Wendy (37, links op de foto) en Iris (40) werken allebei in het basisonderwijs: Wendy als intern begeleider en Iris staat voor de klas, waar ze ook ondersteuning biedt als RT'er en leraarondersteuner. Ze wonen samen met hun drie kinderen: Lexis (8, Wendy's dochter uit een eerdere relatie), Oliver (3) en baby Louie van 6 maanden.
Wendy: 'Louie is nu 6 maanden, en gelukkig hebben we de periode van slapeloze nachten achter ons gelaten. Over het algemeen slaapt hij heel goed, dus we mogen absoluut niet klagen. Grappig genoeg hoor je 's nachts eerder Oliver wakker worden dan de baby. Oliver heeft wat meer moeite met slapen en heeft vaak ook wat extra tijd nodig om in slaap te vallen.
Lees ook: Slaapschema baby: het slaapritme per maand
Natuurlijke verdeling
Wat het extra fijn maakt, is dat Louie een heel makkelijke baby is. Ik houd erg van de babyfase en vind het heerlijk om me daar helemaal op te richten. Iris is juist meer betrokken bij de oudere kinderen; zij helpt bijvoorbeeld met het huiswerk van Lexis en speelt graag met Oliver.
Ze probeert hem zelfs enthousiast te maken voor voetbal, maar dat lukt nog niet zo goed – Oliver plukt liever bloemen op het veld. Op deze manier ontstaat er een natuurlijke verdeling: ik focus me vooral op de baby, terwijl Iris aandacht geeft aan de grotere kinderen.
Nederlandse donor
Toen mijn ex en ik besloten om voor kinderen te gaan en een donor te zoeken, kozen we heel bewust voor iemand uit Nederland. We vonden het belangrijk dat onze kinderen, als ze daar op een dag behoefte aan hebben, makkelijk contact kunnen leggen – zonder bijvoorbeeld naar Denemarken te moeten reizen. Voor Oliver konden we dezelfde donor gebruiken, wat logisch en vertrouwd voelde.
Voor Louie was diezelfde donor helaas niet meer beschikbaar, dus kozen we voor iemand anders. Voor alle drie hebben we dezelfde afspraken gemaakt: als ze ooit vragen hebben of contact willen met hun donor, dan is dat mogelijk. We willen openheid, zodat zij het gevoel hebben dat ze mogen weten waar ze vandaan komen.
Lees ook: Kunstmatige inseminatie met donorsperma (KID): hoe werkt dit?
Strakke ochtenden
Ik werk drie dagen per week – op maandag, dinsdag en donderdag – en Iris werkt fulltime. De echte ochtendspits hebben we dan ook vooral op de dagen dat we allebei werken. Op die dagen gaat de wekker om 06.15 uur en begint de ochtend strak gepland. We wonen in Utrecht en werken allebei in Amsterdam, dus we hebben ook nog reistijd om rekening mee te houden. Op maandag en dinsdag is Lexis er niet, zij komt pas weer op woensdag.
Iris gaat als eerste onder de douche, ik douche altijd 's avonds, dat scheelt weer tijd. Terwijl zij zich klaarmaakt en Oliver aankleedt, zorg ik voor de baby: een flesje geven, aankleden – dat hele riedeltje. We proberen rond 06.50 uur in de auto te zitten. De kinderopvang zit in hetzelfde gebouw als de school van Iris, wat ideaal is. Onze scholen liggen dicht bij elkaar. Meestal zet ik haar ergens af en loop ik nog een stukje naar mijn werk. Iris brengt de kinderen meestal weg en haalt ze ook bijna altijd weer op, tenzij het een keer niet lukt.
Altijd file op donderdag
De donderdag is bij ons thuis de meest hectische dag van de week. Op die dag moeten mijn partner en ik allebei werken én moet mijn dochter Lexis naar school. Gelukkig mag ik op donderdag wat later beginnen, zodat ik haar eerst naar school kan brengen in Utrecht.
De ochtend start al vroeg. Voor we de deur uitgaan, moet ik onze baby klaarmaken, Oliver aankleden, en zorgen dat Lexis heeft ontbeten en aangekleed is. Daarna rijden we naar school, die om 08.20 uur opengaat. Als ik haar heb afgezet, beland ik altijd in de file op weg naar mijn werk. Eigenlijk eindigt de dag net zo stressvol als hij begon.
We moeten Lexis op tijd ophalen van de bso in Utrecht, die tot 18.15 uur open is. Maar met het verkeer weet je nooit precies hoe lang de terugrit duurt. Dat zorgt bij mij elke keer weer voor spanning: ga ik het redden of niet?
Lees ook: Buitenschoolse opvang (bso): wat houdt het in?
Rust en geduld
Meestal zijn we rond 18.00 uur 's avonds thuis van ons werk. Dan moeten we nog koken, al proberen we het onszelf zo makkelijk mogelijk te maken. In het weekend maken we bijvoorbeeld al een stamppot of trekken we een portie soep uit de vriezer. Zo kunnen we snel eten, want anders wordt het wel erg laat voordat iedereen in bed ligt. Na het eten gaat Oliver meestal in bad.
Dat is onderdeel van ons avondritueel – het helpt om de overgang van de drukte van de dag naar bed wat soepeler te laten verlopen. Rond 19.30 uur leggen we de kinderen in bed. Lexis en Oliver slapen samen op één kamer, in een stapelbed. Niet ideaal, maar we hebben nu eenmaal geen groot huis. We lezen altijd nog even voor, dat hoort erbij. Maar zodra Oliver ligt, begint het meestal pas echt: hij roept dan nog zeker tien keer iets.
Soms wil hij water, dan moet er ineens een specifieke auto naast zijn bed liggen, of hij staat erop dat we een bepaald boek lezen dat net niet voorhanden is. Lexis wil vaak gewoon slapen, maar dan begint Oliver tegen haar te praten – of tegen ons. Het is soms even geduld hebben totdat iedereen slaapt.
Lees ook: Vers van de pers: deze 10 nieuwe prentenboeken wil je (voor)lezen
Zondag familiedag
Ons weekend begint op vrijdagavond met atletiek. Dan breng ik mijn dochter daarheen. Afhankelijk van het schema haalt mijn ex haar daarna op, want dan is het haar weekend. Soms komt Iris haar ophalen na haar werk. Dat is prettig, want dan hoef ik niet een uur te wachten met de twee jongste kinderen. Op zaterdag zijn we meestal gewoon thuis. Af en toe hebben we een verjaardag of gaan we op visite, of er komt juist iemand bij ons langs.
Zondag is vaak een familiedag: dan gaan we naar oma of naar opa en oma. Iris is in het weekend meestal op pad. Ze onderneemt graag dingen met vrienden, gaat regelmatig naar Ajax en haar weekenden zitten eigenlijk altijd vol. Ik ben zelf meer een huismus; ik vind het heerlijk om gewoon thuis te zijn. Dat is een voordeel, want zo ben ik er in het weekend vaak voor de kinderen.
Bos is favoriet
Als gezin vinden we het heerlijk om samen op pad te gaan. We wonen in een flat, dus ik vind het belangrijk dat de kinderen regelmatig buiten zijn. Ze zijn energiek en spelen graag in de buitenlucht. Even lekker naar buiten gaan – naar de speeltuin, het park of het bos – doet ons allemaal goed. Vooral het bos is favoriet bij de kinderen.
Ze kunnen daar hun energie kwijt en we genieten van de rust en ruimte om ons heen. We maken ook graag uitstapjes, bijvoorbeeld naar een pretpark. De laatste keer zijn we naar de Efteling geweest en dat vonden we allemaal echt fantastisch. Er is daar voor iedereen wel iets leuks te doen, dus zo'n dag uit is echt genieten voor het hele gezin.'