Ik was met man en kind op vakantie. Mijn ouders waren er ook, net als mijn zusje, mijn zwager en hun zoontje van bijna twee. Alle volwassenen zaten buiten aan tafel bij het vakantiehuisje. Mea was met haar neefje aan het spelen in de tuin. 'MAMA, HIJ HEEFT GEPOEPT!' Tsja, kan gebeuren. Wij wilden eerst even ons bord leeg eten, daarna zou hij verschoond worden.
Lees ook: Wendy: 'Waarom krijgen opa's en oma's soms van die rare namen?'
Vier minuten later: paniek. De poepluier van mijn neefje bleek van het agressieve, explosieve én overdadige soort te zijn. Hij was vrolijk verder blijven ronddolen - ongehinderd door de poep die zich vanuit zijn luier langzaam verspreidde over de rest van zijn lichaam. En de tuin. Het resultaat: van het ligbed tot het gras, van het trapje tot het speelgoed - alles zat onder de poep.
Mijn zusje pakte mijn neefje kordaat op, zat direct zelf ook onder de poep, en rende het huis in, naar de badkuip. Mijn vader pakte minstens zo kordaat de tuinslang, en maakte aanstalten om die op alle poep te richten. Mijn moeder, zwager, man en ik begonnen te schreeuwen dat hij niet zomaar de poep alle kanten op moest spuiten. Hij stopte met het opendraaien van de kraan.
Daarna werd het even stil. Iedereen keek naar elkaar. Ik was aan tafel ongetwijfeld degene die de afgelopen jaren de meeste ervaring had opgedaan met poep opruimen, maar ik voelde me niet geroepen om de keukenrol ter hand te nemen en de poep van mijn neefje te lijf te gaan. De poep van mijn eigen kind opruimen vind ik geen enkel probleem. Maar ik heb gemerkt dat ik de poep van andere kinderen heel ingewikkeld vind.
Lees ook: Vlekken verwijderen uit babykleding: van poep tot voedsel
Mea krijgt steeds meer vriendjes en vriendinnetjes. Als ze bij ons thuis komen spelen, moeten ze om de één of andere reden altijd poepen. Waar volwassenen vaak moeite hebben om op kantoor of ergens op visite hun endeldarm te legen, hebben dreumesen en peuters geen enkel probleem met poepen op een andere locatie dan hun eigen vertrouwde omgeving.
Hartstikke prettig natuurlijk: als je moet, dan moet je - daar kunnen we als volwassenen nog wat van leren. En als moeder snap ik daarnaast als geen ander hoe belangrijk het is dat kinderen die net zindelijk zijn direct op een potje plaats kunnen nemen, dat peuters hulp nodig hebben bij het afvegen, en dat de wc-borstel goed gebruiken pas op latere leeftijd tot de vaardigheden gaat behoren.
Maar toch. Hoe liefdevol ik ook een potje tevoorschijn tover, hoe bemoedigend ik een kind ook naar het toilet verwijs - zodra er eenmaal gepoept is door het vriendje of vriendinnetje, is mijn enthousiasme voorbij. Als ik de poep van een ander kind ruik of zie, moet ik kokhalzen. Toen een kleine bezoeker onlangs vol trots het eindresultaat met me deelde, overviel de geur en de aanblik van zijn drol in het potje me zo enorm, dat ik mijn handen voor m'n mond moest slaan om niet in datzelfde potje over m'n nek te gaan.
Lees ook: Wendy gaat met haar peuter naar een openbaar toilet: 'Ik wil mijn ogen spoelen met chloor'
Ik hoor je denken: 'Stel je niet zo aan Wendy, het is maar poep.' En dat wéét ik ook. Ik vind het zelf ook irritant dat ik blijkbaar niet gemaakt ben om de billen van andermans kinderen zonder blikken of blozen af te vegen. Noem me een aansteller, maar mijn oerinstinct is walging.
Even overwoog ik de uitdaging waar mijn neefje ons voor had gesteld aan te gaan, en mezelf op die manier te trainen in 'omgaan met poep van andere kinderen'. Dit was per slot van rekening mijn neefje - misschien dat ik het bij genetisch verwante poep allemaal minder vies zou vinden?
Mijn zwager realiseerde zich inmiddels dat het niet heel chic was om deze veroorzaakte klus bij zijn vakantievierende schoonfamilie neer te leggen. Hij pakte de keukenrol en billendoekjes van tafel, en ging aan de slag. Kokhalzend stond hij de ligstoel, het speelgoed, de trap en het grasveld van de poep van zijn zoon te ontdoen. 'Ik kan niet tegen poep!' riep hij bij herhaling tussen de oprispingen door.
Lees ook: Zindelijkheidstraining: in 3 dagen succesvol zindelijk
Ik kon een glimlach niet onderdrukken. Blijkbaar zijn er nóg grotere aanstellers. En het is fijn dat we in de familie nu duidelijk hebben dat ik niet de ergste ben.
Mijn vader wil het kraantje weer opendraaien. Het was onduidelijk of hij de tuinslang nu alsnog wilde inzetten voor de poep, of inmiddels had besloten dat de oren van zijn schoonzoon gewassen moesten worden. Mea mocht - na een poepinspectie - bij me op schoot klimmen. 'Ik zéi toch dat ie een poepluier had…' En daarmee was ook meteen duidelijk wie in de familie haar poepprioriteiten wél op orde had.
Wendy van Poorten is hoofdredacteur van Ouders van Nu en schrijft columns over de kleine grote dingen die ze zoal met haar dochter Mea meemaakt. Meer columns van Wendy lezen? Dat kan hier.