Naar de kinderopvang, maar welke?
Veel kinderdagverblijven werken met wachtlijsten. Daarom is het slim om je al vroeg in de zwangerschap te verdiepen in het soort opvang dat straks het beste bij jullie past, en het aanbod in de buurt. Naast een kinderdagverblijf heb je ook andere vormen van kinderopvang, namelijk gastouderopvang, de BSO of een oppas. Hier lees je meer over de verschillende vormen van kinderopvang.
Het kinderdagverblijf
Een kinderdagverblijf, ook wel de crèche genoemd, biedt hele of halve dagen opvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Je kind wordt er door pedagogisch medewerkers verzorgd en begeleid in een groep. Vanaf welke leeftijd je je baby naar het kinderdagverblijf kunt brengen, verschilt per organisatie. Soms vanaf 6 weken, soms pas vanaf 3 maanden. Dit heeft ook te maken met de beschikbare plekken.
Kinderdagverblijven zijn geopend op werkdagen en ook tijdens schoolvakanties. In principe breng je je kind op vaste dagen, maar sommige kinderdagverblijven bieden ook flexibele contracten aan, voor mensen die bijvoorbeeld in diensten werken.
Wet Kinderopvang
De kinderopvang moet een veilige en gezonde plek zijn om je kind naartoe te brengen, en er moet aandacht zijn voor zijn ontwikkeling. Alle kinderdagverblijven moeten daarom voldoen aan de kwaliteitseisen en regels van de Wet Kinderopvang en de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK). Deze eisen en regels gaan bijvoorbeeld over de accommodatie, veiligheid, gezondheid, hygiëne, personeel en het pedagogisch beleid.
Controle van de kwaliteit
Alle kinderdagverblijven krijgen minimaal één keer per jaar een inspectie van de GGD. Daarbij controleert de GGD of de organisatie voldoet aan alle regels en verplichtingen. Hiervan wordt een inspectierapport gemaakt, dat je kunt inzien via het kinderdagverblijf zelf of via het Landelijk Register Kinderopvang. Voldoet een kinderdagverblijf niet aan de eisen, dan kan de gemeente waarschuwingen uitdelen en boetes opleggen.
Hoe vind je een geschikt kinderdagverblijf?
Je kunt bij de gemeente navragen welke mogelijkheden voor kinderopvang er in je buurt zijn, of kijk in het register. Kies een aantal locaties uit die in aanmerking komen en maak een afspraak voor een kennismaking. Bij zo'n bezoek krijg je een goede eerste indruk: vind je het een veilige, vrolijke plek, waar je je kind met een goed gevoel naartoe zou brengen?
De meeste kinderdagverblijven hebben een duidelijke visie en er is veel verschil in aanbod. Van het aanbieden van warme (biologische) maaltijden of een groene kinderopvang tot een kinderopvang waarbij buiten spelen centraal staat en kinderopvang bij de boer met dieren. Kijk dus goed naar het pedagogisch beleid en denk na of het bij jou als ouder en bij je kind past.
In het kennismakingsgesprek kun je vragen stellen over het pedagogisch beleid. Wat bieden ze kinderen aan verzorging en activiteiten, welke opvoedkundige visie houden ze aan? Ook kun je letten op de speelruimte buiten: ziet die er veilig en uitnodigend uit? Waar doet je kind zijn dutjes, waar wordt hij verschoond, is er een knusse hoek om even tot rust te komen? Ziet het er schoon en netjes uit?
Horizontale of verticale groepen?
Kinderdagverblijven werken met horizontale groepen (kinderen van dezelfde leeftijd bij elkaar) of verticale groepen (kinderen van 0-4 jaar bij elkaar). Beide opties hebben voor- en nadelen, hier lees je meer.
Tips bij een kinderdagverblijf kiezen
Allereerst krijg je bij de keuze van een kinderdagverblijf te maken met beschikbaarheid. In sommige woonplaatsen zijn de wachtlijsten lang, waardoor er misschien niet overal plek is als je je gaat inschrijven. Ben je aan het wikken en wegen, dan kun je hier ook aan denken:
Welke locatie is het handigst met brengen en halen, dus dichtbij huis, je werk of op de route?
Wat zijn de haal- en brenguren? Hoe relaxed (of niet) is dit met het oog op je werktijden?
Hoe groot zijn de groepen en welke leeftijden zitten bij elkaar?
Hoe is het eten, wordt er vers gekookt, is er ruimte voor eetwensen (biologisch, vegetarisch)? Welke tussendoortjes krijgen de kinderen, hoe gaan ze om met snoepen/zoetigheid?
Kunnen ze flexibel zijn met individuele behoeften, bijvoorbeeld wanneer een kind ergens niet aan wil meedoen of op andere tijden wil slapen of eten? Wat is het beleid als een kind driftig is, niet luistert of moeite met afscheid nemen heeft?
Wanneer mag een ziek kind wel en niet naar de crèche komen? De regels hiervoor kunnen per kinderdagverblijf verschillen.
Hoe houden ze je op de hoogte van het wel en wee van je kind? Bij het ene kinderdagverblijf werken ze met een logboek, bij het andere sturen ze elke dag filmpjes, en het is maar net wat je fijn vindt. En hoe vaak heb je een gesprek met de pedagogisch medewerkers?
Vind je duurzaamheid belangrijk, dan kun je vragen of ze daar iets aan doen, bijvoorbeeld met wasbare luiers.
Je kunt je ook verdiepen in de organisatie achter het kinderdagverblijf. Is dit een grote organisatie met veel locaties, of een zelfstandig kinderdagverblijf? Hoe zit het met het verloop van personeel?
Wat kost het kinderdagverblijf?
Ook niet onbelangrijk om op te letten bij je keuze: prijsverschillen tussen kinderdagverblijven. Die mogen namelijk zelf hun uurtarieven bepalen, dus wat je uiteindelijk betaalt kan uiteenlopen. De overheid stelt elk jaar maximum uurtarieven vast waarover je vergoeding kunt krijgen via de kinderopvangtoeslag. Rekent het kinderdagverblijf waar je je kind naartoe wilt brengen een hoger uurtarief, dan moet je het verschil zelf betalen. Hier lees je meer over de maximum uurtarieven en hoe je de kinderopvangtoeslag kunt berekenen.
Gratis kinderopvang
Al jaren zijn er plannen om de kinderopvang (bijna) gratis te maken voor werkende ouders. De kinderopvangtoeslag vervalt dan. De reden daarvan is dat het huidige systeem best ingewikkeld is en kan leiden tot fouten en daarmee financiële problemen. Het kabinet wil het nieuwe systeem vanaf 2027 in laten gaan. Niet iedereen is overtuigd dat het werkt: er wordt bijvoorbeeld gevreesd voor een nóg groter personeelstekort in de kinderopvang.
Kinderopvang: wat moet je regelen?
Heb je een keuze gemaakt, schrijf je dan zo snel mogelijk in. Als je direct na je verlof kinderopvang nodig hebt, moet je je vaak al vrij vroeg in de zwangerschap inschrijven. Eigenlijk best gek: je weet nog niet wanneer je baby wordt geboren en wanneer je dus precies weer gaat werken. De meeste kinderopvangorganisaties willen daarom graag dat je doorgeeft wanneer je bent bevallen en per wanneer je de opvang wilt laten ingaan.
Tegen het eind van je verlof heb je vaak een intakegesprek met de pedagogisch medewerkers van de groep waar je baby in komt. Met hen heb je in de praktijk ook het meeste contact en tijdens het intakegesprek kun je ze belangrijke informatie over je baby geven. Bijvoorbeeld over de voedingen en slaapjes (zit daar al een ritme in?), hoe je baby getroost wil worden en hoe hij het beste in slaap valt. Deze 'weetjes' helpen de pedagogisch medewerkers om je baby te leren kennen, en dat helpt hem om zich meer thuis te voelen op het kinderdagverblijf.
Wennen aan de fles
Op de crèche krijgt je baby de fles. Dit kan jouw gekolfde moedermelk zijn of flesvoeding. Geef je volledige borstvoeding, laat je baby dan op tijd wennen aan de fles. En wat als je baby de fles weigert? Hier lees je meer.
Baby wennen op de kinderopvang
Elk kinderdagverblijf moet een wenbeleid hebben. Dat betekent dat je een aantal wenmomenten afspreekt, om je baby rustig te laten kennismaken met de crèche. Bij veel kinderdagverblijven blijven de ouders erbij tijdens het wennen. Je krijgt dan een goed beeld van het reilen en zeilen en het voelt veilig voor je baby als jij er eerst nog bij bent. Ook kunnen de leidsters meekijken hoe jij je baby voedt, verschoont en in bed legt.
Ouders vinden het wennen vaak lastiger dan hun baby. Geen wonder: je verlof zit er bijna op en straks ga je je baby op werkdagen echt 'loslaten'. Bespreek of je het wennen kunt opbouwen. De eerste keer bijvoorbeeld maximaal twee uur, daarna wat langer. Het verschilt per organisatie hoeveel wenmomenten er mogelijk zijn.
Lees ook: Weer aan het werk na je verlof, 6 tips
Zo ziet een dag op het kinderdagverblijf eruit
Over het algemeen bepalen de voedings-, verzorgings- en slaapmomenten de dagstructuur op het kinderdagverblijf. Bij baby's wordt het ritme van thuis zoveel mogelijk aangehouden, dreumesen en peuters eten en slapen vaak op vaste tijden en doen ook meer activiteiten tussendoor.
Tussen het slapen en voeden door kan je baby spelen in de (grond)box of op de mat, of lekker rondkruipen over de grond. En uiteraard is er volop aandacht van de pedagogisch medewerkers. Op sommige kinderdagverblijven werken ze met draagdoeken, zodat baby's bij hun vertrouwde leidsters tot rust kunnen komen.
Kinderdagverblijven zijn zo ingericht dat kinderen er vrij en veilig kunnen lopen, klimmen en glijden. Pedagogisch medewerkers spelen in op de ontwikkeling, en bieden passende activiteiten aan. Denk aan voorlezen, liedjes zingen, op een gegeven moment ook vingerverven, knutselen en spelen met zand en water. Daarbij wisselen ze intensieve en rustige activiteiten af. Soms zijn er ook uitjes, zoals samen naar het bos of een kindervoorstelling.
Meestal eten de kinderen tussen de middag samen brood of een warme maaltijd, en is er in de ochtend en middag fruit of een ander tussendoortje. Tussen de middag gaan de kinderen die dit nog nodig hebben slapen. Soms blijft een medewerker bij de slapende peuters en zorgt zij ervoor dat ze in ieder geval een uurtje rusten.
10-minutengesprek op de kinderopvang
Bij het kinderdagverblijf krijgt je kind een mentor toegewezen, dit is een van de pedagogisch medewerkers op zijn groep. Zij houdt bij hoe het met je kind gaat op het kinderdagverblijf. Tijdens een 10-minutengesprek (meestal twee keer per jaar) bespreken jullie de ontwikkeling van je kind, hoe hij zich voelt in de groep, of er aandachtspunten zijn en of jij nog specifieke wensen hebt voor de omgang met je kind.
Als het nodig is kan de mentor ook advies geven over extra ondersteuning of hulpverlening bij de ontwikkeling van een kind. Je kunt natuurlijk ook tijdens het halen en brengen even vragen hoe het met je kind gaat.
Tip: Zo bereid je je goed voor op het 10-minutengesprek
Tweeling naar de kinderopvang: apart of samen?
Meestal gaan broers en zusjes naar dezelfde kinderopvang: wel zo praktisch. Bij verticale groepen kunnen ze ook in dezelfde groep terechtkomen. Bij tweelingen werd vroeger gedacht dat het beter was om ze in aparte groepen te zetten. Zo zou kunnen worden voorkomen dat ze afhankelijk van elkaar worden, en het zou hen helpen bij het ontwikkelen van een eigen identiteit. Volgens experts is dat idee achterhaald, en uit verschillende Nederlandse onderzoeken blijkt dat het zelfs schadelijk kan zijn om jonge tweelingen te scheiden.
Een tweeling in aparte groepen zetten is onnatuurlijk, ze zijn immers altijd samen geweest. Ook zouden ze op het kinderdagverblijf ineens hun ouders missen en óók nog hun tweelinghelft. Het kan ze onzeker en angstig maken. Juist als ze samen zijn en zich veilig voelen, ontwikkelen ze het zelfvertrouwen om later ook dingen zonder elkaar te doen. Breng ze dus vooral gezellig samen naar het kinderdagverblijf!
Bronnen: Rijksoverheid.nl, BOink.nl, NVOM.nl