Wat is de Apgar-score?
De Apgar-score is een cijfer tussen de nul en tien, en geeft weer of je baby de bevalling goed heeft doorstaan. Ook geeft het een indicatie van zijn gezondheid. De verloskundige of gynaecoloog die de bevalling heeft begeleid, neemt de Apgar-score af. Soms doet de kinderarts dit. De test wordt 1 minuut na de bevalling uitgevoerd en na 5 minuten nog eens. Soms wordt de test na 10 minuten nog een derde keer gedaan, als de score bij de tweede test nog te laag is. Je baby hoeft niet meegenomen te worden om de score te bepalen, hij kan gewoon bij jou (of je partner) op de borst blijven liggen. Vaak wordt hij niet eens aangeraakt.
Lees ook: Huidhonger en buidelen met je baby: zo doe je dat
Waarom worden pasgeboren baby's getest?
De Apgar-score is een snelle en eenvoudige manier om inzicht te krijgen in de conditie van je pasgeboren baby, hoe hij de bevalling heeft doorstaan en of hij extra zorg nodig heeft. Is de uitslag van de Apgar-score niet goed, dan kan dit betekenen dat je baby medische hulp nodig heeft. Mocht er een kinderarts nodig zijn, dan heeft die door de scores op de Apgar-test meteen een beeld van de conditie van de baby.
Lees ook: De eerste 30 minuten van je pasgeboren baby
Waar staat Apgar voor?
De score is in 1952 bedacht door en genoemd naar Virginia Apgar, een Amerikaanse arts. Ze bedacht vijf onderdelen waarop je de gezondheid van een baby vlak na de geboorte kunt beoordelen. Die koppelde ze aan de letters van haar achternaam. Hieronder lees je waar de letters voor staan.
Hierop wordt getest bij de Apgar-score
De letters van de Apgar-score hebben elk een betekenis. Dit zijn de vijf onderdelen waar de verloskundige of gynaecoloog naar kijkt zodra je baby is geboren:
-
A: Ademhaling
Door naar de ademhaling te kijken, ziet de verloskundige of de longen goed functioneren. -
P: Pols/hartslag
De kracht en de regelmaat van de hartslag zijn het belangrijkste onderdeel van de Apgar-test. -
G: Spierspanning
Dit onderdeel van de test meet de regelmaat en de kracht waarmee je baby beweegt. -
A: Aspect/kleur van de huid
De kleur van je baby zegt iets over de doorbloeding van zijn lichaam, dus of de longen goed werken en zijn lijf overal wordt voorzien van zuurstof. -
R: Reactie op prikkels
Zoals licht, geluid en aanrakingen.
Dit is de Nederlandse versie van het oorspronkelijke Engelse ezelsbruggetje met de letters van de naam Apgar. In het Engels staat Azpgar voor: Appearance (kleur), Pulse (hartslag), Grimace (reactie op prikkels), Activity (spierspanning), Respiration (ademhaling).
Lees ook: Asfyxie: zuurstoftekort rond de geboorte
Wat is een goede Apgar-score?
Voor elk van de vijf onderdelen krijgt je baby 0, 1 of 2 punten. 0 punten is de laagste score, 2 punten is de maximale score per onderdeel. De scores op de onderdelen ademhaling en hartslag zijn het belangrijkst.
Alle punten van de vijf onderdelen worden bij elkaar opgeteld, waardoor de uiteindelijke Apgar-score dus een cijfer tussen de 0 en 10 is. Meestal scoort een baby bij de eerste test (na 1 minuut) minder punten dan bij de test na 5 minuten. De meeste baby's hebben een score van minimaal 7. Elke score tussen 7 en 10 is in principe goed.
Goed om te weten: een baby krijgt na 1 minuut zelden een 10. Er wordt vrijwel altijd een punt afgetrokken omdat de handjes en voetjes nog wat blauw zijn. Dat is heel normaal: pas na een paar minuten gaat daar zuurstof naartoe.
Eerste Apgar-test: na 1 minuut
De Apgar-score wordt in principe twee keer uitgevoerd. De eerste keer is een minuut na de geboorte. Dit kan meestal gewoon door je baby te observeren terwijl hij op jouw borst ligt. Als hij mooi roze van kleur is en normaal beweegt en reageert, kan de verloskundige of gynaecoloog ervan uitgaan dat de andere onderdelen ook goed zijn.
Score tussen 7 en 10: de baby is gezond. Bij een hoge score mag je ervan uitgaan dat hij de bevalling goed heeft doorstaan. De meeste baby's hebben niet gelijk een 10, bijvoorbeeld omdat de kleur van hun handen en voeten nog blauw is.
Score tussen 4 en 6: je baby heeft het tijdens de bevalling zwaar gehad. Vaak wordt hij dan een beetje slap en blauw of wit geboren. De meeste kinderen herstellen snel als ze even goed geprikkeld worden. Is dat na 1 minuut nog niet het geval, dan wordt de baby even meegenomen om hem eventueel te ondersteunen met extra zuurstof. Na 5 minuten wordt de test weer gedaan. De tweede test zegt meer over de algemene conditie van je baby.
Score tussen 0 en 3: je baby heeft tijdens de bevalling ernstige problemen gehad en heeft snel extra hulp nodig. Is je baby helemaal blauw en slap, dan krijgt hij sowieso extra zuurstof. De verloskundige heeft bij een thuisbevalling een zuurstofkoffer bij zich, in een ziekenhuis wordt de baby meegenomen. Vrijwel altijd is even goed de longblaasjes openen met een beademingsmasker al voldoende om zelf goed te gaan ademhalen. Zo niet, dan krijgt de baby nog wat langer ondersteuning met het zuurstofmasker. In zeldzame gevallen blijft de Apgar-score laag en wordt er hartmassage toegepast. Als je baby bij de tweede en derde score een hoger cijfer krijgt, is dat een goed teken. Er zijn overigens ook baby's die wel goed ademen, bewegen en reageren op prikkels, maar niet (hard) huilen. Die krijgen in dat geval vaak toch gewoon het maximale aantal punten.
Tweede Apgar-test: na 5 minuten
Deze test is belangrijker dan de eerste test. Meestal scoort je baby bij de tweede test hoger. Dat is heel normaal: vlak na de bevalling kan een baby nog wat slap zijn, of blauw van kleur, omdat de ademhaling nog goed op gang moet komen. Na 5 minuten gaat het vaak een stuk beter: die tijd is meestal al voldoende om bij de tweede Apgar-test een score van 9 of 10 te krijgen. Bovendien stimuleren moeders hun baby instinctief om te huilen en bewegen, bijvoorbeeld door over het ruggetje te wrijven of tegen hun baby te praten. Bijkomen op je blote borst kan ook al genoeg zijn.
Als het toch nodig is, kan de verloskundige je baby beademing geven (ook bij een thuisbevalling). Dat hoeft vaak maar even, daarna neemt je baby het snel zelf over. Is je baby na 5 minuten nog zwak en heeft hij bij de tweede test ook een score van 7 of lager, dan wordt hij 10 minuten na de geboorte voor de derde keer gecontroleerd.
Gevolgen lage score
Als de score na 1 minuut laag is, gaat de verloskundige of arts aan de slag om deze na 5 minuten weer mooi hoog te hebben. Lukt dat niet, dan kan het zijn dat de baby naar de couveuse-afdeling wordt gebracht en daar extra zuurstof en onderzoeken krijgt.
Als je thuis bent bevallen, ga je bij een blijvende lage score met je baby naar het ziekenhuis. Dit komt gelukkig zelden voor: als er tijdens de bevalling getwijfeld wordt over de conditie van de baby, zal je verloskundige je direct verwijzen naar het ziekenhuis. Verloskundigen zijn goed getraind om in een noodsituatie snel en adequaat te kunnen handelen, dus ook bij een thuisbevalling.
Lees ook: Thuis bevallen, dit zijn de voor- en nadelen
Herstel is belangrijk
Bij een lage Apgar-score wordt goed gekeken hoe snel de baby herstelt. Een bevalling kan ook voor de baby een pittige ervaring zijn en het is belangrijk om daar allebei even van bij te komen. Huid-op-huidcontact met jou helpt hierbij vaak goed. Vaak zijn 5 minuten genoeg om goed op gang te komen. Een baby kan bij de eerste Apgar-test een score van 3 hebben en bij de tweede test al een Apgar-score van 8.
Lees ook: Wachten met het doorknippen van de navelstreng, hier is het goed voor
Hoe betrouwbaar is de Apgar-score?
Hoewel de Apgar-score nog altijd wereldwijd wordt gebruikt, is er ook kritiek op deze methode. Tegenstanders stellen dat de score weinig bruikbare informatie geeft, de test kan een vertekend beeld geven en zou subjectief zijn. Immers bepalen de artsen en verloskundigen de cijfers. Zo kan het voorkomen dat de ene verloskundige precies dezelfde baby een lager cijfer geeft dan de ander.
Bovendien blijkt uit onderzoek dat zwarte pasgeboren baby's vrijwel altijd een lagere Apgar-score krijgen dan witte pasgeboren baby's terwijl er geen verschil bleek in navelstrengbloedgassen – hiermee kan objectief worden bekeken hoe het gaat met de gezondheid van de baby na de geboorte. Dit komt onder andere doordat verloskundigen en artsen op het onderdeel 'Aspect/Kleur van de huid' moeite kunnen hebben om 'overal roze' aan te duiden. Dit kan overigens worden voorkomen door te kijken naar de slijmvliezen van de mond, het oogwit, de lippen, handpalmen en voetzolen. Er wordt daarom steeds vaker gepleit voor het afschaffen van de Apgar-score.
Bronnen: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) en Universiteit Leiden.
Apgar-score bewaren?
De verloskundige noteert de Apgar-score in het bevallingsverslag. Het is handig om dit te bewaren voor het geval je later met je baby naar de huisarts of het ziekenhuis moet; soms wordt ernaar gevraagd. De Apgar-score is ook terug te vinden in het medisch dossier van je baby. De verloskundige of gynaecoloog die de bevalling heeft begeleid, kan dit voor je opzoeken.
Bronnen: De verloskundige (KNOV), NTVG
Benieuwd naar ervaringen van ouders over de Apgar-score?
Elke baby krijgt een Apgar-score, maar hoe verloopt het als dit cijfer lager is? Ben je benieuwd hoe andere ouders dit hebben ervaren en hoe met hun kindje verder is gegaan? Ga naar het community forum van Ouders van Nu.