
CMV-virus en zwangerschap, wat is het en hoe kun je het voorkomen?
Grote kans dat je nog nooit hebt gehoord van het CMV-virus. Meestal geeft het virus geen klachten, waardoor je niet weet dat je het hebt (gehad). Maar als je het voor het eerst krijgt als je zwanger bent, kan dit risico’s geven voor je ongeboren baby. Wat is het CMV-virus? Hoe raak je besmet en kun je dit voorkomen?
Wat is CMV?
CMV staat voor cytomegalovirus. Maar weinig mensen kennen het CMV-virus, terwijl meer dan de helft van de Nederlanders het ooit heeft gehad. CMV is verwant aan herpesvirussen. In deze groep zit ook het virus dat de koortslip, waterpokken of de ziekte van Pfeiffer veroorzaakt.
Als je een CMV-infectie oploopt, merk je daar zelf niet zoveel van. Maar als je voor het eerst besmet raakt terwijl je zwanger bent, kan dat gevaarlijk zijn voor je ongeboren kind. De kans bestaat dat je baby via de placenta ook CMV krijgt: dit wordt een aangeboren CMV-infectie genoemd.
Een gewone CMV-infectie verloopt bijna altijd zonder klachten en is vrij onschuldig. Maar aangeboren CMV kan grote gevolgen hebben. Kinderen met aangeboren CMV kunnen last hebben van een laag geboortegewicht (dysmatuur), geelzucht, slechthorendheid, oogproblemen en een ontwikkelingsachterstand. Omdat het virus bij veel mensen onbekend is, weten ook maar weinig zwangere vrouwen van deze risico’s af.
Lees ook: Ontwikkelingsachterstand, wanneer moet je je zorgen maken?
Hoe raak je besmet?
Je kunt het CMV-virus oplopen via speeksel en urine van een besmet persoon, maar ook via moedermelk, bloed of seksueel contact. Vooral jonge kinderen met CMV zijn erg besmettelijk: zij scheiden een hoge concentratie van het virus af in hun urine en speeksel. Dat gebeurt zelfs jarenlang, vanaf het moment dat ze besmet zijn geraakt.
Als je kind het CMV-virus bij zich draagt, kun je door simpele alledaagse handelingen al besmet raken. Bijvoorbeeld door een kusje op de mond of het verschonen van een luier. Heb je een jong kind en ben je zwanger, probeer dan om contact met zijn speeksel te vermijden: deel geen eten met je kind, stop zijn speen niet in je mond, drink niet uit dezelfde beker en gebruik niet hetzelfde bestek. Was ook regelmatig je handen, in elk geval altijd nadat je een luier hebt verschoond of je kind op het potje hebt gezet. Maar ook als je een snottebel of kwijl van je kind hebt afgeveegd.
Hoe weet je of jij of je kind CMV heeft?
Eigenlijk weet je bijna nooit zeker of je kind is besmet met CMV, of jijzelf. Het virus geeft vrijwel geen klachten, hooguit wat koorts of vermoeidheid. Daardoor is het best verraderlijk: elk kind kan potentieel besmet zijn, maar je weet dus bijna nooit of dat echt het geval is. Daarom is het belangrijk dat je tijdens je zwangerschap extra op je hygiëne let. Daarmee verminder je de kans dat jij en je ongeboren kind besmet raken.
Hoe groot is de kans op CMV-besmetting tijdens je zwangerschap?
De kans dat je besmet bent of raakt met het CMV-virus is vrij groot: vrijwel iedereen komt op den duur met het virus in aanraking. De helft van de Nederlanders heeft ooit CMV opgelopen. Als je eenmaal een keer besmet bent geraakt, blijft het virus voor altijd in je lichaam, maar dat is in principe geen probleem voor je zwangerschap.
Het wordt pas een risico als je voor het eerst CMV krijgt terwijl je zwanger bent, of als je opnieuw besmet wordt, maar dan met een ander type van het virus. Die kans is minder dan één procent. Een kleine kans, maar het gaat dus wel om ongeveer een op de honderd zwangere vrouwen.
Hoe vaak komt aangeboren CMV voor?
Als je tijdens de zwangerschap voor de eerste keer een CMV-infectie oploopt, kan je ongeboren baby ook besmet raken. De kans dat het virus via de placenta bij je baby terechtkomt, is zo’n vijftig procent. De eerste drie maanden van de zwangerschap is de kans dat je baby besmet raakt dertig procent, de laatste drie maanden is dat zeventig procent. Hoe vroeger in de zwangerschap je besmet bent geraakt, hoe groter de kans dat je baby hier na de geboorte klachten door krijgt.
Ongeveer vijf op de duizend baby’s worden geboren met een CMV-infectie. In totaal gaat het in Nederland om zo’n duizend baby’s per jaar. Maar dat betekent niet dat de aangeboren CMV bij al deze baby’s klachten veroorzaakt. De meeste kinderen ontwikkelen geen symptomen door het virus.
Lees ook: Deze kinderziektes vormen ook een risico tijdens de zwangerschap
Risico’s van aangeboren CMV
Van elke duizend baby’s met aangeboren CMV houden uiteindelijk 180 kinderen blijvende klachten aan het virus over:
- Zo’n negen op de tien baby’s met aangeboren CMV hebben géén klachten bij de geboorte. Vijf tot tien procent heeft wel symptomen, variërend van mild tot ernstig.
- Bij baby’s die bij de geboorte op het eerste gezicht gezond leken, is de kans tien tot vijftien procent dat ze op latere leeftijd alsnog symptomen ontwikkelen. Dat gebeurt dus bij ongeveer een op de acht kinderen met aangeboren CMV, meestal voor de leeftijd van zes jaar.
- Ook vijftig procent van de baby’s die bij de geboorte wél al symptomen hadden, heeft hier op latere leeftijd nog last van.
- Als je kind nog geen symptomen heeft gehad als hij zes jaar is, is de kans erg klein dat hij daarna alsnog ziek wordt. Zeven van de acht kinderen met aangeboren CMV krijgen geen klachten.
Symptomen aangeboren CMV
Het CMV-virus kan een infectie bij de ongeboren baby veroorzaken. Vaak is dat een infectie van de hersenen. Om het virus kwijt te raken, gaan de lever en de milt van de baby harder werken. Wat de symptomen van aangeboren CMV precies zijn, verschilt per kind. Dit hangt er ook van af of je kind de klachten bij de geboorte al heeft, of ze pas later ontwikkelt. Klachten die later optreden zijn vaak ernstiger dan vlak na de geboorte.
Mogelijke symptomen vlak na de geboorte:
- Gele huid
- Laag geboortegewicht
- Een te klein hoofd
- Kleine bloedingen in de huid
- Vergroting van de lever of milt (bolle buik)
- Slechthorendheid
- Oogproblemen
Mogelijke symptomen die zich pas later ontwikkelen:
- Slechthorendheid
- Slechtziendheid
- Een ontwikkelingsachterstand
- Epileptische aanvallen
Hoe wordt aangeboren CMV ontdekt?
De meeste zwangere vrouwen die CMV hebben weten niet dat ze besmet zijn. Je krijgt er zelf immers geen klachten door en er wordt ook niet op gescreend. Als bij de standaard echo’s symptomen bij je baby zijn gezien die zouden kunnen wijzen op een CMV-besmetting, kan een bloedtest uitwijzen of je CMV hebt.
Als een baby aangeboren CMV heeft, wordt dat meestal alleen ontdekt als hij vlak na de geboorte al symptomen heeft. Bijvoorbeeld bij een combinatie van een laag geboortegewicht en geelzucht of slechthorendheid. In dat geval kan met een urine- of speekseltest worden onderzocht of er sprake is van CMV. Deze testen zijn alleen betrouwbaar als de baby nog geen drie weken oud is.
Als een kind pas later symptomen heeft die kunnen wijzen op CMV, bijvoorbeeld een ontwikkelingsachterstand en slechthorendheid, kan het bloed op de hielprikkaart mogelijk uitsluitsel geven. Kinderen krijgen in de eerste week na hun geboorte een hielprik om ze te testen op allerlei ziektes en afwijkingen. Dit bloed kan later via de huisarts worden opgevraagd en op CMV worden getest.
Lees meer: Alles over de gehoortest bij pasgeboren baby’s
Besmet met het CMV-virus, wat nu?
Er bestaat nog geen behandeling tegen het CMV-virus. Als je baby aangeboren CMV blijkt te hebben, krijgt hij een antiviraal middel toegediend. Dit lijkt wel te helpen bij baby’s die vlak na de geboorte symptomen vertonen, maar of het ook effect heeft op eventuele symptomen op latere leeftijd, is niet bekend.
Als je zelf een CMV-infectie blijkt te hebben tijdens je zwangerschap, word je verder begeleid door een gynaecoloog. Je krijgt extra controles om de ontwikkeling van je baby goed in de gaten te houden. Er bestaat nog geen behandeling om besmetting van je ongeboren baby te voorkomen.
CMV voorkomen
Helaas kun je niet voorkomen dat je het CMV-virus oploopt tijdens je zwangerschap. Er bestaat ook geen vaccin tegen het virus. Als je het virus al eerder hebt gehad, is de kans een stuk kleiner dat je het opnieuw oploopt tijdens de zwangerschap, maar die kans bestaat wel. Daarom een aantal tips om het risico op besmetting zo klein mogelijk te houden:
- Was je handen regelmatig goed met water en zeep.
- Was altijd je handen na contact met urine, snot of speeksel van jonge kinderen.
- Deel geen eten of drinken met jonge kinderen.
- Eet ook niet met hetzelfde bestek of van hetzelfde bord.
- Stop speelgoed of een speen van je kind niet in je eigen mond.
Het RIVM raadt zwangere vrouwen die met jonge kinderen werken, bijvoorbeeld in de kinderopvang of in het onderwijs, daarnaast aan om wegwerphandschoenen te dragen bij het verschonen van luiers of het schoonmaken van speelgoed.
Meer lezen: Wanneer is een koortslip gevaarlijk voor je baby?
Bronnen: RIVM, Radboud UMC, Kinderneurologie.eu