KISS-syndroom

Oorzaken KISS-syndroom

Volgens de behandelaars van het KISS-syndroom ontstaan de problemen met de bovenste nekgewrichten vaak tijdens de bevalling, als de wervelkolom van de baby in de verdrukking komt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een keizersnede of bij een vacuüm- of tangverlossing. Soms ontstaat het KISS-syndroom mogelijk al in de baarmoeder door een verkeerde houding van de baby, bijvoorbeeld als de baby erg groot is of bij meerlingen. Ook kan een heel snelle of juist heel langzame bevalling problemen met deze gewrichten veroorzaken.

Mogelijke symptomen KISS

Er zijn een heleboel symptomen die kunnen wijzen op het KISS-syndroom. Heeft jouw baby een of meerdere van deze symptomen, dan kan hij KISS hebben, maar dat hoeft niet. Een huilbaby heeft dus niet per definitie het KISS-syndroom, maar het kan wel. Let op deze mogelijke symptomen:

• Voorkeurshouding
• Slaapproblemen
• Asymmetrie in motoriek (altijd op één kant slapen, asymmetrische arm- of beenbewegingen, bij borstvoeding voorkeurskant)
• Overstrekte houding bij liggen en staan
• Scheve, afgeplatte schedel
• Veel huilen en nagenoeg ontroostbaar
• Op jonge leeftijd willen staan
• Niet willen kruipen (billenschuiver)
• Niet graag willen knuffelen
• Druk, onrustig, driftig
• Matige spraakontwikkeling
• Koude handjes en voetjes
• Moeizame ontlasting
• Protesthuilen (bijvoorbeeld bij aan- en uitkleden)

Behandeling KISS-syndroom

Manueel therapeuten die baby’s en kinderen met KISS-syndroom behandelen, zeggen dat hoe sneller je ingrijpt, hoe kleiner de kans op vervolgschade is. Voor een afspraak heb je geen verwijzing nodig van je huisarts en met drie of vier behandelingen zou je al resultaat moeten zien.

Tijdens de eerste afspraak wordt onderzocht wat er aan de hand is, welke symptomen het kind vertoont, wat de lichamelijke gevolgen zijn en welke invloed het heeft op de ontwikkeling van je kind. Dan wordt er besloten welke behandeling nodig is. De behandeling bestaat over het algemeen uit zachte, mobiliserende technieken, gericht op de bovenste wervels van het nekje en soms het bekken.

KIDD-syndroom

Is een kind ouder dan twee jaar en niet behandeld voor het KISS-syndroom, terwijl dit mogelijk wel nodig was, dan kan hij worden gediagnostiseerd met het KIDD-syndroom. Dit staat voor ‘Kopgewrichten Invloed bij Dyspraxie en Dysgnosie’. De meeste manueel therapeuten en osteopaten bieden behandeling van KIDD aan. Kenmerken kunnen zijn:

• Chronische hoofdpijn
• Concentratieproblemen
• Houterige motoriek
• Grove en fijne motoriek ontwikkelt langzaam
• Veel struikelen en niet goed opvangen
• Leerproblemen
• Slecht slapen, lijkt aan weinig slapen genoeg te hebben
• Onzeker, onrustig, veel aandacht nodig
• Problemen met fietsen, balans, hoogtevrees
• Onrustig, driftig
• Doorgezakte voeten en holle rug

Als jouw kind een of meerdere van deze kenmerken heeft, hoeft hij nog geen KIDD te hebben. Neem contact op met je huisarts of het consultatiebureau om te onderzoeken wat er aan de hand zou kunnen zijn.

Voorzichtigheid geboden

Er is zoals gezegd geen wetenschappelijk bewijs voor het bestaan van KISS. Er wordt door artsen gewaarschuwd voor het gevaar op ernstige complicaties bij behandelingen met manipulaties aan het hoofd en nekje van kleine baby’s. Zo kan de wervelmanipulatie door een manueel therapeut volgens hen leiden tot scheefstand van de kwetsbare babywervels. Ook zijn er gevallen bekend van baby’s die een korte ademstilstand (apneu) hebben gehad tijdens de manuele behandeling. In de meeste gevallen zonder blijvende schade, maar er zijn ook meldingen van baby’s waarbij het echt misging. Laat je dus goed informeren voordat je je kind eventueel laat behandelen. Twijfel je over een behandeling, raadpleeg dan de huisarts.

Bron: Gezondheidsplein