Mijn kind is ziek, mag hij naar de opvang?
Het overkomt alle ouders met een kind dat naar de kinderopvang gaat: ineens word je op je werk gebeld omdat hij ziek is. Of bij het opstaan blijkt hij een snotneus of verhoging te hebben. Is hij duidelijk hartstikke ziek, dan bel je je werk af en blijf je thuis. Maar er zijn ook twijfelgevallen. Wat zijn dan de regels?
Een kind dat zich erg ziek voelt, kan het beste rustig thuis uitzieken. Een ziek kind voelt zich thuis bij zijn ouders het prettigst. De drukte van een groep kinderen zal hem al gauw te veel zijn, terwijl hij juist rust nodig heeft als hij ziek is. Ook voor het kinderdagverblijf is het belangrijk dat je kind thuis blijft als hij echt ziek is. Anders kan hij andere kinderen of medewerkers besmetten met een virus of bacterie. Elke kinderopvangorganisatie heeft een eigen ziektebeleid, maar de regels verschillen niet veel. Ook volgt de kinderopvang de richtlijnen van het RIVM en de GGD.
Tip: Hier koop je verschillende thermometers
Kind koorts/ziek op de kinderopvang: de regels
Bij veel kinderdagverblijven mag een kind niet worden gebracht als hij een temperatuur van meer dan 38,5 graden heeft. Maar ook zonder koorts of verhoging kan je kind zich ziek voelen. De pedagogisch medewerkers letten daarom ook op andere signalen. Drinkt je kind niet goed en heeft hij minder eetlust? Speelt hij weinig, voelt hij zich lamlendig of huilt hij veel?
Dit zijn allemaal signalen die erop kunnen wijzen dat je kind ziek is. Steeds meer kinderdagverblijven kijken niet strikt naar het aantal graden verhoging, maar naar hoe het kind zich voelt en gedraagt. In hun regels vind je dan ook geen exacte temperatuur, maar wordt het gedrag van het kind beschreven.
Lees ook: Alle kinderziektes op een rij én hoe je ze herkent
Hoe snel moet je een ziek kind ophalen van de kinderopvang?
Wordt je kind ziek op het kinderdagverblijf, dan belt de pedagogisch medewerker jou of je partner. Je hoeft je kind niet altijd meteen op te halen. Bij twijfel kun je ook afspreken hoelang ze het nog aanzien en bij welke symptomen of gedrag ze je opnieuw bellen.
Lees ook: Calamiteitenverlof als je kind ziek is, wat houdt dat in?
Besmettelijke ziektes
Bij een besmettelijke ziekte, als de waterpokken of de zesde ziekte, hoef je je kind niet per se thuis te houden. Dit heeft namelijk niet altijd zin, omdat de besmetting vaak al plaatsvindt voordat er klachten of symptomen ontstaan. Je kind thuishouden helpt dan niet voorkomen dat andere kinderen op de opvang, hun ouders of de medewerkers de ziekte krijgen.
Wel vormen sommige besmettelijke ziekten of aandoeningen een risico voor zwangere vrouwen of jonge baby's. In dat geval is het belangrijk om de kinderopvang op de hoogte te brengen. Zij kunnen hun medewerkers informeren en eventueel andere ouders waarschuwen. Daarvoor kunnen ze advies krijgen van de GGD, waar ze sommige ziekten ook moeten melden. Zo kan worden bijgehouden of er een uitbraak is.
Lees ook: Vlekjesziekten, welke zijn er en hoe zien de vlekjes eruit?
Vaccinaties en de kinderopvang
Tegen sommige besmettelijke ziektes kan je kind worden beschermd met vaccinaties van het Rijksvaccinatieprogramma. Of een kinderopvang ongevaccineerde kinderen mag weigeren, is constant onderwerp van discussie en wetsvoorstellen. Het is op dit moment onduidelijk of een kinderopvang ongevaccineerde kinderen mag weigeren. De meeste kinderdagverblijven voeren hierop hun eigen beleid.
Wanneer mag een ziek kind (niet) naar het kinderdagverblijf?
Als je kind ziek is of een besmettelijke aandoening heeft, kun je het beste bij je eigen kinderopvangorganisatie navragen of je hem wel of niet mag brengen. En je brengt je kind alleen als je denkt dat hij zich verder goed voelt. Meestal zijn dit de regels bij veel voorkomende ziekten en aandoeningen:
Griep – als je kind geen koorts meer heeft en goed eet, drinkt en speelt, mag hij naar de kinderopvang.
RS-virus – je kind mag naar het kinderdagverblijf, maar breng de medewerkers op de hoogte. Zij kunnen met de GGD overleggen of andere ouders moeten worden ingelicht. Soms adviseert de GGD extra maatregelen.
Hand-voet-mondziekte – als je kind zich verder goed voelt, mag hij naar de kinderopvang. Deze ziekte is al besmettelijk voordat je symptomen hebt.
Diarree en braken – met het rotavirus en het norovirus mag je kind weer naar de kinderopvang als hij geen koorts meer heeft en zich verder ook goed voelt. Breng de kinderopvang altijd op de hoogte als je kind diarree heeft en/of moet braken.
Oorontsteking en oogontsteking – je kind mag naar de kinderopvang. Breng de medewerkers wel op de hoogte als de ooginfectie mogelijk is ontstaan door het herpesvirus.
Hoofdluis – je kind hoeft niet thuis te blijven, maar je moet wel direct beginnen met behandelen. Ook moet de opvang de ouders van de andere kinderen informeren dat er hoofdluis is geconstateerd, zodat zij hier bij hun kind op kunnen letten. Alles over hoofdluis bestrijden.
Mazelen – thuisblijven hoeft niet. Besmetting vindt al plaats vóór de eerste symptomen.
Rodehond – overleg met de opvang. Rodehond kan gevaarlijk zijn voor zwangere vrouwen, dus het is belangrijk dat andere moeders en medewerkers op de hoogte zijn.
Roodvonk – je kind thuishouden hoeft niet, maar breng de kinderopvang wel op de hoogte. Zij kunnen met de GGD overleggen of ze de andere ouders moeten informeren.
De bof – je hoeft je kind niet thuis te houden, maar de bof kan gevaarlijk zijn voor zwangere vrouwen in het eerste trimester. Breng de kinderopvang dus wel op de hoogte.
Zesde ziekte – je kind mag naar de kinderopvang.
Kinkhoest – je kind mag naar de kinderopvang. Thuisblijven helpt niet voorkomen dat anderen op de opvang ziek worden.
Krentenbaard – overleg met de kinderopvang. Meestal kan je kind gewoon komen als de plek goed kan worden afgedekt. Wel kan de opvang in overleg met de GGD andere ouders informeren. Krentenbaard kan in zeldzame gevallen SSSS (Staphylococcal scalded skin syndrome) veroorzaken, een huidaandoening die gevaarlijk is voor jonge baby's.
Koortslip – je kind mag naar de kinderopvang, maar breng de medewerkers wel op de hoogte. Het herpesvirus dat een koortslip veroorzaakt kan erg gevaarlijk zijn voor baby's jonger dan 4 maanden.
Schurft – een kinderopvangcentrum moet schurft melden bij de GGD. Laat het dus altijd weten als je kind schurft heeft. Thuishouden is niet verplicht, maar je kind moet wel meteen behandeld worden, net als de rest van jullie gezin.
Corona – er gelden voor corona geen andere regels dan voor andere luchtweginfecties.
Waterpokken – je kind mag naar de kinderopvang. Die kan in overleg met de GGD wel de andere ouders op de hoogte brengen dat er waterpokken heerst.
Kinderdagverblijf: goed voor de weerstand
Op de crèche bouwt je kind tegen allerlei ziektes immuniteit op. Dat helpt hem om later beter bestand te zijn tegen infecties, blijkt uit onderzoek. Gaat je kind pas na 2,5 jaar voor het eerst naar de opvang, dan is dit positieve effect er niet. Zo werkt het afweersysteem van je kind
Wanneer mag een ziek kind naar de BSO?
Ook elke buitenschoolse opvang heeft een ziektebeleid. Daarin is vaak iets meer speling dan op een kinderdagverblijf. Natuurlijk zijn er ook daar regels, maar op een BSO kan een kind zich vaak wel even terugtrekken en tot rust komen als hij daar behoefte aan heeft. Ook is er iets meer ruimte voor als hij juist behoefte heeft aan een-op-eenaandacht.
De meeste BSO's zullen kijken naar het kind: voelt die zich niet goed genoeg, dan mag hij niet naar de BSO. Ook moet je, net als op het kinderdagverblijf, soms rekening houden met besmetting. Twijfel je, overleg dan met de begeleiders op jullie BSO.
Voor veel (kinder)ziektes zijn de regels min of meer hetzelfde als op het kinderdagverblijf. Dit zijn extra aanvullingen:
Verkouden – je kind mag naar de BSO komen. Geef hem zakdoekjes mee en laat hem regelmatig zijn handen wassen om besmetting te voorkomen.
Koorts – het ene kind voelt zich hartstikke ziek met wat verhoging, terwijl het andere kind nog lekker speelt met 39,5 koorts. De BSO kijkt dus vooral hoe je kind zich voelt, en niet altijd per se naar de temperatuur. Voelt hij zich niet lekker, dan is dat voor de opvang een reden om jou te bellen zodat je je kind kunt ophalen.
Griep – je kind kan niet naar de BSO.
Luizen – je kind mag naar de BSO, maar moet wel meteen worden behandeld. Ontdekt een pedagogisch medewerker hoofdluis bij je kind, dan word je dus meestal gebeld om hem op te halen. Ook worden de andere ouders op de hoogte gebracht dat er hoofdluis is geconstateerd (zonder de naam van je kind te noemen), zodat ze hier alert op kunnen zijn bij hun kinderen.
Waterpokken – je kind mag naar de BSO, maar licht de pedagogisch medewerkers hier wel over in. Zij kunnen overleggen met de GGD of de andere ouders moeten worden geïnformeerd. Mocht je kind via de BSO naar zwemles gaan: dit mag pas weer wanneer de blaasjes van de waterpokken helemaal zijn ingedroogd.
Krentenbaard – je kind mag naar de BSO, maar vertel de medewerkers dat hij krentenbaard heeft. Zij kunnen in overleg met de GGD andere ouders op de hoogte brengen.
Koortslip – je kind mag naar de BSO, maar meld het bij de begeleiders, want besmetting kan een risico zijn voor zwangere vrouwen en is gevaarlijk voor pasgeboren baby's.
Vijfde ziekte – je kind mag naar de BSO, maar meld het bij de begeleiders, want de vijfde ziekte kan gevaarlijk zijn voor zwangere vrouwen.
Ringworm of zwemmerseczeem – met een schimmelinfectie is je kind gewoon welkom op de BSO. Het is besmettelijk, maar niet ernstig en goed te behandelen.
Lees ook: Mag een kind met waterpokken vliegen?
Bronnen: Kiddi.rivm.nl, RIVM.nl, Rijnstate.nl, Thuisarts.nl