'Brilsmurf' is passé
Opvallend is dat het vaakst gekozen wordt voor scheldwoorden die te maken hebben met seksualiteit, afkomst en religie. Uiterlijke kenmerken, zoals 'foute' kleding of een haarkleur, blijken minder vaak reden voor pesterijen. Dit blijkt uit de eerste resultaten van de Nationale Academie voor Media en Maatschappij (NAMM) en stichting de Kinderconsument. Zij lanceerden gisteren de PestThermometer, een poll waar leraren kunnen invullen welke scheldwoorden hun leerlingen gebruiken in de klas.
Actualiteit speelt rol
"De discussie rond pesten is een vrij nette discussie, maar wat krijgen leerlingen nu daadwerkelijk naar hun hoofd geslingerd?", vraagt Bamber Delver, directeur van de NAMM zich af. "Wij willen de beerput van het pesten laten zien, de rauwe werkelijkheid." En die is hard. Opvallend is volgens Delver dat voornamelijk op vmbo-scholen de actualiteit een grote rol speelt. "Het woord Jood gebruiken als scheldwoord is erg in opkomst, zo horen we van docenten door heel het land. De onrusten in de Gazastrook hebben daar zeer waarschijnlijk mee te maken."
Vroeger focus op ziektes
Ook bij de Bond tegen vloeken komen er de laatste jaren steeds meer klachten binnen over scheldwoorden die te maken hebben met seksualiteit en religie. Zij zien een duidelijke verschuiving. Directeur Wilfried Verboom: "Het wordt allemaal steeds harder en specifieker, en daarmee ook kwetsender. Vroeger werden er vooral scheldwoorden gebruikt die te maken hadden met ziektes, zoals tyfus en tering. Tegenwoordig is de toon persoonlijker en hoor je vaker scheldwoorden als Jood of homo."
Schelden wordt grover
Volgens Verboom wordt er tegenwoordig niet per se meer gescholden dan vroeger: "Vroeger hielden we het allemaal wat netter, waardoor het wat minder opviel. Tegenwoordig zijn de scheldwoorden veel grover."
De resultaten van de PestThermometer worden op 30 oktober bekend gemaakt, en kunnen een rol gaan spelen in het vormen van een nieuw anti-pestbeleid.
Auteur: Erandi Godinez – Bron: Metro/NAMM
Lees ook:
– De vieze-woordenfase, wat doe je eraan?
– Hoe geef je als ouder het goede voorbeeld?
