundige Karlijn Janssen over wat je kunt doen tegen extreme zwangerschapsmisselijkheid

Vier dagen later is zelfs een slokje water al te veel. Als ik buk om mijn dochter (1) aan te kleden, wordt het licht in mijn hoofd. Omdat mijn man net een nieuwe baan heeft en geen vrij kan krijgen, nemen mijn ouders de zorg voor onze dochter op zich wanneer ik een week later in het ziekenhuis word opgenomen. Ik ben bijna uitgedroogd en binnen zeven dagen 3 kilo afgevallen.

Dagen, wéken is ze bij opa en oma. Daar rijdt ze ook voor het eerst op haar driewieler. Ik slik mijn tranen in als mijn moeder het vertelt. Opa en oma leren haar liedjes, die zij dan weer voor mij zingt. Zelf kan ik niet zingen en niet lang praten zonder dat ik moet overgeven.

Op bed liggen

Tijdens de elfde zwangerschapsweek word ik voor de derde keer in het ziekenhuis opgenomen. Het enige wat ik doe, is op bed liggen met de gordijnen dicht en staren naar het plafond. Ik weet nu dat mijn ziekte een naam heeft: hyperemesis gravidarum, kortweg HG. Een vorm van zwangerschapsmisselijkheid waar je doodziek van kunt worden.

Advertentie

Ik hoor bij de groep die bijna voortdurend op bed moet liggen. Het idee dat deze zwangerschap nog 29 weken zal duren, maakt me wanhopig. Ik spuug soms wel vijftien keer per dag. Mijn man en ik leven een beetje langs elkaar heen. Ik ben op dit moment niet zijn maatje, zijn gelijke, hij moet voor mij zorgen. Ik zie dat hij zich zorgen om me maakt, maar hij heeft ook zijn werk, het huishouden en de zorg voor onze dochter als ze niet bij mijn ouders is. Ik lig op bed.

De gynaecoloog vertelt dat ik een sonde krijg omdat ik anders uitdroog. Ik laat het rustig over me heen komen. Maar op het moment dat de sonde wordt geplaatst, als ik de slang via mijn neus in mijn keel voel glijden richting mijn maag, lopen de tranen over mijn wangen.

Lees ook: Dít helpt jou om je beter te voelen tijdens je zwangerschap

Doodop na een halfuurtje knuffelen

Die avond lees ik op internet wat de voorwaarden zijn voor een abortus in deze omstandigheden. Ik vertel mijn man wat ik van plan ben. Hij schrikt en vertelt het aan de gynaecoloog, die op zijn beurt een maatschappelijk werker naar me toe stuurt. Samen weten ze me ervan te overtuigen door te zetten, maar als ik eerlijk ben, doe ik dat vooral voor mijn gezin.

Sommige mensen denken dat als ik niet meer dénk dat ik me beroerd voel, ik misschien weer kan eten. Ze blijven ook vragen of ik de baby in eerste instantie wél wilde. Dat maakt me boos. Ik verlangde met heel mijn hart naar een tweede kind, maar ik had geen idee dat dit me te wachten stond. In het ziekenhuis huil ik. Van verdriet. En van de pijn, wanneer het niet meteen lukt om een infuus te prikken omdat door de uitdroging mijn aderen moeilijk te vinden zijn. Maar vooral van boosheid om het onbegrip van veel mensen.

Advertentie

Ik wil bijna niemand zien, alleen mijn man, ouders en zusje, onze beste vrienden en natuurlijk mijn dochter. Ze komt om de dag, meer kan ik niet aan. Na een halfuurtje knuffelen ben ik doodop. Als ze weggaat, kijk ik haar lieve ruggetje na en voel ik de tranen opkomen. Lieverd, denk ik, door deze zwangerschap mis ik zo veel van jou.

Lotgenoten gevonden online

24 weken zwanger ben ik, en 15 kilo lichter. Ik lig op een bed in de woonkamer. Als mijn moeder binnenkomt, begint ze te huilen. “Je lijkt wel terminaal,” zegt ze. Mijn gezicht is geelgrauw, mijn haar kroezig en droog. Ik blijf in leven op een mandarijntje per dag en een paar slokjes water. Hooguit tien minuten kan ik zitten, daarna val ik flauw. Ik geef nu twintig keer per dag over. De ziekenhuisopnames zijn steeds net lang genoeg om een beetje op krachten te komen.

Liggend op bed zie ik het dagelijks leven aan me voorbijtrekken. Vrouwen met baby’s op de fiets, moeders met kinderwagens. De dagen duren lang. Vriendinnen die langskomen, vertrekken in tranen. Er is ook niets aan met mij. Mijn tranen zijn op, mijn gevoel is weg.

Als ik mijn baby op de echo zie, voel ik niets. Ik vraag zelfs of het geluid van het hartje wat zachter kan. De baby in mijn lijf zorgt ervoor dat ik doodziek ben en ik kan dat geluid niet aan. “Als ik niet wist dat het goed komt na de bevalling, zou ik er een einde aan willen maken,” zeg ik tegen mijn man.

Het enige wat me op de been houdt, is het besef dat deze lijdensweg over is zodra de placenta mijn lijf verlaat. Als het maar even lukt, zit ik op internet. Ik heb een groep lotgenoten gevonden. We proberen elkaar op te beuren en leven erg met elkaar mee.

Lees ook: Een (postnatale) depressie: hoe ga je daar als partner mee om?

Mijn ogen krijgen weer glans

Met bijna 38 weken zal ik worden ingeleid. Maar de laatste dagen, vlak voordat het zover is, wordt het zwart voor mijn ogen. Ik red het niet meer. Tegen de psychiater zeg ik dat ik bang ben dat ik mezelf wat aandoe. Ik krijg kalmeringsmiddelen. Een week later wordt na een mooie bevalling een meisje op mijn buik gelegd.

En zodra de placenta eruit is, verdwijnt de metaalachtige smaak in mijn mond. Iedereen die erbij is, zegt later dat op dat moment mijn ogen weer glans kregen. Die dag begin ik te eten. De meiden die ik via internet heb leren kennen, feliciteren me als ik vertel dat ik ben bevallen. Wat ontroerend dat ze zo blij voor me zijn, terwijl ze zelf nog weken in de zwangerschapshel moeten doorbrengen. Zonder hun steun en begrip, en die van mijn ouders, onze beste vrienden, mijn zusje en mijn lieve man had ik het nooit gered.

Liefde en schuldgevoel

Ons meisje is nu zeven maanden oud. Het is voor haar grote zus zo’n zware periode geweest dat ik bang was dat ze jaloers zou zijn. Maar ze is dol op haar zusje en overlaadt haar met kusjes. Zelf heb ik elke dag gehoopt dat ik ook liefde voor onze nieuwe dochter zou gaan voelen. Moederliefde. Een week of vijf geleden kwam dat moment. Ze keek me ondeugend aan en lachte.

Lees ook: Moedergevoelens ontwikkelen, hoe werkt dat?

Maar met de liefde kwamen ook de tranen en het schuldgevoel. Dat ik haar niet meer wilde, heeft ze niet verdiend. Ik ben er nog lang niet. Met het zien van een zwangere buik heb ik moeite. Klaagzangen over zwangerschapskwaaltjes of artikelen met tips voor tijdens je verlof: ik word er liever niet mee geconfronteerd.

Na veel gesprekken, antidepressiva en een doorverwijzing naar een psycholoog word ik nu behandeld voor een posttraumatisch stresssyndroom. Want traumatisch was het. En al is de zwangerschap voorbij, deze hel is nog niet afgesloten. Dat ik zo veel van mijn oudste dochter heb gemist, doet nog steeds pijn.’

Tekst: Maria van Beelen – Beeld: GettyImages

Redactioneel – Offer – Klaar voor het najaar (schoenen)

kleertjes.com

Klaar voor het najaar

Lopen, rennen en spelen
Kies de juiste schoen