
'Al dat leed dat je aan moederborsten, rimpels, littekens en grijze haren kunt aflezen, troost me'
Voor het eerst sinds Norah ziek werd, gaat Lisa alleen op pad. Een dagje sauna laat haar tranen stromen en brengt haar de ontspanning die ze zo hard nodig heeft.
Ik geef gas. Voor het eerst rij ik alleen weg van huis. Voor het eerst sinds Norah doodziek is geweest en ik maanden bij haar bedje heb gewaakt, blijft ze thuis zonder mij. De afgelopen tijd speelde mijn leven zich af binnen een meter rondom de monitor waar ze met allemaal snoertjes aan vastzat. Ik ging niet meer naar de wc omdat ze kon stikken in elke kinkhoestbui. Ik wilde het risico niet nemen dat ik er niet op tijd bij zou zijn. Ik bewoog zo min mogelijk zodat ik haar niet wakker zou maken, om alle krachten die ze nodig had om te vechten tegen haar ziekte te sparen. Daarom kreeg ze mijn melk ook via een sonde. Zo kon ze doorslapen en werd ze niet te moe van het drinken. Eindelijk drinkt Norah weer bij mij. Het gaat nog niet vanzelf, ze is nog steeds bang dat ze zal stikken. Maar we gaan vooruit. En dus durf ik vandaag voor het eerst de teugels even te laten vieren. ‘Is het echt oké?’ vraag ik Peter voor de vierde keer. ‘Ja, ga nou maar. En ga ook lekker lunchen daar. Wij redden ons wel.’
Daar komen de tranen
Met een badjas en m’n kolfapparaat in m’n tas ben ik op weg naar de sauna. Op zoek naar hoognodige ontspanning. Ik heb zo lang niet geslapen dat ik niet meer lijk te weten hoe het moet. Er moet echt even iets worden doorbroken. Gretig beweeg ik me van sauna naar stoombad, in de hoop dat ik hier alles wat ik met me meedraag eruit kan zweten. Telkens als ik m’n ogen dichtdoe, zie ik voor me hoe ik met trillende handen m’n blauw gekleurde baby in m’n armen hou, hoe ik hardop om hulp roep omdat het zo eindeloos lang duurt voordat ze weer ademhaalt. Bij een opgieting met troostende muziek en een saunameester die zegt een warm dekentje over ons heen te gaan leggen, komen de tranen. En daarna voel ik eindelijk de zo lang verlangde ontspanning.
‘Ik ben weer terug, na lang te zijn weggeweest’
Als we uit de sauna komen, regent het buiten. Even blijf ik in de kou staan tussen alle anderen die hier vandaag hun zorgen kwamen wegzweten. Tussen al die andere stomende lijven die ook hebben gerouwd, lief hebben gehad, angstig zijn geweest, wanhopig zelfs. Het troost me. Al dat leed dat je aan moederborsten, rimpels, littekens en grijze haren kunt aflezen. Het koude regenwater stroomt over ons heen en lijkt alles wat we bij ons dragen met zich mee te nemen. Hier laten we het achter. Peter had me op het hart gedrukt om vooral m’n tijd te nemen. Maar nu wil ik eigenlijk zo snel mogelijk weer terug naar huis. Met borsten die op barsten staan, trap ik het gaspedaal weer in. Ik blijk niet eens lang genoeg te zijn weggeweest voor Norah om me gemist te hebben. Ze heeft geslapen en ik ben er alweer als het tijd is voor de volgende voeding. Maar voor mij is alles anders. Ik ben weer terug, na lang te zijn weggeweest.