Wanneer naar speciaal onderwijs?
Soms kan een kind vanwege een lichamelijke of verstandelijke beperking niet naar een gewone basisschool. Dan ga je op zoek naar passend speciaal onderwijs voor hem. Ook kinderen die op een reguliere school niet meekomen of vastlopen vanwege gedragsproblemen of een ontwikkelingsstoornis als autisme, zijn soms beter op hun plek op een school voor speciaal onderwijs. Dit kan overigens ook tijdelijk zijn. De overstap naar speciaal onderwijs maak je niet alleen, daar helpt de school je bij.
In 2022 gingen 33.986 leerlingen naar het speciaal onderwijs en 38.418 naar het voortgezet speciaal onderwijs. Binnen het speciaal onderwijs zijn er verschillende mogelijkheden. Het hangt van de zorgvraag van je kind af waar hij het best terecht kan.
Lees ook: Hoe herken je autisme bij je kind?
Wat is speciaal onderwijs?
Speciaal onderwijs is bedoeld voor kinderen die bij het leren specialistische begeleiding en extra ondersteuning nodig hebben die het reguliere onderwijs niet kan verzorgen. Er is speciaal onderwijs voor kinderen in de basisschoolleeftijd (so) en er is voortgezet speciaal onderwijs (vso).
Voor alle scholen gelden er kerndoelen: dit zijn de dingen die je kind aan het eind van het laatste schooljaar moet kunnen en weten. In het speciaal onderwijs zijn de kerndoelen anders dan in het gewone onderwijs. Je kind krijgt op een school voor speciaal onderwijs dus andere lesstof. De school kiest zelf hoe ze de kerndoelen invullen en voor iedere leerling maakt de school een ontwikkelingsperspectief. Dit is een plan met een persoonlijk doel voor het kind zelf, waar de ouders inspraak in hebben. Dit plan evalueert de school ieder jaar met de ouders en als het nodig is wordt het bijgesteld.
Meer weten: Dit leert een kind op de reguliere basisschool
Speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs: het verschil
Naast het speciaal onderwijs is er ook nog speciaal basisonderwijs (sbo). Dit is bedoeld voor kinderen met lichte problemen, zoals een lichte handicap, dyslexie of concentratieproblemen. Je kind kan dan naar een gewone basisschool die extra ondersteuning biedt. Hij krijgt bijvoorbeeld deels les in een kleinere groep, in een aangepast tempo en/of met extra hulp(middelen). Maar hij volgt de lesstof, met kerndoelen gericht op doorstromen naar het reguliere voortgezet onderwijs. In het speciaal onderwijs zijn de kerndoelen aangepast, en daarna gaan kinderen meestal ook naar speciaal voortgezet onderwijs.
Hoe weet je of je kind naar speciaal onderwijs moet?
Soms is al voordat een kind 4 jaar is duidelijk dat speciaal onderwijs het beste voor hem is, omdat hij een handicap of ontwikkelingsachterstand heeft waarmee hij niet op een reguliere school terecht kan. Twijfel je of je kind naar een gewone basisschool kan? Bespreek dit dan ruim op tijd met de huisarts of op het consultatiebureau.
Het kan ook zo zijn dat je kind al op de basisschool zit en de juf, meester of jijzelf merkt dat hij daar niet kan meekomen of vastloopt. Misschien raakt hij veel in moeilijkheden omdat hij ruzie zoekt, vertoont hij agressief gedrag, heeft hij vaak uitbarstingen of is hij ongelukkig op school vanwege gedragsproblemen of een ontwikkelingsstoornis? Dan ga je hierover in gesprek met een intern begeleider of zorgcoördinator op school. Jullie bekijken samen wat er speelt en welke oplossingen er nodig zijn. Vaak wordt een kind in de klas voor een langere periode geobserveerd door een of meerdere deskundigen en volgt daarna een advies. Dat kan ook betekenen dat je kind met extra ondersteuning op school kan blijven.
Werkt dit niet? Dan is de school verplicht om een geschikt alternatief voor je kind te vinden. Je krijgt dan advies welke vorm van speciaal onderwijs past bij je kind. Eventueel kan een externe onderwijsconsulent hier ook bij helpen.
Lees ook: Wat doet een orthopedagoog bij ontwikkelings- en gedragsproblemen?
Clusters speciaal onderwijs: wat is het verschil?
Kinderen kunnen om verschillende redenen speciaal onderwijs nodig hebben. Ze hebben bijvoorbeeld een lichamelijke beperking of kunnen (tijdelijk) geen regulier onderwijs volgen vanwege een chronische of langdurige ziekte. Maar er kunnen ook ontwikkelingsstoornissen en gedragsproblemen spelen waardoor een kind op een reguliere school niet op zijn plek is.
Hierin wordt onderscheid gemaakt door middel van clusters speciaal onderwijs:
-
Cluster 1: blinde en slechtziende kinderen
-
Cluster 2: dove en slechthorende kinderen of met een ernstige taal-spraakontwikkelingsstoornis
-
Cluster 3: lichamelijk gehandicapte en/of verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke kinderen
-
Cluster 4: kinderen met stoornissen en gedragsproblemen
Alle clusters zijn er voor kinderen vanaf 4 jaar, alleen dove en slechthorende kinderen in cluster 2 kunnen vanaf 3 jaar al naar school. De instellingen uit cluster 1 en 2 bieden ook hulp op reguliere scholen. De meeste blinde/slechtziende en dove/slechthorende kinderen kunnen met deskundige ondersteuning namelijk naar een reguliere school.
Sommige kinderen beginnen direct op het speciaal onderwijs als ze 4 jaar zijn, andere kinderen gaan via zij-instroom naar het speciaal onderwijs, als later blijkt dat een reguliere school niet (meer) geschikt voor ze is. Veel van deze kinderen gaan uiteindelijk weer terug naar het reguliere (voortgezet) onderwijs.
Speciaal onderwijs via samenwerkingsverband
Als een kind niet naar een gewone school kan, bekijkt het samenwerkingsverband van scholen in de regio welke school voor speciaal onderwijs het beste past. Alle reguliere basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs zijn verplicht aangesloten bij zo'n samenwerkingsverband (SWV). Binnen het SWV spreken scholen af welke ondersteuning de reguliere scholen bieden en voor welke kinderen er een plek is in het speciaal onderwijs. Je kind kan alleen naar een school voor speciaal onderwijs in je eigen gemeente/regio, en met toestemming van het SWV.
Wat als je kind naar het speciaal onderwijs moet?
Als (je denkt dat) je kind speciaal onderwijs nodig heeft, kun je zelf voor hem op zoek gaan naar een geschikte school in je gemeente. Elke school heeft een schoolgids waarin informatie staat over de ondersteuning die ze bieden, en je kunt daarnaast een kennismakingsgesprek aanvragen.
Of je kind echt naar de school van je keuze gaat, kun je niet zelf beslissen. Dit beoordeelt en regelt de school:
-
De school onderzoekt of je kind het speciaal onderwijs echt nodig heeft. Bijvoorbeeld door meer informatie op te vragen over zijn beperking/leerprobleem en de begeleiding die nodig is.
-
De school vraagt een toelaatbaarheidsverklaring aan bij het samenwerkingsverband passend onderwijs in jouw regio. Deze verklaring geeft je kind recht op een plek op de school. De aanvraag wordt door onafhankelijke deskundigen beoordeeld.
Een onderwijsconsulent adviseert het samenwerkingsverband in jouw regio en stelt vervolgens of jouw kind het speciale onderwijs echt nodig heeft. Blijkt dit niet het geval, dan zoekt de school in overleg met jou een andere passende school voor je kind.
Zit je kind al op een reguliere basisschool? Dan loopt het contact met het samenwerkingsverband via zijn huidige school. Als je de toelaatbaarheidsverklaring hebt, kun je je kind aanmelden voor speciaal onderwijs.
Wat als je als ouder niet wil dat je kind naar het speciaal onderwijs gaat?
Als je hoort dat je kind speciaal onderwijs nodig heeft, kan dat schrikken zijn. De basisschool vindt dat je kind beter op zijn plek is in het speciaal onderwijs, maar daar ben jij het niet mee eens. Misschien ben je zelfs wel kwaad. Hoezo heeft jouw kind speciaal onderwijs nodig? Je wilt niet dat je kind een label opgeplakt krijgt.
Weet dat je altijd bezwaar kunt maken tegen de beslissing van de basisschool om je kind van school te verwijderen. Dit doe je bij het schoolbestuur en moet binnen 6 weken gebeuren. Kom je er samen met de school niet uit? Dan kun je contact zoeken met het samenwerkingsverband passend onderwijs in je regio. Dit is een externe organisatie die bepaalt of je kind echt een overstap nodig heeft naar het speciaal onderwijs of dat hij met extra hulp kan meekomen op de huidige of een andere reguliere basisschool.
Als ouder wil je altijd het beste voor je kind. Probeer daarom goed naar de behoeften van je kind te kijken en zet je (eigen) vooroordelen opzij – hoe lastig dat ook kan zijn. Probeer niet eindeloos met de huidige school te discussiëren over speciaal onderwijs of direct te zoeken naar een andere reguliere basisschool. Zoek eerst naar praktische informatie en bekijk eventueel met een onafhankelijke expert álle keuzemogelijkheden die er zijn zodat je een goede schoolkeuze voor je kind kan maken.
Speciaal onderwijs cluster 3
Scholen in dit cluster zijn er voor kinderen van 5 tot 20 jaar met:
-
Een lichamelijke beperking
-
Een verstandelijke beperking
-
Een langdurige ziekte
Kinderen met een verstandelijke beperking gaan naar een ZMLK-school. Dit is een school voor zeer moeilijk lerende kinderen, met een IQ onder de 55. Kinderen met een (meervoudige) lichamelijke handicap gaan naar een Mytyl- of Tyltyl-school. Daar krijgen ze regulier onderwijs in een aangepast tempo, of ZMLK-onderwijs. Daarnaast is er vaak ook revalidatiezorg op de school aanwezig. Voor langdurig zieke kinderen of kinderen met bepaalde chronische ziekten, zoals reuma of epilepsie, bestaan er scholen met voorzieningen waardoor ze optimaal onderwijs kunnen volgen, in hun eigen tempo.
Speciaal onderwijs cluster 4
Onder dit cluster vallen scholen voor (zeer) moeilijk opvoedbare kinderen en kinderen met (zeer ernstige) gedragsproblemen en psychische/psychiatrische stoornissen. Ook kan speciaal onderwijs nodig zijn bij autisme spectrum stoornis. Het kan dus gaan om aangeboren problemen, of problemen die door invloeden van buitenaf zijn ontstaan, zoals hechtingsproblematiek. Op speciaal onderwijs uit cluster 4 zijn de groepen klein. Er is veel structuur en met name aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Kinderen die dagbehandeling krijgen in een pedagogisch of pedologisch instituut, krijgen ook speciaal onderwijs uit cluster 4, net als leerplichtige kinderen die in een gesloten jeugdinrichting zitten. Deze kinderen krijgen les binnen hun instelling, door een school voor speciaal onderwijs in hun regio.
Bij sommige kinderen worden de gedragsproblemen beter, of ze leren er zo goed mee omgaan dat ze geen speciaal onderwijs meer nodig hebben. In dat geval is het advies om terug te gaan naar het reguliere onderwijs. Als je kind op de basisschool speciaal onderwijs nodig heeft, betekent dit dus niet altijd dat hij ook niet naar een reguliere middelbare school kan.
Je kind naar het speciaal onderwijs: hoe is dat voor jou?
Het besluit om je kind naar het speciaal onderwijs te laten gaan, kan heel ingewikkeld en emotioneel zijn. Tijdens de gesprekken met de intern begeleider van school, of deskundigen die je kind observeren en onderzoeken, komt er veel op je af. Dat gaat over jouw kind, van wie je zoveel houdt en die je het liefst gelukkig ziet. Waar doe je goed aan? Waar is je kind mee geholpen? Hoe gaat zijn toekomst eruitzien?
Misschien ben je bang dat je kind in het speciaal onderwijs een label krijgt opgeplakt. Maar dat is zeker niet het geval. De keuze voor speciaal onderwijs kan veel rust brengen. Je kind komt in een kleinere klas waar hij zichzelf kan zijn, met andere kinderen die ook speciaal onderwijs volgen. Dit brengt duidelijkheid en hij krijgt extra hulp, daar heeft hij behoefte aan. In deze nieuwe omgeving bloeit hij misschien wel helemaal op en krijgen zijn talenten de kans. Er kunnen ook nadelen aan zitten. De vertrouwde klas vaarwel zeggen, naar een andere school gaan als zijn broers of zusjes. Misschien is het verder reizen.
Het kan fijn zijn om je ervaringen tijdens deze keuzes en de overstap te delen met andere ouders in dezelfde situatie. Je bent namelijk niet alleen. Kijk bijvoorbeeld op OuderPeil.nl. Je vindt daar ook veel tips voor het voeren van gesprekken op school en het regelen van de overstap naar speciaal onderwijs.
Wanneer naar speciaal voortgezet onderwijs?
Een kind mag op zijn school voor speciaal onderwijs blijven tot het eind van het schooljaar waarin hij 14 jaar wordt. Daarna gaat hij naar het voortgezet onderwijs. Eerder doorstromen naar de middelbare school kan ook – als de ouders en de school het erover eens zijn dat het kind daar klaar voor is. Sommige kinderen gaan naar een reguliere middelbare school, anderen gaan naar speciaal voortgezet onderwijs.
Lees ook: Welke soorten basisscholen zijn er, en wat houden ze in?
Bronnen: Rijksoverheid.nl, NJI.nl, OCWincijfers.nl. Onderwijsconsument.nl, Ouderpeil.nl