Wat is een voorkeurshouding bij je baby?
Ongeveer acht op de tien baby's ontwikkelen een voorkeurshouding: een houding waarbij een baby meer dan 75 procent van de tijd met zijn hoofd dezelfde kant op ligt. Als een baby te lang en te vaak in een voorkeurshouding ligt, kan er een scheef hoofdje (plagiocefalie), afgeplat hoofdje (brachycefalie) of een lange, smalle schedel (scafocefalie) ontstaan. Dit komt doordat de schedel van een baby nog week is en daardoor makkelijk kan vervormen.
Baby op de rug laten slapen
Zo'n voorkeurshouding is iets van deze tijd. Ouders worden nu, in tegenstelling tot vroeger, geadviseerd om hun baby op zijn rug te laten slapen om wiegendood te voorkomen. Baby's liggen nu dan ook veel vaker en langer op hun rug, dan een paar generaties geleden het geval was. Hierdoor komt een afgeplatte schedel vooral in deze tijd veel voor.
Leestip: Mag een baby op zijn buik slapen?
Waarom heeft je baby een voorkeurshouding?
Al tijdens de zwangerschap heeft tachtig procent van alle baby's vanaf week 36 een voorkeurskant naar rechts. Jongens hebben dit iets vaker dan meisjes. Waardoor een voorkeurshouding precies ontstaat, is niet bekend. Mogelijk ligt het mede aan de voorkeur van de ouders. Als je je baby altijd in dezelfde houding voedt, kan dit invloed hebben op zijn slaaphouding.
Je baby kan ook een voorkeurshouding hebben door de plek van de box of het bedje van je baby. Als het licht en/of geluid altijd van dezelfde kant komt terwijl je baby erin ligt, en hij zich hiervan afwendt of er juist naartoe draait, ligt hij dus veel in dezelfde houding.
Er zijn nog meer oorzaken waardoor je baby steeds terug draait in zijn voorkeurshouding:
vroeggeboorte (voor 37 weken zwangerschapsduur)
een breukje in het sleutelbeen, opgelopen tijdens de bevalling
scoliose (een kromming in de wervelkolom)
congenitale torticollis. Dit is een aangeboren afwijking waarbij er een verdikking in een nekspier zit, waardoor het hoofd naar één kant wordt gedrukt. Meestal is er direct na de geboorte niets van te zien, maar verschijnt de verdikking na ongeveer een week.
afwijking in de rug
afwijking in de zenuwen, zintuigen of een neurologische afwijking
craniosynostose. Dit is een aandoening waarbij één van de schedelnaden te vroeg is gesloten..
Lees ook: Wat kun je doen tijdens de slaapregressies van je baby?
Wat zijn de gevolgen van een afgeplat hoofdje?
Bij een baby is het schedelbot nog dun en week en zijn de schedelnaden nog niet helemaal dicht. Daardoor kan het hoofdje makkelijk vervormen. Heeft je baby een duidelijke voorkeurshouding en ligt hij vaak en lang in deze positie, dan kan zijn hoofd aan één kant afvlakken. Ligt je baby altijd op zijn rug en kijkt hij recht naar boven, dan kan zijn schedel aan de achterkant platter worden.
Een afgeplatte schedel is meestal alleen een cosmetisch probleem en heeft vaak geen gevolgen voor de gezondheid en ontwikkeling van een kind. Bij de meeste kinderen verdwijnt de afplatting vanzelf als ze ouder worden, bijvoorbeeld doordat ze meer op hun buik liggen en überhaupt minder liggen.
In een enkel geval kan afplatting wel voor problemen zorgen. Als je baby bijvoorbeeld bijna altijd met zijn hoofd naar links gedraaid ligt, zal zijn hoofd daar afplatten. Als dit niet tijdig wordt gecorrigeerd, kunnen de gevolgen groter zijn. De voorkeur kan zijn algemene motorische ontwikkeling beïnvloeden en langzaam in zijn gezicht zichtbaar worden.
Wat zijn de gevolgen op de motorische ontwikkeling?
Als een baby zich door de voorkeurshouding te vaak in dezelfde positie bevindt, kan dit ook leiden tot vertragingen in zijn motorische ontwikkeling. Ligt een baby bijvoorbeeld te veel op de rug, dan kan hij of zij mogelijk later beginnen met omrollen, kruipen en lopen.
Als een baby een voorkeurshouding ontwikkelt, is het belangrijk om daarom op tijd actie te ondernemen. Een kinderfysiotherapeut of kinderosteopaat kan helpen om de voorkeurshouding te behandelen. Bijvoorbeeld door middel van advies en oefeningen om de spieren aan de zwakkere kant van de nek te versterken en je baby aan te moedigen om het hoofd naar de andere kant te draaien. Op deze manier kan je de voorkeurshouding afleren, waardoor het niet leidt tot verdere vertragingen in de motorische ontwikkeling van de baby.
Lees ook: Je baby veilig laten slapen: waar moet je op letten?
Hoe kun je de voorkeurshouding bij je baby afleren?
Je baby loopt in de eerste drie maanden van zijn leven het meeste risico op een afgeplat of scheefgegroeid hoofdje, omdat zijn schedel dan nog erg week is. Het is daarom belangrijk om vanaf de geboorte goed op de houding van je baby te letten tijdens het slapen, spelen, voeden en verschonen. Met deze tips kun je in veel gevallen een voorkeurshouding afleren of voorkomen.
Wat te doen bij voorkeurshouding van je baby?
Leg je baby afwisselend met zijn hoofdje naar links en naar rechts als je hem in bed legt. Heeft je baby een voorkeurshouding, draai zijn hoofdje dan regelmatig naar de andere kant. Wissel het liefst bij elk slaapje. Gebruik als geheugensteun bijvoorbeeld een zakdoek die je links of rechts aan zijn ledikant of wieg knoopt.
Draait je baby zijn hoofd toch steeds naar de voorkeurskant? Misschien is er aan die kant van de kamer iets wat zijn blik trekt, zoals licht van buiten of een muziekmobiel. Een mobiel kun je weghalen, maar een raam verplaatsen wordt lastig. Maak in dat geval regelmatig het bed andersom op, dus het hoofdeind wordt het voeteneind. Zo stimuleer je dat je baby van houding wisselt, zonder dat je zijn hoofdje hoeft te draaien.
Tips: Zo creëer je een rustige en veilige slaapomgeving voor je baby
Wat te doen tijdens het spelen?
Het is belangrijk dat je baby de spieren in zijn nek aan beide kanten leert gebruiken. Daarom moet hij zelfstandig en actief zijn hoofd naar links en rechts kunnen draaien. Probeer hem jou, of een speeltje, te laten volgen. Hierbij is het belangrijk dat hij zijn nek naar beide kanten goed doordraait.
Ga naast je baby op de grond of op bed liggen en laat hem naar jou kijken (jullie liggen alle twee op je wang). Wissel daarna van kant, zodat hij zowel naar rechts als naar links een goede beweeglijkheid in zijn nek krijgt.
Leg je baby minimaal drie keer per dag op zijn buik. Doe dit alleen als hij goed wakker is en blijf er altijd bij. Begin hier in de eerste weken al mee. In het begin is één tot vijf minuten per keer voldoende. Breid dit uit naar zo'n drie tot vijf keer per dag, twintig tot dertig minuten per keer. Dit is goed voor zijn motorische ontwikkeling, want de buikligging is actiever dan de rugligging. Ook worden zijn nekspieren hier sterker van en oefent hij naar links en naar rechts te kijken. Je kunt je baby bijvoorbeeld op zijn buik op het aankleedkussen op tafel leggen, terwijl je aan het eten bent.
Je kunt je baby overdag ook even op zijn zij leggen om te spelen. Wissel ook hierbij de linker- en rechterzij af. Belangrijk: je baby moet goed wakker zijn als je hem op zijn zij legt. Blijf ook hier altijd bij, voor het geval je baby doorrolt op zijn buik.
Leg je baby in de box en zorg ervoor dat hij licht- en geluidsprikkels van links en rechts krijgt. Zo draait hij automatisch zijn hoofd beide kanten op. Plaats bijvoorbeeld opvallend speelgoed aan de niet-voorkeurskant van de box.
Meer weten? Dit zijn belangrijke veiligheidstips voor spelen in de box
Wat te doen bij het dragen van je baby?
Probeer je baby afwisselend op je arm en je schouder te dragen. Wissel daarbij ook van kant. Vaak heb je zelf ook een voorkeur voor links of rechts dragen, dus dit is soms even wennen.
Draag je baby af en toe op zijn buik op jouw onderarm (dat helpt ook bij darmkrampjes). Zo heeft hij geen druk op zijn achterhoofd. Probeer ook hierbij van arm te wisselen.
Wat te doen bij het voeden en verschonen?
Neem je baby afwisselend op je linker- of rechterarm tijdens het voeden. Bij borstvoeding gebeurt dit automatisch, bij flesvoeding vraagt het soms om wat oefening.
Varieer in voedingshoudingen: je kunt je baby bijvoorbeeld ook eens op je bovenbenen leggen, terwijl je je voeten laat steunen op een stoel of lage tafel.
Ga bij het verzorgen en verschonen zo staan dat je kind naar de niet-voorkeurskant moet draaien om jou te kunnen zien.
Bij het optillen draai je je baby naar zijn voorkeurskant en til je hem vervolgens op. Zo wordt zijn niet-voorkeurskant getraind om zijn hoofd recht te houden.
Wanneer naar de kinderfysiotherapeut?
Vaak wordt een afwijking van de schedel door een voorkeurshouding na twee tot drie maanden zichtbaar. Heeft je baby een ernstige voorkeurshouding en dreigt er een afplatting van de schedel te ontstaan, dan is het zinvol om op tijd hulp te zoeken.
Meestal verwijst het consultatiebureau je door naar een kinderfysiotherapeut. Je kunt ook op eigen initiatief naar de kinderfysiotherapeut of oefentherapeut gaan, om te laten bekijken of je baby behandeld moet worden. Een kinderosteopaat is ook een optie (zie verderop). De kinderfysiotherapeut bekijkt dan ook direct of er oorzaken zijn die de voorkeurshouding of afplatting van de schedel beïnvloeden..
Hoe wordt een afgeplat hoofdje gemeten?
De fysiotherapeut of kinderosteopaat kan een meting doen om de ernst van afplatting te bepalen. Dit doet geen pijn. Dit kan op verschillende manieren: met de Skully Care app of een PCM-meting (plagiocefalometrie-meting):
PCM meting: je baby krijgt een bandje om zijn hoofd. Op het bandje markeert de fysiotherapeut de loodrechte posities van de neus en de oren. Vervolgens haalt hij het bandje van het hoofd van je baby en kopieert dit op papier, om de exacte afmetingen te bepalen. Aan de hand van de PCM-meting wordt vastgesteld of verdere behandeling nodig is. Bij een volgende meting kan worden gekeken of er vooruitgang (of achteruitgang) is.
Skully Care meting: met de Skully Care app maakt de fysiotherapeut een foto van het hoofdje van je baby. Die wordt naar een beveiligde server verstuurd, waarna de omtrek wordt geanalyseerd. De uitslag van de meting volgt binnen vijf minuten en aan de hand daarvan kan het behandelplan met oefeningen worden bepaald of aangepast.
Wanneer naar de kinderosteopaat?
Het kan zijn dat er ondanks de oefeningen en kinderfysiotherapie te weinig resultaat is. Dan kan de kinderosteopaat een mooie aanvulling zijn. De osteopaat onderzoekt het lichaam van je baby op verminderde beweeglijkheid en behandelt deze gebieden, zodat zijn schedelbotten en wervelkolom vrij kunnen bewegen. De kinderfysiotherapeut en kinderosteopaat werken vaak samen om een zo optimaal mogelijk resultaat te behalen.
Lees meer: Waarom en wanneer ga je met je baby naar de kinderosteopaat?
Wat kun je doen bij vroege afplatting?
Als je al vroeg een afplatting ziet, kun je ook elke maand een foto maken van het hoofd van je baby. Maak een foto loodrecht van boven, waarbij je zijn oren ziet, een foto van voor en van achter. Heeft je kind veel haar, maak dit dan even nat of maak de foto als hij net uit bad komt, zodat je de vorm van zijn schedel goed kunt zien. Zo kun je zelf kijken of de vorm na verloop van tijd verandert. Deze foto's kun je eventueel ook meenemen naar de kinderfysiotherapeut en kinderosteopaat.
Zo herstelt een afgeplat hoofdje
Heeft je kind door een voorkeurshouding een afgeplat hoofd? Bij de meeste kinderen verdwijnt dit vanzelf als ze ouder worden, vaker op hun buik spelen, leren zitten en niet meer zoveel op hun hoofd liggen. Als het nodig kun je af en toe met je kind naar de kinderfysiotherapeut en/of de kinderosteopaat blijven gaan, zodat die kan kijken of je kind mijlpalen zoals kruipen en lopen zonder problemen doorloopt.
Waarom geen helmredressietherapie?
Zo'n tien jaar geleden zag je ineens regelmatig baby's met een helmpje op. De officiële term voor deze behandeling van een afgeplat hoofdje is helmredressietherapie. Over het nut hiervan zijn de meningen verdeeld. Bij deze therapievorm moet je baby ongeveer vier tot zes maanden lang, minimaal dertien uur per dag een speciale helm dragen.
De helm moet ervoor zorgen dat de schedel in de juiste vorm groeit, maar het is niet bewezen dat dit ook echt helpt. Daarom adviseert het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) deze vorm van therapie niet.
Deze baby draagt een redressiehelm.
In 2014 bleek uit een Nederlands onderzoek, waarbij 29 kinderfysiotherapiepraktijken betrokken waren, dat een helmbehandeling voor gezonde baby's met een matige tot ernstige schedelafplatting niet effectief is, veel geld kost en kan leiden tot bijwerkingen. Mocht je benieuwd zijn of helmredressietherapie jouw kind zou kunnen helpen, vraag hierover dan informatie aan een kinderarts of kinderfysiotherapeut.
Lees ook: Het babynestje: zo gebruik je het veilig
Bronnen: NJC, Kinderneurologie , EenVandaag, BMJ, Osteopathiekuilboer.nl