ZwangerBevalling

Zo gaat bevallen met een kunstverlossing

Bevallen met een kunstverlossing Getty Images
Getty Images
Leestijd 4 minuten
(Medisch) beoordeeld door:
rianne reijneveld
Rianne Reijneveld
Arts en founder Medisch Bevallen
Lees verder onder de advertentie

Wat is een bevalling met kunstverlossing?

Een vaginale kunstverlossing is een bevalling waarbij een gynaecoloog met een verlostang of een vacuümcup of -pomp de baby geboren helpt worden. Een keizersnede is een operatieve kunstverlossing. Een kunstverlossing is nodig als de baby zonder hulp niet door de geboortegang komt of als het noodzakelijk is om de baby snel geboren te laten worden. Ligt de baby in hoofdligging – dus 'gewoon' met z'n hoofdje richting bekken – dan wordt meestal gekozen voor een vacuümverlossing.

Wanneer wordt een kunstverlossing toegepast?

Een kunstverlossing kan nodig zijn als de persfase te lang duurt. Ook als de baby het in de baarmoeder benauwd dreigt te krijgen, kan kunstverlossing bij de bevalling nodig zijn. Soms komt het voor dat een zwangere vrouw niet te lang mag persen vanwege gezondheidsproblemen aan hart of de longen. In zo'n geval kan de gynaecoloog ook een kunstverlossing toepassen.

Bevalling met vacuümpomp of vacuümcup: hoe gaat dat in zijn werk?

Duurt de persfase te lang, bijvoorbeeld omdat de moeder uitgeput is, of zijn er zorgen om de conditie van de baby? Dan kan de gynaecoloog een vacuümcup – ook wel vacuümpomp genoemd – gebruiken. Dit een ronde zuignap van zo'n vijf centimeter. Hij is gemaakt van kunststof (de 'kiwi') of metaal. De zorgverlener schat in welke optie op dat moment de beste is.

Lees verder onder de advertentie

Tijdens de bevalling plaatst de gynaecoloog of verloskunde-arts de cup (zuignap) tegen de schedel van de baby. Vervolgens wordt die vacuüm getrokken, zodat de zuignap stevig vastzit op het hoofdje van de baby. Dit duurt een paar minuten. De gynaecoloog trekt vervolgens tijdens de persweeën en het persen voorzichtig mee, tot het hoofdje is geboren.

Lees ook: Bevallen met een vacuümpomp: hoe gaat dat in zijn werk?

Bevalling met verlostang: hoe werkt dat?

In plaats van een vacuümcup kan de gynaecoloog ook een verlostang gebruiken. Al komt dat in Nederland niet vaak meer voor. Een verlostang bestaat uit twee delen: de lepels. Elke lepel heeft een steel met een gebogen blad die over beide oren van de baby liggen, als een soort mutsje. Net als bij een vacuümcup trekt de gynaecoloog tijdens een perswee aan het handvat om te helpen bij het naar buiten komen. De lepels worden tijdens de geboorte van het hoofd weer verwijderd, zodat de rest van het lijfje geboren kan worden.

Lees verder onder de advertentie

Een verlostang wordt veel minder gebruikt dan vroeger. Hij komt van pas als het vacuümcupje eraf schiet of als het hoofdje van de baby niet voorbij de bekkenbodem komt. Ook wordt een verlostang soms gebruikt bij een stuitbevalling om de geboorte van het hoofd te begeleiden.

Lees ook: Een tangverlossing: wanneer en wat zijn de gevolgen voor jou en je baby?

Wat zijn de risico's en complicaties bij een kunstverlossing?

Hoe voorzichtig een vacuümcup of verlostang ook worden gebruikt door de gynaecoloog, ze kunnen risico's met zich meebrengen.

Risico's bij de baby:

Lees verder onder de advertentie
  • Je kind kan na afloop hoofdpijn hebben. De arts kan daarom paracetamol adviseren na de bevalling.

  • Bij een vacuümpomp kan je baby een bult, zwelling of blauwe plek op zijn hoofd hebben.

  • Bij gebruik van een verlostang kan je baby wat deukjes of kleine krasjes op zijn hoofdje hebben. Dit trekt meestal binnen een paar dagen weg.

Risico's bij de zwangere vrouw

  • Bij een bevalling met verlostang of vacuümpomp is de kans op een totaalruptuur van de moeder groter. Dat is ook de reden dat een knip wordt geadviseerd.

  • Het inbrengen van een kunsttang is helaas pijnlijk. Je wordt meestal van tevoren plaatselijk verdoofd en soms ingeknipt. Bij een knip word je na de bevalling gehecht.

Lees verder onder de advertentie

Lees ook: Bevallen: thuis of in het ziekenhuis?

Kans op kunstverlossing bij bevalling

Geschat wordt dat ongeveer één op de vijf vrouwen die voor de eerste keer bevalt, te maken krijgt met een kunstverlossing. Een kunstverlossing is bij een eerste bevalling vaker nodig dan bij een volgende. Dat komt omdat een tweede of volgende (vaginale) bevalling vaak makkelijker en sneller verloopt. Let wel: dit is geen regel. Elke bevalling is anders.

Lees ook: Poliklinische bevalling: hoe werkt dat?

Lees verder onder de advertentie

Wanneer duurt het persen te lang?

Vooral bij een eerste bevalling komt het best vaak voor dat de baby niet spontaan geboren wordt. Een te lange persfase komt bij een eerste bevalling neer op langer dan twee uur, al wordt dat per situatie bekeken. Bij een tweede bevalling (of volgende) is dat langer dan een uur. Er wordt gerekend vanaf het moment dat je begint met persen.

Waarom de bevalling niet vordert, kan verschillende redenen hebben. Zo kunnen de weeën niet sterk genoeg zijn, kun je uitgeput raken waardoor het persen moeizamer gaat, kan het hoofdje niet goed liggen of is er een andere (onbekende) reden voor. Vaak is het een combinatie van factoren. Duurt het te lang, dan besluit de gynaecoloog of je met extra hulp vaginaal kan bevallen (het hoofdje moet dan wel voorbij een bepaald punt in het bekken zijn) of dat het een keizersnede wordt.

Lees ook: Bang voor de bevalling? Dit kun je doen

Lees verder onder de advertentie

Bronnen: Opvoedinformatie, Ziekenhuis