Mij krijgen ze niet gek. Dat was zo'n beetje de eerste twee jaar mijn motto. Wist ik veel dat het echte opvoeden nog moest beginnen. Nu vloek ik regelmatig als ik weer eens keihard in mijn been word gebeten of roep ik wanhopig dat ik gek van ze word omdat ze met z'n tweeën de hele ochtend lopen te huilen, zeuren en drammen. 'Ze zoeken met z'n tweeën wel graag de grens op, he', zei de peuterjuf vorige week nog tegen ons. En blijkbaar wil geen enkel kind meer naast Lewis zitten tijdens de lunch omdat hij het liefst eten jat van andermans borden. 'Tja,' stamelde ik, 'dat doet 'ie thuis bij z'n broer ook.'
Natuurlijk heb ik lopen googelen op alle pedagogische adviezen omtrent 'grenzen stellen', maar een tweeling opvoeden is op veel vlakken echt andere koek. Want als ik er één op de gang zet, wil de ander erbij staan. Daar gaat je straf. En geef ik de één voor de miljoenste keer de preek dat je eten niet op de grond gooit, dan kiept de ander ondertussen doodleuk zijn beker melk leeg op tafel. Mama let toch niet op. Tegen deze vijf opvoeduitdagingen loop ik dagelijks aan.
Na-apers
Als je de één iets verbiedt, is de ander er als de kippen bij om het ook te doen. Volgens tweelingexpert Coks Feenstra verzekert het tweelingkind zich er zo van dat hij ook jouw aandacht krijgt. Tel daarbij op dat peuters elkaar voortdurend nadoen (een manier van leren) en je moet niet één, maar standaard twee springende kinderen van de bank halen. Oh, en driftbuien krijg je ook in 't kwadraat.
De truc is om ze één voor één aan te spreken, maar vaak is het bij peuters dan al te laat. Beiden aanspreken over iets heeft minder effect want geen van beiden voelt zich dan aangesproken. Ofwel: over het algemeen moeten tweelingouders strenger en consequenter zijn dan andere ouders omdat tweelingen elkaar onderling steunen.
Bijten en slaan
Bijten, knijpen, duwen en slaan. Ieder uur gebeurt het wel een keer. Als de één bijvoorbeeld iets afpakt van de ander. Maar ook als ik 'Nee, je mag geen koekje' zeg, wil de één zijn woede nog wel eens schoppend of duwend op de ander afreageren. Volgens de tweelingexpert is dit een veel voorkomend probleem bij tweelingen. Ze kunnen nu nog geen onderscheid maken tussen het 'ik' en 'jij'. Ook zitten ze in dezelfde ontwikkelingsfase. Hierdoor is het voor hen moeilijk om rekening te houden met de ander, zoals je dat bij broers en zussen van verschillende leeftijd ziet. Daarbij speelt ook nog mee dat ze de meeste tijd samen doorbrengen en dicht bij elkaar spelen.
De tips? Leer ze woorden zoals 'nu ik', 'nee' en 'au', in plaats van schoppen en slaan. En gun ze ook ieder hun eigen ruimte: neem er eentje mee boodschappen doen of zorg voor twee aparte speelplekken. Een korte scheiding kan wonderen doen.
Mijn peuter slaat: hoe kan ik hier 't beste op reageren?
Op het potje
Je kinderen uit de luiers krijgen is een flinke klus. Laat staan als je er twee tegelijk uit de luiers moet krijgen. Bij ons thuis lopen alle tactieken door elkaar. Eerst de één zindelijk zien te krijgen, dan de ander. Allebei samen op 't potje (gevaar: plas- en poepwedstrijdjes) of om de beurt op de wc. Het is vaak zo'n gedoe, dat ik eigenlijk minder met de zindelijkheidstraining bezig ben dan zou moeten. Het schijnt 't beste te werken om het ieder kind apart te leren. Je moet namelijk de behoeftes van je kind een tijdje goed in de gaten houden en dat is makkelijker bij één dan twee. Ook bestaat de kans dat de één er al wel aan toe is en de ander nog niet. Bij ons thuis is het echter nog niet gelukt, alle stickers ten spijt. Misschien moet ik er toch maar wat meer tijd en moeite in stoppen. En niet bang zijn voor poep op de bank en vloer…
Tweeling naar de opvang: samen of apart?
Aandacht verdelen
Twee kinderen van dezelfde leeftijd hebben, betekent op hetzelfde moment dezelfde soort aandacht geven. Dat is best een opgave. De grootste strijd van tweelingen is die om de ouderlijke aandacht. Dat geldt natuurlijk voor alle broers en zussen, maar omdat ze in dezelfde ontwikkelingsfase zitten is de strijd nóg sterker. Als ik de één troost omdat hij hard gevallen is, gooit de ander zichzelf ook op de grond (écht, zulke schwalbes heb je nog nooit gezien) en rent naar me toe voor kusjes en knuffels. En over wie het traphekje dicht mag doen samen met mij is ook iedere ochtend strijd.
Het advies van de tweelingexpert: ga niet mee in de strijd en leg uit dat de één de ene keer aan de beurt is en de ander de volgende keer. Probeer ze dus te geven wat ze individueel nodig hebben. Dat zal altijd verschillend zijn, want twee kinderen zijn nooit gelijk.
Vergelijkingsmateriaal
Met een tweeling is de vergelijking heel snel gemaakt en is het lastig om de afzonderlijke verschillen en behoeftes altijd maar in 't vizier te houden. Dat merken wij thuis ook regelmatig. Zoals laatst nog, tijdens een autosafari in Beekse Bergen. Er stonden vijf giraffen aan onze auto te likken. James vond 't geweldig, Lewis schreeuwde het uit. We vonden het wel grappig en filmden de verschillende reacties.
Wat een bangerd! Tot we het filmpje terugkeken en we echt doodsangst in de ogen van Lewis zagen. Wat de één leuk vindt, hoeft de niet ook perse leuk te vinden. De tip? Benader ze als individuen. Zo zullen ze zich ook sneller een individu voelen en beschouwen ze elkaar minder snel als concurrent, wat weer de onderlinge strijd vermindert.
Meer weten? Identiteit bij tweelingen: zo ontwikkelen ze hun eigen 'ik'