
Column Sanne over de jongste zijn thuis: 'Laat mij maar, want ik kan dat beter'
Onze columnist Sanne Kuipers is journalist én parttime pedagogisch medewerker bij de kinderopvang. In haar eerste column voor ons schrijft ze over hoe kinderen leren zelf dingen te doen. Wat best lastig kan zijn, als je een oudere zus of broer hebt.
Ik was een jaar of 5 en speelde met mijn twee oudere zussen in de tuin. Lisa, de oudste, zei tegen me: ‘Jij doet mee voor spek en bonen, want je bent nog klein.’ Blijkbaar had ik deze zin vaker gehoord, want ik wist meteen wat ze bedoelde. We deden tikkertje en zelf zou ik nooit de tikker hoeven zijn.
Prutsen
Ik vond het wel makkelijk dat er voor mij andere regels golden. Blijkbaar snapte ik er geen fluit van en was ik te jong. Ook andere dingen gingen op deze manier. Een zakje chips werd voor me opengemaakt en veters hoefde ik niet te strikken. In het zeldzame geval dat ik zelf zat te prutsen, kwam er een zus aangesneld.
Lees ook: Waarom zelfredzaamheid belangrijk is voor je kind
‘Laat mij maar, want ik kan dat beter,’ werd er dan gezegd. Handig om van die mensen te hebben die alles voor je regelen. Uiteindelijk probeerde ik dingen niet eens zelf meer uit. Dat zou toch niet goed gaan, dacht ik. Iets waar ik later nogal mee in de problemen kwam. Ik had weinig zelfvertrouwen en de gedachte dat ik iets niet kon, spookte altijd door mijn hoofd.
Zelf smeren
Nu werk ik al meer dan tien jaar met veel plezier in de kinderopvang. Er zijn ontzettend veel kinderen door mijn handen gegaan, maar sommige blijven je bij. Gijs bijvoorbeeld. Hij was al bijna 4 jaar toen hij bij ons binnenkwam. Een verlegen jongetje met kuiltjes in zijn wangen. Met zijn guitige lach wist hij ons gelijk om zijn vinger te winden.
Maar toen het tijd was om aan tafel te gaan, merkte ik iets op. Het is namelijk de bedoeling dat kinderen zelf hun boterham smeren. Vanaf 2 jaar geven we ze een mesje met wat boter. Dan vinden we het niet erg dat de boter in het begin alleen in hun haar terechtkomt. Ze leren het wel. Vooral als ze thuis oefenen.
Lees ook: Wat is het beste broodbeleg voor je baby?
Drie grote broers en een zus
Gijs wilde graag pindakaas op zijn brood, maar smeerde niet zelf. Hij keek naar zijn mes en toen weer naar mij. Ik deed voor hoe het moest, maar er gebeurde niets. Behalve dan dat hij steeds bedroefder ging kijken. Toen begon me iets te dagen.
‘Gijs? Hoeveel broers en zussen heb je ook alweer?’, vroeg ik. Er brak een grote glimlach door op zijn gezichtje. De kuiltjes in zijn wangen werden nog dieper. ‘Drie grote broers en ehh één zus.’ zei hij op zijn vingers natellend.
Ik begon te lachen. ‘En die doen alles voor je?’ Gijs knikte driftig. Met een lach legde ik hem uit dat het niet erg was als het verkeerd zou gaan. Dat het juist heel leerzaam was om het fout te doen.
Hij keek me schaapachtig aan, maar begon wel zijn eigen boterham te smeren. Het duurde lang en hij gaf het halverwege bijna op. Toch hielp ik hem nergens mee. Uiteindelijk was zijn boterham inclusief het hele bord besmeurd met pindakaas. Zijn stralende gezichtje zei alles. ‘Ik heb het zelf gedaan’, zei hij verbaasd, alsof hij het zelf niet kon geloven.
Tekst: Sanne Kuipers – Beeld: Getty images