'Gaan jullie kinderen nú pas naar bed?' Ook al lijkt het net alsof het middagzonnetje nog schijnt; de klok geeft toch echt aan dat het allang bedtijd is. Tenminste dat vind ik, wanneer mijn buren hun kinderen om 20.45 uur naar binnen dirigeren. De buurvrouw lacht besmuikt naar mij. 'Je gaat hier zeker een column over schrijven?' Ik knik gretig.
Lees ook: Bedtijden voor kinderen: handig slaapschema
Eigenbelang
Mijn buren zijn meer van het laisser-faire-opvoeden. Hun kind wil niet vroeg slapen, dus dan mag zij opblijven. Bij ons is dat toch wel anders. Wij zijn van de Naar-Bed-Politie. En de politie hanteert een strak regime. Om 18.30 uur begint het bedritueel en om 19.00 uur liggen ze met natte haartjes op hun kussen. Nog even lezen, dan lampjes uit en slapen.
Achter dit ritueel zit wel ook eigenbelang. Punt één: onze kinderen zijn knetterchagrijnig als ze niet genoeg slaap krijgen. Punt twee: papa en mama willen ook een gesprek kunnen voeren, zonder de tussenkomst van een kind dat een halfuur kan praten over een klein wondje op haar voet.
Onbeschoft kind
Overigens heb ik niet alleen maar commentaar op de bedtijd van onze buurkinderen. Ik vind ook vaak zat wat van de opvoeding van ander jong grut dat bij ons over de vloer komt. Een voorbeeld dat waarschijnlijk ook veel ouders kennen: een bezoekje van een onbeschoft kind tijdens een speeldate van mijn dochter.
Bij binnenkomst gooit het desbetreffende kind rugzak en jas neer in de gang en haalt de dozen speelgoed tevoorschijn. Binnen een mum van tijd is het huis veranderd in een jungle van LEGO-stenen, Playmobil en Bluey-poppetjes.
Lees ook: 29x de grootste ergernissen van ouders bij speelafspraakjes
Hoe vraag je dat aardig?
Als die speelgoedstofwolk een beetje is neergedaald, begint het gejammer. 'Ik heb dorst', zegt de speeldate geïrriteerd. Aardig blijven, ze is hier voor mijn dochter, fluister ik tegen mijzelf. Ik pers er een glimlach uit en antwoord: 'Hoe vraag je dat aardig?'
De speeldate zucht diep. 'Ik wil drinken, alsjeblieft.' Ik voel me nu een enorm irritante ouder, maar wil ook een punt maken. 'Nou, dat is nog steeds niet echt netjes hè.' Het kind kijkt mij verward aan. Alsof iemand voor het eerst vraagt om beleefd te zijn.
Een Amerikaanse worstelaar
Dochter Koosje komt naast haar staan. 'Mag ik wat water papa, alsjeblieft?' Het liefst wil ik nu voor de vriendin van Koosje gaan staan en als een Amerikaanse worstelaar tegen haar beginnen te schreeuwen.
'DIT IS WAT IK BEDOEL. SNAP JE HET NU. DIT IS WAT IK BEDOEL.' Maar ik houd me in. Het meisje zucht nog dieper. 'Mag ik wat water', er valt een korte stilte, 'alsjeblieft'.
Lees ook: Je kind voldoende water laten drinken in de zomer: tips van experts
Luchtalarm
Bij dit soort momenten weet ik nooit zo goed of ik hier nou goed aan doe. Moet ik andermans kinderen ook opvoeden, omdat ík vind dat ze bijvoorbeeld brutaal zijn?
Maar wat ik me nu ook afvraag: hoe vaak roddelen andere mensen over onze kinderen en onze opvoeding? Terwijl ik deze vraag type, hoor ik mijn dochter schreeuwen en tieren in de tuin. Standje luchtalarm. Ik ben bang dat ik het antwoord al weet.
Meer columns van Lucas lezen? Dat kan hier.