Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 
slaapregressie bij baby die in bed ligt

Slaapregressie bij je baby

Direct naar:

Als je baby slecht slaapt en je op internet op zoek gaat naar tips, kom je al snel de term ‘slaapregressie’ tegen. Wat is slaapregressie? Krijgt elke baby dit en hoe kun je je kind er doorheen helpen?

In samenwerking met expert

Inge de Heer

Kinderslaapcoach & Kindertherapeut

Wat is slaapregressie?

Een slaapregressie is een periode waarin je baby slechter slaapt. Je baby wordt ’s nachts regelmatig wakker en kan vervolgens niet of moeilijk meer in slaap komen. Alle baby’s kunnen een slaapregressie krijgen: baby’s die altijd al wat moeilijker slapen, maar ook baby’s die voorheen altijd heel goed sliepen. Zo’n slaapregressie kan twee tot zes weken duren. Hoewel iedere baby slaapregressies doormaakt, heeft de ene baby er meer last van dan de andere.

Advertentie

Lees ook: Dit zijn de beste slaaptrainers voor kinderen van dit jaar

Oorzaak

De theorie achter slaapregressies is dat wanneer de hersenen van je kind zich focussen op het leren van een nieuwe vaardigheid, zoals omrollen of lopen, die ontwikkeling ook ’s nachts verdergaat. Je kind moet al die nieuwe informatie verwerken. Hij blijft zijn nieuwe vaardigheid als het ware herhalen in zijn hersenen, terwijl hij eigenlijk moet slapen. Zijn zenuwstelsel is tijdens zo’n periode actiever, waardoor hij lichter en moeilijker slaapt.

Als je kind midden in een slaapregressie zit, zit jij misschien met je handen in het haar. Het helpt om te bedenken dat dit tijdelijk is én dat slaapregressie eigenlijk vooruitgang betekent. Het is een teken dat je baby zich ontwikkelt. Het is nu misschien even pittig en vermoeiend, maar na deze fase heeft je kind flinke stappen gemaakt.

Lees ook: Zo hou je gebroken nachten lang(er) vol.

Slaapregressie en sprongetje: het verschil

Een slaapregressie is iets anders dan een sprongetje, hoewel baby’s ook onrustiger kunnen slapen als ze een sprongetje doormaken. Het verschil tussen beide? Een sprongetje gaat om een mentale ontwikkeling bij je baby, terwijl een slaapregressie optreedt als je baby een motorische vaardigheid aan het leren is. De slaapregressies zitten vaak tussen de sprongetjes in.

Lees meer: Alles over sprongetjes en de 3 H’s

Advertentie

Wanneer zijn de slaapregressies?

Er zijn vijf slaapregressies in de eerste twee levensjaren van je kind. Een slaapregressie vindt plaats op momenten dat kinderen aanwijsbaar grote stappen zetten in de ontwikkeling. In een periode van een slaapregressie bereikt je kind nieuwe mijlpalen, zoals leren omrollen, leren zitten of leren lopen.

Je kunt de slaapregressie verwachten rond:

4 maanden: De eerste slaapregressie is voor veel baby’s ook meteen de meest heftige. Tijdens deze slaapregressie is je baby 4 maanden oud en verandert de slaapcyclus van je baby permanent.

8 maanden: Veel baby’s krijgen rond de 8 maanden oud weer een slaapregressie. Ze gaan van drie naar twee slaapjes overdag.

12 maanden: Rond z’n eerste verjaardag maakt je kind ook een slaapregressie door. Dit heeft te maken met de grote vooruitgang in zijn motorische ontwikkeling, zoals leren staan of lopen, maar ook omdat zijn taalontwikkeling een sprong maakt. Nu je kind kan zitten en staan, wil hij dat waarschijnlijk ook doen in zijn ledikant. Daardoor gaat hij moeilijker slapen. Laat hem zijn gang gaan, zodat hij er zelf achter komt dat hij moet gaan liggen om in slaap te vallen. Als jij steeds de kamer binnenkomt om hem neer te leggen, blijft je dreumes juist wakker.

Advertentie

Lees ook: Vanaf deze leeftijd kun je de eerste woordjes verwachten

18 maandenRond deze periode maken veel dreumesen de overstap van twee slaapjes naar één slaapje overdag. Dat kan wederom gepaard gaan met slaapproblemen. Denk aan moeilijker in slaap komen tijdens het middagdutje, of juist ’s nachts slechter of korter slapen omdat je kind overdag te veel uren heeft geslapen. Daarnaast speelt verlatingsangst een rol bij deze slaapregressie: bij veel dreumesen is dat nu op het hoogtepunt. De slaapregressie valt samen met een grote stap in de taalontwikkeling.

2 jaar (24 maanden)De ‘terrible two’s’ zijn aangebroken en dat merk je ook in het slaappatroon van je kind. Je peuter wordt zich steeds bewuster van zijn eigen wil en laat die ook duidelijk merken. Misschien wel het favoriete moment van een peuter om zijn eigen wil te laten horen, is (helaas) als hij naar bed moet. Sommige peuters weigeren hun middagdutje, anderen worden heuse nachtbrakers.

Symptomen

Iedere baby krijgt te maken met slaapregressies, maar baby’s reageren hier heel verschillend op. Bij sommige kinderen merk je vrijwel niets, terwijl andere kinderen hun ouders de hele nacht wakker houden. De kenmerken verschillen dus per kind, maar hieraan kun je een slaapregressie herkennen:

  • Je baby wordt ’s nachts vaker wakker op willekeurige momenten
  • Je kind komt moeilijk of niet in slaap als hij ’s nachts wakker wordt
  • Je baby wordt ’s ochtends opeens erg vroeg wakker
  • Je baby wil overdag niet slapen of doet hele korte dutjes
  • Of hij doet juist extreem lange dutjes overdag (langer dan 3 uur)
  • Vanaf 8 maanden: verlatingsangst
  • Je baby is huileriger dan normaal
  • Je kind heeft minder trek in eten

Lees ook: Dit zijn de meest voorkomende slaapproblemen bij baby’s

Hoe lang duurt het slechter slapen?

Er staat geen vast aantal dagen of weken voor een slaapregressie. Je merkt dat je baby slechter slaapt, en op een gegeven moment merk je dat de nachten weer beter gaan, of dat er een nieuw slaapritme is. Dat kan na een paar dagen al zo zijn, maar een periode van slecht slapen kan ook zes weken duren. Het verschilt per kind én het kan ook per slaapregressie verschillen hoe lang je kind er last van heeft.

Lees ook: Mijn baby wil niet slapen, wat nu?

Wanneer is een slaapregressie voorbij?

Het is lastig te zeggen wanneer een slaapregressie precies begint en eindigt. Bij de ene baby merk je het heel duidelijk als er een slaapregressie aanbreekt, omdat zijn slaapritme plotseling totaal verandert. En een andere baby kan er weinig last van hebben, waardoor hij erdoorheen rolt zonder dat jij er iets van merkt.

Een slaapregressie heeft ook geen vaststaand einde. Tijdens een slaapregressie verandert het slaappatroon van je kind immers. Het ene kind is daar sneller aan gewend dan het andere kind. Daarnaast kan je kind tijdens een heftige, lange slaapregressie bepaalde gewoontes of slaapassociaties aanleren die hij ook ná de slaapregressie nodig heeft om in slaap te vallen. Dit moet je hem dan weer afleren.

Slaapregressie dreumes

Rond 18 maanden ontdekt een kind dat hij kan kiezen en nee kan zeggen. Je dreumes kan dan het besluit nemen: ik ga niet slapen. Ook bij deze slaapregressie is het goed om te bedenken dat hij dit niet doet om jou te pesten. Maar hij is misschien wél aan het uitproberen wat zijn ‘nee, ik slaap niet’ voor reactie oplevert. Word niet boos, maar blijf wel consequent. Probeer je te houden aan het slaapritme. Dat je kind niet wil slapen, hoeft niet te betekenen dat hij niet moe is. Merk je dat hij zijn slaap echt nodig heeft, laat hem dan wel zijn dutjes doen. Al zijn ze korter dan je gewend was, of al lukt het alleen op de bank, in de wandelwagen of in de auto. Ook dit gaat voorbij.

Slechter slapen peuter

Wil je peuter ’s middags niet meer slapen? Probeer toch door te zetten. Leg je peuter gewoon in bed en geef aan dat hij even mag rusten. Zeg niet dat hij ‘moet’ slapen, want dan heb je kans dat hij zich verzet. Haal de druk eraf door te zeggen dat rusten en lekker liggen ook mag. Al rust hij maar even, dat doorbreekt toch de drukte van een dag en laadt hem op. Wie weet, valt hij wél in slaap. Het kan ook zijn dat hij na een paar weken volhouden ineens weer slaapt tussen de middag. De meeste kinderen hebben pas halverwege of aan het einde van hun derde levensjaar geen middagdutje meer nodig.

Lees ook: Wanneer geen middagdutje meer?

Slaapregressie: laten huilen?

Vroeger was het advies om een baby zichzelf in slaap te laten huilen, maar inmiddels is wetenschappelijk aangetoond dat dit schadelijk kan zijn voor de hersenen en het hechtingsproces. Een baby stopt uiteindelijk misschien wel met huilen, maar dat betekent niet dat hij zichzelf heeft getroost. Het betekent dat hij het vragen om hulp heeft opgegeven, terwijl hij wél hulp nodig heeft. Een baby kan zijn emoties en stress nog niet zelf reguleren. Uit onderzoek blijkt dat baby’s die huilend in slaap vallen, te veel cortisol in hun lichaam hebben. Dit stresshormoon kan de hersenontwikkeling van een baby aantasten. Wanneer een baby niet wordt getroost als hij stress heeft, kan dit bovendien een negatief effect hebben op de hechting met zijn ouders.

Een dreumes of peuter kun je wel even laten jengelen of dreinen. Met huilen laat je kind weten dat hij het er niet mee eens is dat hij moet slapen, en dat is niet erg. Ook hoef je niet op elke kik te reageren: je kunt je kind ook even de kans geven om zelf in slaap te vallen. Gaat hij hard huilen of schreeuwen of klinkt het huilen angstig, ga dan wel altijd naar je kind toe.

Lees ook: Alles over huilen en troosten

Slaapprogressie

Naast de term slaapregressie hoor je ook weleens de term slaapprogressie voorbijkomen. Deze termen komen op hetzelfde neer, maar slaapprogressie klinkt een stuk positiever. Regressie betekent immers achteruitgang, terwijl progressie juist vooruitgang of verbetering betekent.

De term slaapregressie wordt in Nederland het meest gebruikt. Je kind gaat een periode slechter slapen, dus er lijkt misschien sprake van achteruitgang. Slaapcoaches spreken juist liever van slaapprogressie. Tijdens zo’n periode van slechter slapen maakt je kind immers een ontwikkeling door en bereikt allerlei mijlpalen, zoals omrollen of lopen. En als de slaapprogressie achter de rug is, slaapt je kind juist beter dan vóór die periode. Zijn slaapcyclus is dus verbeterd.

Tips: zo help je je kind

Hoe jouw baby op een slaapregressie reageert, kun je niet voorspellen of beïnvloeden. Je kunt je baby er wel doorheen helpen, met onderstaande tips:

  • Laat je baby merken dat je er voor hem bent. Zo’n periode waarin hij iets nieuws leert en minder slaapt, voelt voor hem ook onrustig en wiebelig. Hij kan jouw aandacht en liefde goed gebruiken. Knuffel en troost hem als hij het moeilijk heeft. Als je baby voelt dat jij er voor hem bent en dat hij veilig is, is de kans groter dat hij beter slaapt.
  • Laat je baby niet alleen huilen. Even jammeren is niet erg, maar als je baby echt gaat huilen, blijf dan bij hem en troost hem.
  • Kijk of het oude slaapritme nog past, of dat het bijvoorbeeld tijd is om van drie naar twee slaapjes overdag te gaan. Is dit niet het geval, probeer dan het oude ritme zo goed mogelijk aan te houden. Ineens gaat het weer goed en is de slaapregressie voorbij.
  • Blijf je houden aan een vast slaapritueel. Gebruik dit slaapritueel elke keer als je je baby in bed legt. Het tijdstip verandert misschien door de slaapregressie, maar probeer de stappen van het ritueel zelf in stand te houden. Lees hier hoe je je eigen slaapritueel ontwikkelt.
  • Zorg dat de babykamer goed donker is. Tijdens een slaapregressie slapen baby’s lichter en worden ze sneller wakker als het licht wordt.
  • De ideale temperatuur op de slaapkamer is 15 tot 18 °C. Zorg dus dat je baby het niet te warm of te koud heeft.
  • Je kunt een white noise apparaat Veel baby’s slapen makkelijker bij dit rustgevende geluid, dat andere geluiden dempt.
  • Verdiep je in de ontwikkeling van je kind: in welke fase zit hij? Wat is hij aan het leren en hoe kun je hem daar overdag bij helpen?
  • Houd in gedachten dat je baby er niks aan kan doen. Hij slaapt niet bewust slecht. Door te blijven bedenken dat je kind het niet kan helpen, is het beter vol te houden en voorkom je dat je boos op hem wordt.
  • Zorg goed voor jezelf. Lucht je hart, regel tijd voor jezelf, eet gezond, ga sporten als je een uitlaatklep nodig hebt. Jouw welzijn en energie zijn essentieel om goed voor je baby te kunnen zorgen
  • Nog een belangrijke tip: doe het niet alleen. Een slaapregressie bij een baby kan je behoorlijk opbreken, zeker als je er ’s nachts keer op keer uit moet. Wissel dus af met je partner, of vraag af en toe hulp aan familie of een goede vriendin. Misschien kan iemand overdag een paar uurtjes oppassen, zodat jij even kunt bijtanken op bed. Kom je er niet uit met de slaapproblemen van je kind? Dan kan een slaapcoach misschien uitkomst bieden. Ga bij twijfels over de gezondheid van je kind naar de huisarts.

Lees ookSlaapritme baby: hoeveel slaapt een baby?

Dit artikel is tot stand gekomen en goedgekeurd door artsen en andere (medische) deskundigen van het Ouders van Nu expertteam.

Bronnen: Centrum Jeugd en GezinGGD

Alles om je baby lekker te laten slapen:

Inge de Heer

Kinderslaapcoach & Kindertherapeut

Inge helpt kinderen en ouders die vastlopen op verschillende gebieden. Inge is getrouwd met Wouter en samen hebben ze 2 kinderen. Als kinderslaapcoach heeft zij sinds 2016, haar praktijk de Kinderslaapcoach. Dagelijks helpt ze ouders, als gecertificeerd Gentle Sleep coach, om de gedragsmatige slaapproblemen van haar kinderen op een liefdevolle manier aan te pakken. De kinderen zijn in de leeftijd van 18 jaar. Inge is medeoprichter van de Nederlandse Beroepsvereniging voor Kinderslaapcoaches.

Lees meer over
Commercieel – Nina.care – Offer

Op zoek naar een au pair? Plaats vandaag nog een oproep!

Nina.care