Nu steeds meer crèches sluiten door een personeelstekort, spelen sommige ouders met het idee om de opvang samen met anderen te organiseren. Een plek waar ze dit al ruim vijftig jaar doen, is De Villa in Utrecht. Op deze crèche in de binnenstad vangen ruim dertig ouders om beurten elkaars kinderen op door diensten te draaien. Zo'n crèche heet een Kinderopvang Door Ouders (KDO), ook wel ouderparticipatiecrèche genoemd. Er zijn er op dit moment zeven van in Nederland, allemaal in Amsterdam en Utrecht.
De Tweede Kamer heeft onlangs een motie opgenomen die oproept om deze vorm van opvang te stimuleren. 'Het is nu aan het kabinet om de handschoen op te pakken', zegt Hilde Palland, het Tweede Kamer lid dat de motie indiende.
Lees ook: Welke soorten kinderopvang zijn er?
Goed voor je ontwikkeling als ouder
Bij een KDO vang je samen met andere ouders je kinderen op op een aparte locatie, dus niet bij een van de ouders thuis. Niemand krijgt loon en een KDO is dus veel goedkoper dan een reguliere crèche. Al was dat laatste voor Arnoud Rijpstra, bestuurslid van De Villa, en zijn vriendin niet de reden om voor de KDO te kiezen. Ze wilden graag meer betrokken zijn bij de opvang van hun kinderen, vertelt hij. 'We hoorden van vrienden die hun kind op een reguliere opvang hadden, dat ze vaak geen idee hadden wat hun kind daar had gedaan. In De Villa weet je dat veel beter omdat je als ouder draaidagen hebt.'
Wat hen ook aansprak, is dat niet alleen moeders maar ook vaders meedraaien, vervolgt hij. 'In de reguliere opvang werken vooral vrouwen. En mannen doen toch vaak andere activiteiten met kinderen. Ook ontwikkel je jezelf als ouder als je ook voor andere kinderen zorgt. Er zijn altijd kinderen die net iets ouder zijn dan jouw kind en van hun ouders krijg je vaak nuttige tips.'
Zie ook: Voordelen van kinderopvang
KDO vergt veel tijd en moeite
Zo'n KDO heeft dus veel voordelen. Zou Rijpstra andere ouders aanraden om er ook een op te richten als de opvang van hun kinderen sluit? 'Daar zou ik goed over nadenken, het opzetten is een serieuze zaak.' Een ouderparticipatiecrèche draaiende houden, kost heel veel tijd', zegt Gjalt Jellesma, woordvoerder van Belangenvereniging Ouders in de Kinderopvang (BOinK). 'Het is vaak een bepaald soort bevlogen ouders die hiervoor kiest. Het is vermoeiend om met zo veel kinderen tegelijk bezig te zijn, dat moet je kunnen en willen.' 'Het is in het begin even wennen om een groep te leiden', voegt Rijpstra toe. 'Maar je krijgt hier snel handigheid in.'
Eisen worden steeds strenger
Ook is het volgens Rijpstra een uitdaging om aan alle regels te voldoen. 'Elk jaar komt de inspectie langs. Je moet zelf de wetgeving goed in de gaten houden. De eisen die de overheid stelt, zijn zwaar en worden steeds strenger. Hiermee verhoogt de overheid de drempel voor nieuwe, innovatievere, meer betrokken vormen van kinderopvang. Dat is ontzettend zonde.' De regels waaraan KDO's moeten voldoen, zijn grotendeels hetzelfde als die van een reguliere kindercrèche. Zo is er een pedagogisch beleidsplan nodig, een aparte, veilige ruimte die groot genoeg is voor het aantal kinderen en de hygiëne moet op orde zijn. Ook moet elke medewerker een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben, waarmee wordt gecontroleerd of je een strafblad hebt.
Opleiding hoeft niet
Wel zijn er twee uitzonderingen. Op een reguliere crèche moeten krachten voldoen aan opleidingseisen, bij een KDO hebben ouders geen speciale opleiding nodig. 'In plaats daarvan moeten KDO's voldoen aan alternatieve kwaliteitseisen, om de ouders te professionaliseren en stabiliteit voor de kinderen binnen de opvang te stimuleren', vertelt Raoel Koole, woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). 'Zo moeten KDO's in het pedagogisch beleidsplan ingaan op het scholingsprogramma voor ouders.'
Lees ook: Sociaal-emotionele ontwikkeling van je peuter
Geen vaste-gezichtencriterium
Ook hoeven KDO's niet te voldoen aan het vaste-gezichtencriterium. Deze regel houdt in dat gezichten niet te veel wisselen omdat een vaste, vertrouwde pedagogisch medewerker emotionele veiligheid biedt aan het kind. Als het kind aanwezig is, moet er minimaal één vaste medewerker op de groep staan. Bij KDO's hoeft dat niet. Logisch, zegt Rijpstra. 'Bij ons moeten de ouders elke week draaien. Bovendien kennen we elkaar als ouder allemaal goed: we spreken ook buiten de opvang met elkaar af om te borrelen of andere leuke dingen te doen, samen met de kinderen. De kinderen kennen de ouders daarom ook allemaal goed.'
Kinderopvangtoeslag pas na 15 maanden
Kunnen ouderparticipatiecrèches een oplossing zijn voor het gebrek aan personeel in de kinderopvang? Volgens Jellesma van BOinK niet. 'Als het echt een geschikte oplossing zou zijn, zouden er al veel meer van dit soort crèches zijn. KDO's bestaan al tientallen jaren en we zien het aantal momenteel niet groeien.' Nog iets om rekening mee te houden: bij het starten van een KDO moeten ouders een aanloopperiode van vijftien maanden doorlopen. Ouders hebben in die periode geen recht op kinderopvangtoeslag.
Zie ook: Gastouderopvang: waar let je op?
Zijn er nog andere opties dan een ouderparticipatiecrèche? 'Er zijn geen andere vormen die ook door de overheid worden vergoed', zegt Gjalt Jellesma. 'Je kunt natuurlijk wel met andere ouders in de buurt elkaars kinderen opvangen. Maar dit is geen officiële vorm en hier krijg je geen kinderopvangtoeslag voor.'
Bron: Rijksoverheid.nl – Beeld: GettyImages