Voor oudersJij als ouder

Psychologie tweelingen: zo stimuleer je hun eigen 'ik'

 
Tweeling psychologie Getty Images
Getty Images
 
Geschreven door:
Leestijd 7 minuten

Tweelingen zijn vanaf dag één samen. In de buik vallen ze al tegen elkaar aan in slaap. Maar al zijn ze onafscheidelijk en lijken ze misschien ook nog sprekend op elkaar, ze hebben wél ieder hun eigen identiteit. Met deze tips zorg je voor een gezonde identiteitsontwikkeling bij een tweeling.

Lees verder onder de advertentie

Psychologie tweeling

'Hé, dat ben ik!' Vanaf een jaar of twee beginnen peuters zichzelf te herkennen in de spiegel. Dat is het moment waarop kinderen beginnen te beseffen dat ze zelf iemand zijn. Dat er een onderscheid is tussen henzelf en de omgeving. Bij tweelingen rijst dan de vraag: ben ik 'ik' of ben ik 'wij'? Tweelingen doen er ongeveer een halfjaar langer over om zichzelf in de spiegel te herkennen. Met name eeneiige tweelingen zien in hun spiegelbeeld hun co-twin. Dit is een logische vergissing.

Altijd samen

Al in de buik voelen tweelingen elkaars aanwezigheid. Ze strelen elkaar, vallen tegen elkaar aan in slaap, sabbelen op elkaars duim, vechten om de beste plek en troosten elkaar. Er is een duidelijke interactie tussen hen en een besef van de aanwezigheid van de ander. Dit weten we uit getuigenissen waarbij een kind in de buik of bij de geboorte overlijdt. Het andere kind is dan duidelijk van slag, huilt meer en mist 'iets'. Dit gevoel blijft in zijn verdere leven aanwezig.

De eerste jaren na de geboorte zijn tweelingen voortdurend dicht bij elkaar. Dat versterkt hun 'wij-gevoel'. Daardoor komt het 'ik-besef' bij tweelingen vaak iets later. Dat merk je bijvoorbeeld aan het noemen van hun eigen naam. Je ziet vaak dat tweelingen elkaar noemen bij de naam van een van de twee (meestal de naam die het makkelijkst uit te spreken is). Of dat ze hun namen verhaspelen tot één. Julie en Marie wordt dan Jumarie. Ook kijken ze vaak op als de ander geroepen wordt. Een duidelijk teken van hun wij-beleving.

Lees verder onder de advertentie

Vinden van de eigen identiteit

Het vinden van een eigen identiteit is het makkelijkst bij een tweeling die uit een jongen en een meisje bestaat. Mensen vergelijken ze minder snel met elkaar en ze lijken qua uiterlijk minder op elkaar dan twee jongens of twee meisjes. Door hun verschil in geslacht hebben ze vaak ook verschillende interesses.

Eeneiige tweelingen die qua uiterlijk en karakter als twee druppels water op elkaar lijken, worden veel sneller met elkaar vergeleken. In het algemeen hebben eeneiige tweelingen ook een sterkere band met elkaar dan twee-eiige tweelingen (uitzonderingen daargelaten).

Meer lezen over eeneiig of twee-eiig: Wat zijn de verschillen, hoe ontstaan tweelingen en hoe zit het met erfelijkheid?

Lees verder onder de advertentie

Identiteitsontwikkeling tweeling stimuleren

De identiteitsontwikkeling bij een tweeling uit zich bijvoorbeeld in bezitterig gedrag vertonen. Bij peuters is alles 'van mij'. Dat ze hun speelgoed per se zelf willen vasthouden is niet voor niets: speelgoed helpt ze bij het vinden van hun eigen ik. Daarnaast wil het tweelingkind vaak hebben wat zijn co-twin vastheeft. Ook al ligt zijn eigen identieke speeltje op de grond. Dit komt doordat ze nog geen duidelijk ik-gevoel hebben.

Bij peuters kan het daarom goed zijn om ieder hun eigen speelgoed te hebben. Dit mag je ook best markeren met een eigen kleur. Delen leren ze op latere leeftijd. Ook ruzie maken is nuttig. Vechten, slaan en bijten, het hoort er allemaal bij. Ze verdedigen hiermee als het ware hun territorium en ontdekken hun grenzen en die van de ander. Verder zie je vaak dat tweelingen elkaar nadoen. Ze willen ervaren wat de ander beleeft. Tegelijkertijd helpt het hen ook weer om hun eigen identiteit te vinden. Zo ontdekken ze wat ze wel en niet leuk vinden.

Tips ontwikkelen eigen ik

Hoe kun je je tweeling helpen bij het ontwikkelen van hun eigen ik (twee eigen ik'jes, dus)? Dit zijn tien handige tips bij de ontwikkeling van een identiteit van een tweeling:

Lees verder onder de advertentie
  1. Geef ze namen die niet te veel op elkaar lijken en die niet met dezelfde letter beginnen. Voor de post is het niet handig als ze allebei dezelfde initialen hebben. Het kan ook voor verwarring zorgen bij bijvoorbeeld de huisarts.

  2. Gebruik de namen van je kinderen als je over ze praat, in plaats van het altijd te hebben over 'de tweeling'. Bespreek dit ook met de omgeving. Bij de opvang en op school gaat het anders ook al snel over 'de tweeling', zeker wanneer ze samen in één groep zitten.

  3. Doe af en toe iets alleen met een van de twee. Neem ze niet altijd samen mee op sleeptouw, maar ook eens apart van elkaar. Hoe vroeger je hiermee begint, hoe beter. Bouw dit langzaam op, want ze kunnen last hebben van separatie-angst. Dat wil zeggen dat ze onwennig zijn en elkaar missen, net als een kind dat zijn moeder uit het oog verliest.

  4. Beschouw ze als individu. Een tweeling kan gelijk opgaan in de ontwikkeling, maar honderd procent hetzelfde zijn ze natuurlijk niet. Wanneer de een sneller loopt of fietst, betekent dat niet meteen dat de ander achterloopt of traag in ontwikkeling is. Beschouw ze als individuen en ontdek waar hun individuele behoeften liggen. En geeft de een bijvoorbeeld altijd antwoord voor de ander, stimuleer het stillere kind dan om ook van zich te laten horen.

  5. Vergelijk je tweeling niet met elkaar. Tweelingouders zijn sneller geneigd om hun kinderen met elkaar te vergelijken, omdat ze even oud zijn. De kans is groter dat je zegt: 'Jip is driftiger dan Joost.' Pas op met dit soort stempels, want daar komen ze soms maar moeilijk vanaf en het kan de ontwikkeling van hun identiteit in de weg staan. Ook op school of de opvang gebeurt dit vergelijken gemakkelijk. Plan voor allebei de kinderen een eigen oudergesprek en let op dat er dan ook maar één kind wordt besproken.

  6. Zoek niet naar verschillen. De omgeving heeft er bij eeneiige tweelingen vaak een handje van om eindeloos naar de tien verschillen te zoeken. Of er een raadspelletje van te maken wie wie is. Dat vinden tweelingen lang niet altijd leuk. Leg dit aan familie en vrienden uit en vraag ze om hier rekening mee te houden.

  7. Ontdek waar je kind goed in is. Voor ieder kind is het belangrijk dat hij ontdekt waar zijn talent ligt. Voor een tweelingkind is dit misschien nog wel belangrijker, want het zegt iets over de identiteit. Benadruk waar ze afzonderlijk goed in zijn. Dus niet vergelijken, maar geef ze allebei complimenten voor hun eigen talenten.

  8. Geef ieder kind zijn eigen speelgoed. Grotere spullen, zoals fietsen of skateboards, kun je markeren met een sticker.

  9. Heb je naast je tweeling nog meer kinderen? Als de tweeling altijd (ook buiten het gezin) de aandacht krijgt en alles met z'n tweeën doet, kan hun broer of zus zich buitengesloten voelen. Neem ook eens een van de tweeling mee samen met je andere kind.

Lees ook: Tweeling: samen of apart laten slapen… wat is wijsheid?

Welke relatie heeft jouw tweeling?

Pat Preedy, psycholoog aan de Universiteit van Perth in Australië, onderscheidt drie verschillende relaties tussen tweelingen. Vaak zie je dat deze relaties per leeftijdsfase wisselen.

Lees verder onder de advertentie
  • Closely coupled: vrijwel onafscheidelijk
    Deze tweeling gedraagt zich als een koppel. Ze kunnen niet zonder elkaar. Dit zie je vooral bij heel jonge tweelingen, die hun eigen identiteit nog niet volledig hebben ontwikkeld. Het heeft geen zin om de tweeling in deze fase uit elkaar te halen en ze bijvoorbeeld allebei in een aparte peutergroep te zetten. Zolang er nog geen duidelijk ik-besef is, zijn ze er nog niet aan toe om uit elkaar gehaald te worden. Dit maakt ze alleen maar onzeker. Je kunt wel proberen af en toe korte tijd iets apart van elkaar te doen. Zoals een klein rondje buiten lopen met de een, terwijl de ander thuisblijft.

  • Mature dependents: kunnen goed met én zonder elkaar
    Deze tweelingkinderen houden van elkaars gezelschap, maar kunnen ook zonder elkaar functioneren. Deze tweelingrelatie komt het meest voor. De kinderen durven hun eigen keuzes te maken, zonder dat ze bang zijn wat hun tweelingbroer of -zus hiervan vindt.

  • Extreme individuals: zetten zich sterk tegen elkaar af
    Deze kinderen vinden het eigenlijk helemaal niet leuk om een tweeling te zijn. Ze ruziën veel en zetten zich af tegen de ander om hun eigen identiteit te veroveren. Vaak zie je dat tweelingen deze relatie ontwikkelen in de puberteit, de fase waarin ze juist zoeken naar het anders-zijn. Het komt ook voor bij tweelingen die qua karakter enorm verschillen.

Meer weten? Als het ene kind een cadeau krijgt, moet je dan je andere kind automatisch ook iets geven? Lees hier wat experts daarover zeggen.

Bronnen: nvom.nl

Lees verder onder de advertentie