Dat blijkt uit een nieuwe analyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). Sinds 2010 daalt het aantal geboorten per vrouw in Nederland, terwijl de huizenprijzen sinds 2014 sterk zijn gestegen. In 2010 kregen vrouwen gemiddeld 1,8 kinderen en dat nam geleidelijk af tot 1,4 kinderen per vrouw in 2024. Het aantal geboorten daalde in die periode van 184.000 naar 166.000 per jaar.
En die daling lijkt een-op-een te koppelen aan de sterk gestegen huizenprijzen en -huren. Hoe hoger de woningprijzen in een regio zijn, hoe minder kinderen mensen krijgen.
Kinderen krijgen en de woonsituatie hangen met elkaar samen: veel mensen willen pas een kind of een kind erbij krijgen als ze een geschikte woning hebben gevonden.
Lees ook: Nieuwe cijfers: vrouwen waren nog nooit zo oud bij geboorte eerste kind
Minder kinderen in Randstad
In regio's met heel hoge huren, zoals de Randstad, blijkt de kans dat er gezinsuitbreiding komt kleiner dan in regio's met lagere huren. Vrouwen die de stap naar een koopwoning in die dure regio's niet kunnen maken, stellen het krijgen van kinderen vaker uit.
Vrouwen met een koophuis krijgen juist iets vaker een kind als de huizenprijzen in de regio hoger liggen, maar meestal pas na een paar jaar. Pas als de bewoners een tijd in zo'n duur koophuis wonen en de huizenprijzen blijven stijgen, kantelt het sentiment. Het CBS denkt dat mensen dan een manier hebben gevonden om de overwaarde te verzilveren of dat de papieren winst een gevoel van financiële zekerheid geeft.
Twee ton verschil
De woonsituatie is vooral van invloed op de keuze om aan kinderen te beginnen. Als er al een kind is, zijn de woning en de bijbehorende woonlasten minder van invloed op een eventueel tweede of derde kind.
Het verschil kan oplopen tot twee ton tussen een gemiddeld huis in bijvoorbeeld Zuid-Limburg en een huis in de regio Amsterdam. Uit het onderzoek van CBS en NIDI blijkt dat tussen 2013 en 2023 vrouwen van 16 tot 45 jaar 10,4 procent minder vaak een kind kregen in regio's waar de huizen gemiddeld 450.000 euro kostten, vergeleken met regio's waar de huizen gemiddeld 200.000 euro kostten.
En als je huurt in een dure regio, is het verschil er ook. Zo krijgen vrouwen die huren 8,4 procent minder vaak een kind in gebieden met een gemiddelde huizenprijs van 450.000 euro dan in gebieden met een gemiddelde huizenprijs van 200.000 euro.
Lees ook: Onderzoek: minder baby's geboren in regio's waar huizenprijzen hard stegen
Huurders belemmerd bij kinderwens
Huurders worden op de woningmarkt meer belemmerd dan kopers in het vervullen van een kinderwens, concluderen CBS en NIDI. Dit sluit aan bij uitkomsten uit eerder onderzoek: vrouwen zonder startkwalificatie, met een flexibel contract of met een laag inkomen krijgen steeds minder vaak een kind.
Wie een gezin wil stichten, is doorgaans op zoek naar een ruime eengezinswoning met een tuin. Dat zijn vooral koopwoningen. Door de prijsstijgingen is zo'n woning steeds vaker onbereikbaar. Huurders hebben vaak al hoge woonlasten en hebben als starter op de woningmarkt weinig kans. Eerder onderzoek liet zien dat samenwonende huurders onder de 40 jaar zonder kinderen bijna vier keer zo vaak aangeven dat ze willen verhuizen maar geen woning kunnen vinden dan huurders die in een koophuis wonen.
Of verhuizen we vaker?
Het CBS plaatst wel een paar kanttekeningen bij het eigen onderzoek. Er is bijvoorbeeld weliswaar een duidelijk verband tussen woonsituatie en de kans dat er kinderen komen, maar misschien verhuizen mensen wel naar een goedkopere regio om een gezin te kunnen beginnen. Over een paar jaar wil het CBS het onderzoek herhalen om te zien of de groep die nu vanwege de woonsituatie kinderloos is, alsnog een kind heeft gekregen.
We kampen met een wooncrisis. Hoe is deze ontstaan en belangrijker nog, hoe lossen we het op? (video):
Bron: CBS