Wat leer je bij zwemdiploma C?
Kinderen moeten best veel kunnen om hun zwemdiploma C te halen. Dit is alleen maar goed, want het zorgt voor meer veiligheid en vertrouwen in eigen kunnen in het water. Gelukkig heeft je kind als hij zijn diploma A en B al heeft, alle basisvaardigheden onder de knie om de extra eisen van zwemdiploma C snel aan te leren.
Bij zwemdiploma C oefenen kinderen vooral de langere afstanden, zodat ze minder snel moe worden in een zwembad of de zee.
Waarom zijn er meer eisen voor het C-diploma?
Dat de eisen voor het zwemdiploma C uitgebreider zijn dan vroeger is niet voor niets. Moderne zwembaden zijn voor kinderen een stuk gevaarlijker en uitdagender dan vroeger. Denk aan golfslagbaden, stroomversnellingen en wildwaterbanen. De huidige eisen zijn dan ook sterk gericht op onderwateroriëntatie en op overleven.
Daarom wordt ook geadviseerd om kinderen hun A-, B- én C-diploma te laten halen en om na het behalen van de zwemdiploma's regelmatig te blijven zwemmen. Zo kan je kind zijn conditie en vaardigheden op peil houden en blijft het vertrouwen in zichzelf groot. Pas dan kan je kind zich goed redden in alle zwembaden, waterparken en open water zonder stroming en hoge golfslag.
Wat houdt zwemles in?
Er worden tegenwoordig veel hogere eisen gesteld bij het behalen van de zwemdiploma's dan vroeger. Zwemexpert Britt Klaassen-Anholts vertelt wat zwemles voor kinderen precies inhoudt.
Wat moet je kind kunnen voor zwemdiploma C?
De meeste kinderen vinden het leuk om door te gaan met lessen voor hun C-zwemdiploma. Bij het C-diploma staat het overbruggen van lange afstanden met verschillende zwemslagen en diverse survival-onderdelen centraal.
Ook leren kinderen extra vaardigheden die ze voorbereiden op onverwachte situaties. Het kan per zwemlesaanbieder verschillen wat kinderen precies leren aan extra (survival)onderdelen, maar denk hierbij aan:
-
Rol voorover van de kant in het water
-
15 seconden watertrappen
-
30 seconden verticaal drijven met een voorwerp (helphouding)
-
5 meter voortbewegen op de rug met alleen gebruik makend van de armen (wrikken)
-
Met een sprong te water waarbij het hoofd boven water blijft (hurksprong)
-
100 meter zwemmen: waarbij er 1 keer onder de mat en 1 keer over de mat wordt gegaan.
-
Te water gaan enkele slagen zwemmen, aansluitend 1 meter voor een verticaal in het water hangend zeil onder water gaan en onder water zwemmen door het gat in het zeil.
In het standaard examenprogramma zwemdiploma C van de Nationale Raad Zwemveiligheid kun je alle onderdelen en vaardigheden lezen die er bij het zwemexamen terugkomen. Het kan zijn dat je kind ook andere vaardigheden moet laten zien. Zwemlesaanbieders mogen hun eigen examen ontwikkelen als dit beter past bij hun visie en lesprogramma.
Lees ook: Van zwembandjes tot een zwemvest: wat is het veiligst?
Welke kleding bij afzwemmen: zwemdiploma C
Bij het afzwemmen voor zwemdiploma C draagt je kind, anders dan bij diploma A en B, ook een jas. Dit zijn de kledingeisen voor het C-diploma:
-
Badkleding
-
Shirt of blouse met lange mouwen
-
Lange broek, jurk of rok tot de enkels
-
Jas met lange mouwen
-
Schoenen: van plastic, leer of sportschoenen. Slippers of schoenen zonder echte zool zijn niet toegestaan.
Hoe lang duurt het om C-diploma te halen?
De grootste tijdsinvestering is zwemdiploma A , hiervoor heeft je kind vaak 48 klokuren nodig. Daarna zitten de basisvaardigheden erin en is je kind behoorlijk vertrouwd geraakt met het water. Over het algemeen kun je er rekening mee houden dat je kind even lang bezig is met zwemles voor diploma C, als voor diploma B: per diploma betekent dat ongeveer 12 klokuren.
Uiteraard kan dit per kind verschillen: het ene kind heeft een bepaalde techniek sneller onder de knie dan het andere.
Lees ook: Ouders: zwemdiploma halen duurt te lang
Veilig zwemmen
Als je kind zwemdiploma A, B en C heeft gehaald (of een ander diploma dat hieraan gelijkwaardig is), kan hij in alle zwembaden en wildwaterparken veilig zwemmen. Je beoordeelt uiteraard zelf of hij oud en zelfstandig genoeg is om zonder toezicht naar het zwembad te gaan.
Zwemmen in buitenwater en in de zee, met z'n sterke stromingen, kan verraderlijk zijn. Ga daar altijd mee om eventuele waarschuwingsborden te bekijken en ga ook zelf de zee, een meer of rivier in om te voelen of er een sterke stroming staat, hoe warm het water is (is het water erg koud dan kan je kind onderkoeld raken of sneller kramp krijgen). Zo kun je beoordelen of je kind veilig het water in kan. Blijf er ook altijd bij om toezicht te houden en bespreek met je kind de veiligheidsborden en vlaggen die bij meren en stranden hangen, zodat hij weet wat ze betekenen.
En wat komt er na het C-diploma?
Heeft je kind met zijn A-B-C-diploma op zak nog steeds geen genoeg van zwemles? Dan zijn er ook zwemvaardigheidslessen die hij kan doen, bijvoorbeeld bij reddingszwemmen. Je kunt hier eventueel ook diploma's voor halen.
En natuurlijk zijn er ook allerlei leuke zwemsporten die hij kan beoefenen, denk bijvoorbeeld aan: wedstrijdszwemmen, waterpolo, synchroonzwemmen, snorkelen en schoonspringen. En er bestaan zelfs lessen scubaduiken en zeemeerminlessen (zwemmen met een monofin).
Blijf oefenen met zwemmen
Ook al heeft je kind na zijn C-diploma al zijn zwemdiploma's: hij moet blijven oefenen om goed te blijven in het zwemmen. Zwemmen kun je namelijk ook weer verleren of erg zwaar worden als zijn conditie achteruit gaat. Ga dus – als het lukt – met enige regelmaat naar het zwembed. Zo kan je kind zijn geleerde vaardigheden blijven oefenen en zijn (zwem)conditie op peil houden en het is meteen een gezellig dagje uit.
Lees ook: Turbozwemmen: de voor- en nadelen