Wetenschappers gingen ervan uit dat ongeveer de helft van de miskramen in de eerste drie maanden van de zwangerschap het gevolg was van chromosomale afwijkingen. Maar met een nieuwe techniek ontdekten klinisch geneticus Masoud Zamani Esteki en zijn collega's van Maastricht UMC+ dat dit in maar liefst 70 procent van de gevallen zo was.
Zamani Esteki en zijn collega's bekeken met een nieuwe techniek 1745 miskramen. Allemaal hadden ze plaatsgevonden in de eerste drie maanden van de zwangerschap. Het onderzoek is gepubliceerd in het tijdschrift Nature Medicine.
Lees ook: Wat gebeurt er bij een miskraam, en hoe ga je daarmee om?
Je kunt er niets aan doen
'Het lijkt erop dat de natuur in een vroeg stadium al bepaalt welke embryo's zich zullen ontwikkelen tot een gezonde baby en welke niet', zegt de onderzoeker in het persbericht. De bevindingen zijn een belangrijke boodschap voor mensen die een miskraam hebben gehad, zegt hij. 'Zij voelen zich vaak schuldig, terwijl ze er dus niets aan kunnen doen.'
Beluister ook onze podcast Miskraammonologen.
Foutje zit soms al in de eicellen of in het sperma
De Maastrichtenaren gebruikten een door Zamani Esteki ontwikkelde techniek waarmee ze konden achterhalen op welk moment de genetische foutjes ontstaan. Dit kan al zijn tijdens de vorming van sperma- en eicellen of pas na de bevruchting.
Ontstaan ze voor de bevruchting, dan is de kans groter dat de genetische afwijkingen in het embryo terechtkomen. Dit levert gezondheidsrisico's op voor het embryo, waardoor de kans op een miskraam toeneemt.
Ontstaan de foutjes pas ná de bevruchting, dan verplaatsen de afwijkende cellen zich vaker naar de placenta. Hier beïnvloeden ze de ontwikkeling van de foetus niet, waardoor de kans op een miskraam kleiner is.
'Bij miskramen in het eerste trimester lijken de genetische afwijkingen vaker in het embryo aanwezig te zijn, waardoor de zwangerschap spontaan wordt afgebroken', zegt de onderzoeker in het persbericht.
Nu die andere 30 procent nog
De Maastrichtenaren hopen met vervolgonderzoek de oorzaken van de overige 30 procent van de vroege miskramen te achterhalen. Zo hopen ze nog meer kennis te krijgen over de oorzaken van vroege miskramen, waardoor ze in de toekomst mensen met een kinderwens beter kunnen ondersteunen.
Bron: Maastricht UMC+