
Sophie trok alles uit de kast om haar baby te laten doorslapen: 'Zodra we haar neerlegden, zette ze het op een krijsen'
Ouders van Nu-redacteur Sophie Kluivers trok een hele trukendoos open in de hoop dat haar dochter (10 maanden) beter zou slapen. Maar zijn er nou echt gouden grepen? En hoe realistisch is zo’n ‘volwassen’ slaapritme eigenlijk bij een baby?
Drie keer sliep ze langer dan zes uur
Shhh, shhh. De sussende geluiden die ik met elke uitademing maak, kalmeren mijn dochter. Mijn voeten zijn koud. Slaapdronken ben ik naar haar kamer gesneld. Als ze haar broer maar niet wekt met haar gehuil. Terwijl we voor de tweede keer die nacht heen en weer wiegen in de schommelstoel vraag ik me af hoe vaak we hier de komende maanden nog zullen zitten.Lees ook: Onze slaapcoach Susanne Willekes heeft een slaapschema voor baby’s per maand
Vertel dat je een baby hebt en iedereen wil weten: slaapt hij al door? In tien maanden is het Cato welgeteld drie keer gelukt. En daarmee bedoel ik: drie keer sliep ze langer dan zes uur achter elkaar. Twee van de drie keer was ze ziek.
De heilige graal van zeven tot zeven lijkt nog mijlenver weg. Mijn mantra ‘het is een fase en ik omarm het. Voordat je het weet is ze groot’, blijkt er op dit punt toch meer eentje voor de bühne. Ik betrap me erop dat ik, net zoals ik bij haar broer deed, alle hulpmiddelen aangrijp die kunnen bijdragen aan een oplossing. Maar is er wel een oplossing te vinden voor iets wat misschien helemaal geen probleem is? Voor iets wat gewoon een biologisch gegeven is?
Lees ook: Getest: de 5 beste slaaptrainers van het jaar
We zijn niet gemaakt voor doorslapen
Natuurlijk, pasgeboren baby’s worden vaak wakker. Net uit de veilige baarmoeder hebben ze nog geen dag- en nachtritme. Mijn vriend en ik stelden ons dan ook in op onderbroken nachten. Toch hoopte ik dat deze baby na een paar maanden zou begrijpen hoe ze een hele nacht kon slapen. Als het even kon in een ledikantje in haar eigen kamer. En niet te vergeten: overdag ook nog een paar substantiële dutjes zou doen.
Hoe we aankijken tegen de slaap van onze baby’s heeft te maken met de manier waarop we zelf slapen. En die manier is vanuit evolutionair oogpunt nogal vreemd, vertelde de Britse Helen Ball, professor in de antropologie en directeur van het Durham Infancy and Sleep Centre vorig jaar tegen de BBC.
‘We zijn helemaal niet gemaakt om te slapen alsof we dood zijn voor een periode van acht uur achter elkaar, in totale stilte en duisternis. Maar dat is wel wat mensen in de westerse samenlevingen gewend zijn. En dat beïnvloedt de manier waarop we denken over wat baby’s zouden moeten kunnen en hoe ze behandeld moeten worden.’
Nachtrust in tweeën
Tijdens de prehistorie sliepen onze verre voorouders vanwege altijd dreigend gevaar in korte perioden. Pas toen de mens zich in groepen en stammen begon te organiseren, kon de taak van ’s nachts waken onderling verdeeld worden en de slaap evolueren naar een langere periode.
In de middeleeuwen, en misschien wel eerder, splitsten mensen overal ter wereld hun nachtrust in tweeën. Na vier uur slaap was het tijd om op te staan en wat huishoudelijke activiteiten uit te voeren. Het haardvuur werd opgerakeld, er werd gepraat, gerookt, gebeden en in sommige gezinnen werd gegeten. Daarna begon de ‘tweede slaap’ die tot de ochtend duurde.
Bovendien was het gebruikelijk om als gezin het bed te delen, uit kostenoverweging – er hoefde dan maar een bed aangeschaft te worden – om elkaar warm te houden en om elkaar te beschermen. De nacht was immers voor misdadigers en ander gespuis.
Lees ook: De voor- en nadelen van samen slapen met je baby
Gehuil, gewieg en gevoed
Houden we tegenwoordig te vast aan een rigide idee van hoe slaap eruit moet zien? Met dat idee over slaap in mijn achterhoofd kwam ik in elk geval van een koude kermis thuis. Cato sliep de eerste maanden van haar leven overdag alleen in de draagdoek. Het was belangrijk om haar te laten wennen aan haar eigen bed, vertelde de verpleegkundige van het consultatiebureau.
Maar zodra we haar neerlegden, zette ze het op een krijsen. Dat stopte niet. Onze oprit, die mijn vriend en ik omdoopten tot ‘het hobbelpaadje’, hielp haar in de kinderwagen in slaap te vallen. Een minuut of tien ijsberen en ze was vertrokken.
’s Avonds huilde ze uren in mijn armen of in die van mijn vriend. Meestal kon alleen mijn borst haar troosten. En als ze eenmaal sliep, koppelde ik haar met ingehouden adem los en rolde haar zo voorzichtig mogelijk in de co-sleeper naast ons bed. Vaak mislukte het en begon het hele circus weer van voren af aan. Na een paar maanden verlangde ik naar een vrije avond op de bank. Zonder gehuil, gewieg en gevoed.
Nog niet trainen
Ik googelde het afgelopen jaar wat af. Hoe kon ik mijn baby beter leren slapen? Al snel werd me duidelijk dat slaaptrainen voor baby’s jonger dan zes maanden uit den boze is. Onderzoek heeft aangetoond dat de baby op zo’n jonge leeftijd nog helemaal niet klaar is om ‘getraind’ te worden.
Zo begrijpen baby’s geen oorzaak-gevolgrelaties. Ze bedenken niet dat als papa of mama de kamer verlaat, het tijd is om zelf in slaap te vallen. En ze hebben op die leeftijd een ouder nodig voor co-regulatie, ondersteuning om in slaap te kunnen vallen.
Bedritueel
Wel las ik dat het goed is om al vroeg een bedritueel te introduceren. Soms wordt dat verbonden aan het feit dat slapen in de oertijd een gevaarlijke bezigheid was, want slapend ben je nu eenmaal ontzettend kwetsbaar. Dat zou een belangrijke reden zijn waarom mensen met voorspelbare handelingen een gevoel van veiligheid willen creëren rondom het slapengaan.
Lees ook: 10 tips voor een optimaal slaapritueel
Dus doen we elke avond na het aantrekken van haar pyjama samen met Cato de gordijnen dicht en zingen we In de maneschijn. We haalden een white noise-apparaat en een sterrenprojector in huis die we aanzetten als het bedtijd is.
Daarnaast bezochten we toen Cato vijf maanden was een osteopaat. Die constateerde dat haar rug vastzat en ze daarom niet lekker lag, en maakte de wervelkolom los. Opvallend genoeg lukte het Cato daarna om overdag soms zelf in slaap te vallen in haar bed en dutjes te doen van drie kwartier.
Slaapcoach
Met zeven maanden verhuisden we haar naar haar eigen kamer en introduceerden we de papfles. Ik raadpleegde hulpboeken. En met negen maanden een slaapcoach. We kregen het advies om Cato tien minuten te laten huilen in haar bed, vervolgens terug te keren naar haar kamer om te laten weten dat we er nog waren, om haar daarna weer tien minuten te laten huilen.
Na een paar keer proberen sloeg ik het advies weer in de wind. Haar gekrijs werd steeds dringender en het leverde me stress op. En haar overduidelijk ook.
Van huilen komt stressen
Baby’s laten huilen is niet zo baby- en oudervriendelijk, zegt orthopedagoog Eline Möller, senior onderzoeker bij het Amsterdam UMC. Ze specialiseerde zich in huil- en slaapproblemen bij jonge baby’s en onderzocht onder meer de Happiest Baby-methode, om ontroostbare baby’s in vijf stappen te kalmeren.
‘Er zijn ouders die wel succeservaringen hebben met het laten huilen. En uit onderzoek blijkt dat het op de lange termijn geen schadelijke effecten oplevert voor de hechting tussen ouder en kind. Maar op de korte termijn zorgt het vaak voor veel stress bij baby en bij ouder. Er zijn genoeg andere manieren om een kind aan een bedje te laten wennen, bijvoorbeeld door er als ouder naast te blijven zitten en elke avond een stukje verder te gaan zitten.’
Lees meer over je baby laten huilen of niet
We vragen veel van onszelf
Dat ouders van alles uit de kast halen in de hoop dat hun baby vrij snel goed gaat slapen, is niet heel gek, gezien het leven dat we leiden, zegt Möller. ‘Er wordt veel gevraagd van jonge ouders: ze moeten na een bevalling weer snel aan het werk. Vroeger bleven veel moeders thuis. Een hele dag met een baby kan natuurlijk ook heel intens zijn, maar vaak op een andere manier dan als je cognitief op een andere plek aan de slag moet.’
Ze merkt dat ouders behoefte hebben aan cijfers om te beoordelen of het slaapgedrag van hun kind normaal is. ‘Het lastige is dat er heel veel normaal is. Er is wel onderzoek gedaan naar hoeveel uur baby’s gemiddeld slapen, maar die gemiddelden zeggen weinig over een individuele baby, omdat er enorme verschillen tussen baby’s zijn.’
Cijfers zeggen niet zoveel
Zo lees ik in onderzoeken dat baby’s tussen 0 en 2 maanden gemiddeld 14,6 uur per 24 uur slapen. Maar als je de cijfers nader bekijkt, wordt duidelijk dat er meer dan tien uur verschil zit tussen de baby’s die de minste en de meeste slaap kregen: het varieerde van 9,3 tot 20 uur per etmaal. En met twaalf maanden heeft de ene baby genoeg aan 10 uur slaap, maar zitten er in het onderzoek uitschieters bij van baby’s die ruim 15 uur slapen.
Dat Cato met 10 maanden nog 2 tot 3 keer per nacht wakker wordt, blijkt ook heel ‘normaal’. Baby’s tussen 7 en 11 maanden worden gemiddeld 1,1 keer per nacht wakker. Er waren in het onderzoek baby’s die geen enkele keer wakker werden, maar ook baby’s die gedurende de nacht drie keer ontwaakten.
Net zo normaal is het dat jonge baby’s hazenslaapjes doen en de eerste periode soms wel 1,5 tot 2 uur per dag huilen. Möller: ‘Vaak weten ouders dat van tevoren niet. Soms kan het ze al geruststellen om te weten hoe het slapen en huilen van baby’s zich ontwikkelt.’
Als ie verder maar vrolijk is
En dat is misschien wel de crux. Dat wij als ouders een probleem ervaren omdat we onrealistische verwachtingen hebben. Dat we na wekenlang elke avond een huilende baby wiegen weer een avond op de bank willen netflixen, en vervolgens al googelend zoeken naar houvast. ‘Wanneer slaapt baby door?’ of ‘Hoeveel slaapt een baby?’ en ‘Slaapschema baby 4 maanden.’ Maar er is dus niet één normaal. En gemiddelden zeggen niets over of jouw baby het goed doet.
Möller: ‘Het gaat er met name om dat je kind goed blijft groeien en over het algemeen vrolijk is. Is dat niet het geval, blijft je baby bijvoorbeeld mopperig, dan is dat een belangrijk signaal. Dan is de baby vermoeider dan je zou willen en kun je kijken of je iets kunt veranderen. Bijvoorbeeld door het toch vroeger naar bed te brengen of een extra dutje te laten doen in de kinderwagen.’
En ook niet onbelangrijk: durf als ouder hulp te vragen. Möller: ‘Zo’n tijd met weinig slaap is enorm pittig. Het kan dan helpen om opa en oma of de buurvrouw een keer te laten oppassen, zodat je als ouder wat kan bijtanken.’
Tussen ons in
Cato is een van de vrolijkste baby’s die ik ken. En als ze moe is, merken we het vrijwel direct. Dan slaat haar stemming om, wordt ze mopperig en wrijft ze in haar ogen. Inmiddels, met tien maanden, valt ze om een uur of zeven ’s avonds in haar eigen kamer in slaap.
Wordt ze een paar uur later wakker, dan zet ze het op een krijsen, dommelt ze weer in als we haar in onze armen nemen en wiegen, maar weigert ze dat in haar bed te doen. Dus verhuist ze negen van de tien avonden naar ons bed, wordt ze vervolgens nog één of twee keer wakker en valt ze na een paar slokjes aan de borst weer vredig in slaap.
Ze is overduidelijk content met deze aanpak. En omdat het mijn vriend en mij ook niet stoort, hebben we er vrede mee. Geen slaaptraining meer en geen gegoogel. Want op een gegeven moment leert ieder kind om door te slapen.
Tekst: Sophie Kluivers, Beeld: GettyImages