Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 

Niet leuk, zo'n sip koppie...Maar hoe breng je een teleurstelling dan?

Je gunt ze de wereld en wilt ze vooral gelukkig zien. Maar ja, soms lopen dingen anders en moet je je kind teleurstellen. Niet leuk, zo’n sip koppie. Hoe kun je daar als ouder het beste op reageren? Paaien, smeren, omkopen? Of gewoon in een keer de spreekwoordelijke pleister eraf rukken en het slechte nieuws brengen?

Advertentie

Een donker wolkendek hangt dreigend boven de Waddenzee. Mijn man, een bakfiets met onze kinderen (3 en 4) en ik zijn onderweg naar onze jaarlijkse traditie op Terschelling: krabbetjes vangen. Het werkt ongeveer zo: op de steiger vlak bij het dorpje Lies doe je een touwtje met een steentje aan een stok, stukje spek of salami eraan, te water laten en niet veel later hengel je zo het ene na het andere krabbetje uit zee. Die je vervolgens verzamelt in een emmer met water. Aan het einde van de sessie zet je de gevangen krabben op het zand en doe je de wedstrijd welk krabbetje is het eerste terug gerend in zee?

Lees ook: Zo ontwikkelt een kind zich emotioneel

We zijn niet van suiker

Het is een van de hoogtepunten van onze week op Terschelling, elk jaar weer. Voor in de bak gieren mijn zoon en dochter het uit. Doet de wind trouwens ook, die loeit inmiddels zo hard dat ik bijna niet meer vooruitkom. Mijn man geeft me een duwtje in de rug.

Ik voel spetters. Tegen beter weten in hadden we onze wagen volgeladen, de weersvoorspellingen (windkracht 7) waren niet best. Maar we zijn niet van suiker en de kinderen hebben zo veel zin! Snel doe ik de mutsen over hun hoofd. Doorfietsen jij, zeg ik tegen mezelf. Alles om die gasten niet teleur te stellen. Mijn broek is bijna nat en een rukwind brengt me tot stilstand.

Pruillip

Ik vraag aan mijn man of dit nou wel zo’n slim idee is, zijn schuddende natte hoofd zegt genoeg. Ik kniel neer bij de bakfiets en zeg: ‘We keren om, het waait te hard om krabben te vangen. Dan waaien we zo van de steiger.’ De pruillip heeft geen tijd om tevoorschijn te komen. De eerste sirene gaat subiet af, dan de tweede. ‘Neeeeee,’ klettert het voor de dijk. Tranen met tuiten. Bakken met verdriet.

Advertentie

‘Sorry, het stormt bijna,’ zeg ik met een schuldgevoel tot aan Tanzania. Alsof ik een belofte niet nakom. ‘Jammer hè?’ en ik aai over hun natte bolletjes. Zonder nadenken zeg ik: ‘In het dorp is een speeltuin met een springkussen, zullen we daar anders heen? Kijken we morgen of we dan alsnog krabben kunnen vangen.’

Lees ook: Eerste hulp bij driftige peuters: tips van experts

Zwaktebod

Als ik even later in de zeikregen mijn vrolijke dochter op de schommel heen en weer duw, vraag ik me af: hebben we hier nou goed op gereageerd? Was het alternatief speeltuin niet een zwaktebod, omdat ik niet tegen die huilende teleurgestelde koppies kan? Probeerde ik hun verdriet te vervangen door iets vrolijkmakends? En hoe erg is dat nou helemaal?

Slim of slap?

Welkom bij de cursus omgaan met teleurstellingen. Ik ben zo’n ouder die het lastig vindt als zijn kind pijn heeft of verdriet. Dat wil ik dan voor ze oplossen of wegnemen. Nu weet ik ook dat je dat als ouder niet altijd kunt voorkomen, en dat ik ze met behoeden voor of wegnemen van ellende of teleurstellingen juist niet help of een onrealistisch beeld meegeef. Over het leven. Want hé, een tegenvaller, domper, deceptie, bittere pil, niets menselijks is ons vreemd.

Coronajaar: een grote teleurstelling

Ook in mijn leven gingen er vaak dingen anders dan ik had bedacht. Zoals die keer dat ik eindelijk die lakschoentjes mocht als kleuter en die vervolgens niet in mijn maat in de winkel verkrijgbaar waren. Vriendjes die tóch niet kwamen spelen. De laatste boot die we misten op vakantie naar Texel. Of toen ik later groot werd: taarten die zwart uit de oven kwamen, dierbaren die niet meer beter werden, liefdes die mijn leven uitwandelden, anderhalf jaar wachten op een eerste zwangerschap, een vriendschap die een verre reis niet overleefde. En dan het afgelopen coronajaar waarin we nou ja, ongeveer alles anders zagen lopen dan we hadden gewild.

Advertentie

Hoort erbij

Het leven ís nu eenmaal een aaneenschakeling van teleurstellingen. En dat is ook precies waar je je kind op kan én moet voorbereiden, zegt orthopedagoog bij Psychogoed Rian Meddens. ‘Teleurstellingen horen bij het leven. Dus als je daar op jonge leeftijd al mee in aanraking komt en mee leert omgaan, ontwikkel je vaardigheden waar je je hele leven op teert.’

Net als grote mensen

Dat het in het leven soms anders gaat dan je had gehoopt of gedacht, ervaren kinderen al van jongs af aan. Denk bijvoorbeeld aan de dreumes die een toren bouwt van blokken en er in plaats van een vierkant een driehoek bovenop legt. Huh, nu past de volgende er niet op, dat was niet de bedoeling! Toren om, frustratie, huilen, blokje door de kamer. Een heel normale reactie, zegt emeritus hoogleraar pedagogiek Jo Hermanns. ‘De emoties die loskomen bij teleurstellingen zijn van nature negatief en zijn bij volwassenen niet anders dan bij kinderen.’

Emoties

Je blijft je hele leven dus dezelfde primaire reactie vertonen in geval van een teleurstelling. Hermanns: ‘Dat komt door stresshormonen die in je brein worden geactiveerd, met een negatieve emotionele reactie als gevolg. Denk aan huilen, schelden, kwaadheid of agressie. Alleen reageren we daar als volwassenen over het algemeen anders op dan kinderen. En dat heeft alles te maken met hoe je in je jonge jaren hebt geleerd om te gaan met problemen.’

Voor kleine kinderen kunnen kleine teleurstellingen ook nog eens heel groot voelen. Rian Meddens: ‘Dat je kind bijvoorbeeld in het weekend altijd hagelslag mag en op donderdag vraagt of het weekend is. Als je antwoord dan ‘nee’ is, kan een 2-jarige intens kwaad worden. Dat heeft niks met verwend gedrag te maken. Hij weet zich gewoon geen raad met zijn emoties.’

Wat te doen?

Iets leuks waarop je kind zich heeft verheugd, gaat niet door. Hoe leer je je kind daar dan mee om te gaan?

Volgens Meddens regeer je als ouder in twee delen.

1: ‘Laat de teleurstelling er zijn. Zeg geen dingen als: “Niet verdrietig zijn” of “Stil maar.” Geef ruimte voor de emotie van de teleurstelling. Zeg liever dingen als: “Je baalt ervan, ik snap het, je had zo graag de krabbetjes willen vangen.”

Erkennen dus en beschrijf ook vooral zijn of haar emotie. Zo geef je woorden aan het negatieve gevoel dat je kind ervaart. Die leert vervolgens beter begrijpen wat hij voelt, zo leert-ie begrijpen wat er in zijn hoofd omgaat en uiteindelijk taal te geven aan wat-ie voelt.’

2: Is je kind rustig geworden? De tranen gedroogd? Dan is het tijd om te zoeken naar een oplossing. ‘Laat je kind ook meedenken. Je kunt dan zeggen: “Dit kan niet, maar wat zou wel kunnen?” Ook peuters hebben soms al de meest verbazingwekkende ideeën of alternatieven. Je kunt benoemen: “Dit kan nu niet, maar we kunnen het morgen opnieuw proberen.”

Hermanns voegt toe: ‘Een alternatief zoeken werkt goed. Is er iets anders wat we kunnen doen? Sluit een compromis. Dit kan nu niet, maar we kunnen wel dit of dat doen. Doorzetten helpt ook: als het niet zo lukt, hoe kan het dan wel?’ Kan je kind nog niet praten, denk bijvoorbeeld aan de dreumes met het blokje, dan kun je ook het alternatief laten zien en benoemen dat het zo wél of ook kan. Zoals het vierkante blokje op de toren leggen en de driehoek eraf.

Paaien?

Mijn alternatief, de speeltuin in plaats van het krabbenvangen, voelde als paaien, of zoeken naar iets anders waar ik hun teleurstelling mee weg kon nemen. Meddens: ‘Het is niet verkeerd om te zoeken naar een oplossing waardoor je kind zich fijner voelt, dan doen volwassenen ook. Het is juist de bedoeling dat je niet blijft hangen in het negatieve gevoel van de teleurstelling, dat je dat achter je laat. Die negatieve emoties zijn niet productief, ze zorgen ervoor dat je niet helder kunt nadenken over een oplossing.’

Naar gevoel

Kinderen ontdekken zo dat ze hun eigen gedrag kunnen sturen, zonder dat ze emoties hoeven te onderdrukken. In plaats van dat nare gevoel van de teleurstelling de rest van de dag te laten bepalen, maken ze er wat van, kwamen er nieuwe leuke dingen of was er toch een oplossing.

Hermanns voegt toe: ‘Anticipeer als ouder ook altijd op de mogelijkheid van een teleurstelling. Mocht je van tevoren al weten dat iets eventueel niet door zou kunnen gaan, hou die mogelijkheid dan open, deel dit met je kind en denk alvast samen na over een alternatief. Het zijn de eerste stappen om assertiever om te gaan met dingen die tegenzitten.’

De pampergeneratie

Curlingouders, de pampergeneratie: het zijn termen die volgens de kenners wel een beetje gelden voor de opvoeders van nu. Ouders die, even kort door de bocht gezegd, hun kind het liefst altijd gelukkig zien en de negatieve kanten van het leven (gevaar, onheil, ongeluk, pijn) liever bij ze weghouden.

En ja, dat maakt die teleurstellingen ‒ ook voor mij ‒ ineens een stuk lastiger. ‘Word je groot van,’ aan die opmerking moet ik soms weleens denken. Die herinner ik me namelijk van vroeger. Toen gingen er dingen ook weleens niet door en dat ‘was nou eenmaal soms zo en daar moesten we het maar mee doen.’

Kan niet. Punt.

Is het niet ook goed voor kinderen om te leren dat sommige dingen niet kunnen. Punt. Dat er geen alternatief is? Meddens: ‘De les dat ‘dingen nou eenmaal soms niet doorgaan’ leer je niet door het niet bespreekbaar te maken, maar door ermee te dealen. Dus de emotie van de teleurstelling eerst voelen en daarna te zoeken naar een oplossing of alternatief.’

Soms is die er niet. Want stel nou dat het op Terschelling de rest van de week had gestormd? ‘Dan zou een oplossing ook kunnen zijn: de volgende keer als we weer op Terschelling zijn, proberen we weer krabben te vangen.’

Omkopen met snoep

Omkopen met snoep of je kind afleiden heeft op de korte termijn (namelijk een blij kind) wel een effect, maar leerzaam is het niet. Het leerproces sla je over, namelijk: teleurstelling meemaken ‒ de emotie daarbij voelen, er laten zijn – (samen) een oplossing zoeken – ontdekken dat je je gedrag kunt aanpassen aan een situatie en er alternatieven mogelijk zijn om er toch iets van te maken – en dat dat initiële vervelende gevoel van tijdelijke aard was.

Geeft niet, mama

En wat nou als mijn kinderen hadden gezegd: ‘Oké, jammer. Nou, geeft niks mama!’ Oftewel: stel dat je kind niet zo snel teleurgesteld is? Hermanns: ‘Kinderen met een gemakkelijk temperament kunnen zich makkelijker neerleggen bij veranderingen. De teleurstelling is er wel, alleen roept die minder heftige reacties op. En die uiten ze een stuk minder.’ Iets om serieus te nemen, en op die momenten juist met je kind te praten over hoe jammer het is en dat er een alternatief mogelijk is.

Heftig reageren is normaal

Hermanns: ‘Kinderen met zo’n makkelijk temperament laten niet zo snel van zich horen. Dat moet je ze echt aanleren. Uit vele onderzoeken blijkt dat kinderen met veel temperament, die zich niet makkelijk ergens bij neerleggen, vaker meer overlevingskansen hebben. Als jong kind heftig reageren op een teleurstelling is dus volkomen normaal en zelfs adequaat gedrag.’

Toch nog krabben vangen?

De volgende dag fietsen we weer richting de dijk. Het is eb en we lopen met onze blote voeten over het wad, waar we aan het einde van de pier onze krabben vinden en vangen. De kinderen gieren van geluk en ook ik tuur gelukzalig over de stille Waddenzee waarop een mysterieuze nevel hangt. Het voelt een beetje alsof we in niemandsland zijn. Iedereen heeft een blije bek van jewelste. Het is een dag met een gouden randje en niemand denkt meer aan gisteren.

Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine. Beeld: Stocksy

Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.


Redactioneel – Offer – Opvoedboeken

Opvoedboeken

Antwoord op al je vragen
Vind je hier