Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 
weeën

Renskes bevalling duurde 7 minuten: ‘Het was één intens heftige pijnscheut die onhoudbaar was’

De een doet 48 uur over een bevalling, het andere uiterste had Renske (34). Midden in de nacht wordt ze wakker van een drukkende pijn in haar buik. Daarna: paniek.

Advertentie

Lees ook: Kort maar krachtig: dit zijn de voor- en nadelen van een stortbevalling

Alles behalve fijn

‘Mensen zeggen vaak: “Fijn, zo’n bevalling!” of “Ik zou ervoor tekenen.” Dan denk ik: fijn? Ik was totaal in paniek. Het was alles behalve fijn. Als ik mijn bevalling ter sprake breng, wordt er altijd meteen gereageerd met: ja, maar je was er wel zo vanaf. Ja, dat is zeker waar.

En nee, een bevalling van 48 uur, dat had ik inderdaad ook niet willen meemaken, maar dit was het andere uiterste. En ook echt geen pretje. Dit had ik van tevoren nooit kunnen bedenken.

Lekker slapen

Zelfs op de dag zelf heb ik niets gemerkt, nog geen steekje in mijn buik, niks. Het was een heel normale dag. Ik had thuis wat gerommeld, was ’s middags even naar de supermarkt geweest. Mijn vriend Sander was thuis bij Silke, onze oudste van toen 1 jaar.

’s Avonds keken we Spiderman op Netflix, niet echt mijn genre, maar je kijkt weleens wat mee. Rond half elf gingen we naar bed, lekker slapen. Dacht ik. Al zat er, veertig weken zwanger, natuurlijk wel in mijn hoofd: misschien begint het vannacht wel.

Advertentie

Een zware en pijnlijke wee

Om vier minuten over halfdrie werd ik wakker met een drukkend gevoel in mijn onderbuik. Ik dacht dat ik moest plassen. Ik klom het bed uit, dat al met klossen omhoog stond. Een drama om daar hoogzwanger al wekenlang uit te komen.

Meteen toen ik naar de badkamer was gewaggeld en op de wc ging zitten, voelde ik mijn vliezen breken. Ik werd overvallen door een ontzettend zware, pijnlijke wee. Zo herinnerde ik het me helemaal niet van mijn eerste bevalling.

Lees ook: Weeën: welke soorten zijn er en hoe herken je ze?

Intens heftig

Ik riep een beetje gesmoord, want Silke sliep op dezelfde verdieping: “Sander! Het begint!” Ik sleepte mezelf richting het bad, hing over de rand en hapte naar lucht. Wat ik voelde, was geen pijngolf die opkwam, afnam en weer opkwam. Niets zoals het beschreven staat in de boekjes of hoe het je verteld wordt op bevalcursussen.

Nee, het was één intens heftige pijnscheut die niet ophield en onhoudbaar was. Ik schreeuwde het uit, terwijl ik tegelijk amper kon praten. Dit is helemaal niet goed, dacht ik. “Bel de verloskundige. Bel nu.”

Advertentie

Nu al een perswee?

De verloskundige hoorde de paniek in Sanders stem en hoorde mij waarschijnlijk brullen op de achtergrond. Sander kreeg het advies me onder de douche te zetten om de pijn te verlichten. Ze zou er direct aankomen, zei de verloskundige verder.

Ik probeerde op handen en knieën naar de douche te kruipen. Zo’n 2,5 meter is dat, maar het leken kilometers. Terwijl ik dat deed, voelde ik een nog fellere wee. Een perswee! Dat had ik bij Silke nooit gevoeld, toen had ik een ruggenprik gekregen, maar nu wist ik precies dat dit een perswee was. Maar zó snel al, dat kón toch helemaal niet? Ik kon toch nog helemaal geen 10 centimeter ontsluiting hebben?

Tweede perswee

Ik riep Sander dat hij nog eens moest bellen. Dit kon niet goed zijn. Ik had op dat moment zo’n pijn dat ik tegen hyperventilatie aan zat. Of misschien was het van de schok. Of een combinatie van beide. Ik wist niet wat me overkwam of waar ik het zoeken moest.

De verloskundige was meteen in haar auto gesprongen, dus was al onderweg toen Sander haar voor de tweede keer aan de telefoon had en haar vertelde dat ik dacht dat ik persweeën had. Precies op dat moment had ik een tweede perswee. Ik voelde zelfs het hoofdje naar buiten komen. “Sander! Daar is ze al!”

Sander gooide z’n iPhone aan de kant en kon met één hand nog net onze dochter opvangen, die naar buiten glibberde. Ik zat nog steeds op handen en voeten in de douchecabine. Sander hield onder mij de baby vast. Loïs was er al.

Surreële toestand

Ik pakte wat handdoeken die voor het grijpen lagen en wikkelde ze om Loïs heen. Ze huilde. Ik was opgelucht, want dat was een goed teken. Mijn paniek zakte, het lukte me om tegen de muur van de douche te gaan zitten. Totaal uitgeput was ik. Loïs hield ik tegen mijn blote huid, de handdoeken over haar heen.

Sander had zijn telefoon inmiddels weer opgeraapt, de verloskundige hing nog aan de lijn. Ze adviseerde Sander om mij over te hevelen naar ons bed. Ik verklaarde hem voor gek. De baby zat nog met de navelstreng aan me vast, de placenta moest er nog uit, hoe moest ik dat hoge bed in komen? “Laat ons hier maar zitten,” zei ik.

Gelukkig was Sander iets doortastender. Heel voorzichtig trok hij me omhoog, de douche uit. Zo strompelden we samen richting het bed, terwijl we Loïs goed vasthielden. Het lukte om te gaan liggen en toen was ik toch wel heel blij dat ik die natte douche uit was. Vol verbazing staarden we naar Loïs om elkaar daarna weer lachend aan te kijken. Zo surreëel was het.

Even spannend

Een paar minuten later stond de verloskundige voor de deur. Wat was ik blij haar te zien, eindelijk iemand die er verstand van had. De verloskundige onderzocht Loïs meteen, ze deed testjes en maakte haar schoon. Intussen kwam ook de kraamzorg binnen en was het huis ineens vol.

Even werd het nog spannend. Als de placenta er binnen een uur niet uit zou zijn, moest ik alsnog naar het ziekenhuis. Dat zag ik echt niet zitten. Was ik thuis zonder verloskundige bevallen, zul je zien dat ik alsnog naar het ziekenhuis moest… Gelukkig kwam de placenta er op de valreep toch vanzelf uit.

Lees ook: Alles over de derde fase van de bevalling, als de placenta eruitkomt

Overlevingsstand

Een kamer verder lag Silke nog steeds te slapen, ze had helemaal niets van de bevalling meegekregen. Daar zijn we heel blij om, ik had er niet aan moeten denken dat we ons op dat moment ook nog om haar hadden moeten bekommeren. Gek genoeg was ik daar op het moment zelf totaal niet mee bezig. Ik stond denk ik echt op de overlevingsstand, de hele wereld om me heen was ik kwijt.

Uiteindelijk maakten we haar wakker om haar zusje te laten zien. Daarna haalden mijn ouders haar op, om half vijf ’s nachts. We hadden de afspraak dat zij haar zouden ophalen als de bevalling begon, dus zij stonden ook wel even te kijken toen we ze belden met de mededeling dat hun tweede kleindochter er al was.

Zeven minuten

Toen iedereen weg was, vielen wij met z’n drieën in slaap. Om half acht werden we opnieuw wakker en dat was zó bizar. Alsof we alles gedroomd hadden. Maar Loïs was er toch echt.

Zelf hadden we geen enkel benul van tijd gehad, later hoorden we van de verloskundige dat mijn bevalling zeven minuten had geduurd. Als we er tenminste van uitgaan dat het ongeveer een minuut duurde voordat ik vanuit het bed bij de wc was. Dat hebben we dan al ruim genomen.

Overkomen

We zijn nu zes maanden verder. Als ik aan de bevalling terugdenk, voel ik geen paniek meer. Al waren het wel de zeven meest beangstigende minuten van mijn leven.

De bevalling is me echt overkomen, ik heb Loïs’ geboorte niet bewust meegemaakt. Er zijn geen foto’s van. Dat vind ik jammer. Maar het geeft ook een gevoel van trots: dit hebben we toch maar mooi samen gedaan. En Sander heeft zijn eigen dochter kunnen opvangen, dat is ook heel speciaal.

Geen duizend mensen

Wat ik nog wel vaak heb gedacht: wat als dit in de supermarkt was gebeurd? Dan was ik tussen de aardappels en het fruit bevallen. Of wat als ik alleen met Silke thuis was geweest? Dat idee vind ik nog steeds eng.

Tegelijkertijd geloof ik erin dat je krijgt wat je aankunt, dus dan was het vast ook goed gekomen. En soms denk ik: misschien dat ik onbewust toch íéts heb aangevoeld. Sander wilde graag dat ik in het ziekenhuis zou bevallen. Ik kon de beslissing niet nemen, dus ik liet het open.

In mijn geboorteplan kwam ik ook niet verder dan de zin: “Ik wil geen duizend mensen aan mijn bed.” Silke werd zes weken te vroeg geboren in het ziekenhuis, terwijl een hele colonne mensen aan mijn bed stond. Dat hoefde voor mij geen tweede keer. Nou, die wens is in elk geval uitgekomen.

Vaste slaper

Hoe mijn bevalling zo snel heeft kunnen gaan, is niet duidelijk. Het kan zijn dat ik de ontsluitingsweeën niet voelde doordat ik sliep. Maar dan moet ik wel een heel vaste slaper zijn, want ik heb écht niks gevoeld.

De verloskundigen van mijn praktijk staan ook voor een raadsel. Ik sta bij hen nu bekend als ‘de vrouw van zeven minuten’. Dat is natuurlijk ook echt niks. Als ik Silke naar de opvang breng, ben ik langer bezig. Een vriendin zei laatst grappend tegen Sander dat het vast langer duurde om zijn dochter te maken dan om haar ter wereld te laten komen.’

Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine – Tekst: Marieke van Klooster, beeld: GettyImages

Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.

Redactioneel – Offer – Praktisch en veiligheid

Maak je huis kindveilig

Veilige traphekjes
Shop nu