Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 
Peuter heeft driftbui
door

Eerste hulp bij driftige peuters: tips van experts

Het is een fase, het is een fase! Ja, dit mantra werkt kalmerend. Maar wil je wat meer handvatten hoe om te gaan met je geen groente etende, bijtende, op de grond van de supermarkt liggende peuter? Lees dan vooral verder.

Advertentie

Pedagoog Sandra Veenstra van opvoedpraktijk Grow’n’up krijgt elke week vragen over driftige peuters. Haar valt op dat veel ouders geneigd zijn driftbuien van hun kinderen te duiden als negatief gedrag. ‘Ze denken dat hun kind een driftbui krijgt om zijn zin door te drukken. Mijn ervaring is dat het vooral een uiting is van frustratie. Kinderen reageren puur. Waar wij hebben leren zeggen dat we iets niet zo prettig vinden, zetten zij het op een schreeuwen. Vaak is het een signaal van iets anders, dat we ze te weinig eigen inbreng geven bijvoorbeeld. Kinderen hebben een sterke drive om dingen zelf te willen beslissen, net als volwassenen trouwens. Maar wij beslissen zó veel voor ze. Of ze naar het kinderdagverblijf gaan, wanneer ze moeten eten, wat ze eten en welke kleding er in de kast ligt.

Tip: Elsbeth Teeling weet ook alles van deze fases, en schreef er meerdere leuke boekjes over

Als peuters regelmatig driftbuien hebben, adviseer ik ouders om te kijken naar wat de achterliggende boodschap hiervan kan zijn. Als je kind na een lange crèchedag rozijntjes wil en enorm boos wordt als hij ze niet krijgt, gaat het waarschijnlijk niet echt om die rozijntjes, maar om aandacht. Je kind heeft een hele dag op de crèche achter de rug en is moe. Hij heeft op dat moment waarschijnlijk behoefte aan quality time. Gewoon even samen een boekje lezen, een spelletje doen, kletsen over de dag. Jij wilt dat je kind op tijd eet en vroeg in bed ligt. Maar uiteindelijk is het misschien beter als je kind iets later naar bed gaat zonder een driftbui te hebben gehad. Dan gaat hij met een tevreden gevoel naar bed en slaapt hij rustiger.’

Emoties aan het roer

Boosheid bij kinderen is normaal, zegt ook Warwick Pudney, psychotherapeut en woededeskundige van de Universiteit van Auckland en schrijver van het boek Kleine vulkaantjes. ‘Kinderen kunnen nog niet goed vertellen wat ze willen en voelen, dus gebruiken ze emoties om te communiceren. In de hersenen van je kind staan de emotiegebieden aan het roer. De prefrontale cortex, essentieel voor sociaal gedrag en het beheersen van impulsen, is bij jonge kinderen nog onderontwikkeld. Daardoor wordt het gedrag veel sterker gestuurd door emoties dan bij volwassenen.’ Pas na zijn derde levensjaar krijgt een kind iets meer controle over zijn emoties. Ook groeit dan zijn woordenschat in razend tempo en kan hij beter duidelijk maken wat hij wil zeggen. Met het flink toenemen van het taalgevoel, nemen de driftbuien af.

Advertentie

Pudney: ‘Ik adviseer ouders hun kinderen zo veel mogelijk emotiewoorden te leren, zoals knorrig, boos, woedend, jaloers, verdrietig en blij. Want hoe groter zijn emotionele vocabulaire is, hoe beter je kind zich kan uitdrukken en hoe minder driftbuien hij nodig heeft om zijn punt te maken. Veel ouders denken dat emotiewoorden te moeilijk zijn voor jonge kinderen omdat ze weinig concreet zijn. Maar kinderen zijn in staat om een omvangrijke woordenschat te ontwikkelen. Door de woorden zelf te gebruiken, neemt je kind ze vanzelf over. Benoem het gewoon: Sofie, ben je misschien jaloers, omdat jij dat speelgoed ook wilt hebben?’ Volgens Pudney is het benoemen van emoties een wondermiddel. ‘Het is wetenschappelijk aangetoond dat kinderen van ouders die emoties benoemen zichzelf beter kunnen troosten en minder snel overspoeld worden door gevoelens.

Lees ook: Je kind kalmeren bij een driftbui: zoveel dagen per jaar ben je eraan kwijt

Boze bui

Als je kind als een razende tekeergaat, hoeft dat dus niet per se te betekenen dat hij boos is. Zo staat ook teleurstelling garant voor een flinke woede-uitbarsting. Pudney: ‘In een bepaalde ontwikkelingsfase komen kinderen erachter dat ze niet het middelpunt van de wereld zijn. Hij is niet de enige die met die mooie auto wil spelen. Voor kinderen is dit vaak een pijnlijke, teleurstellende levensles, die gepaard gaat met veel driftbuien. Ook jaloezie, honger, moeheid, angst en spanning kunnen aan een boze bui ten grondslag liggen. Zo daalt bij een hongerig kind de bloedsuikerspiegel, waardoor hij vanuit een overlevingsdrang zijn toevlucht neemt tot woede.

Nog een trigger: jaloezie, als de aandacht wordt opgeëist door je laptop, telefoon of een broertje of zusje. Met zijn boosheid geeft je kind een duidelijke boodschap af: ver-geet-mij-niet! Omdat vaak meerdere gevoelens via een driftbui naar buiten komen, is het soms even puzzelen wat bij jouw kind de vlam heeft aangewakkerd.’ Het is erg vermoeiend om dagelijks strijd te voeren met je kind over slapen, spelen en tandenpoetsen. Toch is het prettig om te weten dat zijn gedrag nut heeft en niet persoonlijk is bedoeld. Een kind is niet echt tegen zijn ouders gekeerd als hij vaak boos is, al lijkt dat wel zo. Ouders zijn voor een peuter nou eenmaal het eerste oefenmateriaal, omdat hij weet dat ze toch wel van hem houden. Om die positieve reden durft een kind zich te laten gaan. Het is eerder een compliment voor de ouder tegen wie het kind zich afzet. Het betekent bijna altijd dat de band tussen ouder en kind goed is.

Ook Pudney stelt dat het vooral goed is dat je kind zijn boosheid laat zien. ‘Gevoelens uiten is gezond. Het is een snelle manier om stress en opgespaarde woede kwijt te raken. Dus is het niet goed een kind hiervoor te straffen, want je loopt het risico dat hij dan een binnenvetter wordt. De vuistregel is: gevoel mag er zijn, gedrag niet altijd. Hij mag dus best boos zijn, maar niemand pijn doen en niks kapot maken. Vaak helpt het om je eerst in te leven in je boze kind, voordat je begint met grenzen stellen. Neem je kind serieus, toon begrip en kijk wat er achter zijn boosheid zit: wat heeft de driftbui veroorzaakt? Wat wil je kind zeggen? Waar heeft hij moeite mee?’ Tot slot is het belangrijk om de oorzaak van de driftbui aan te pakken. Heeft je kind honger? Geef hem eten. Verdriet? Troost hem en help hem dat verdriet een plek te geven. Een kind dat in de gaten heeft dat je iets aan problemen kunt doen, staat krachtiger in het leven. Hij snapt dat er betere oplossingen zijn dan met zijn hoofd op de grond bonken.’

Advertentie

Tip: Dit zijn goede pedagogische alternatieven voor een time-out

Voorkom de driftbui (garantie tot de voordeur)

  1. Vraag niet te veel
    Je kind is moe, hongerig en had na een lesje peuterzwemmen zijn portie aan prikkels wel gehad. En toch wilde je nog even met haar naar de supermarkt. Dat is vragen om problemen, stelt pedagoog Eva Bronsveld. ‘Met een peuter moet je niet te veel plannen op een dag. Jonge kinderen worden vaak overvraagd. Het is dus niet verstandig om ze na een ochtend op de peuterspeelzaal ook nog eens mee te nemen naar het winkelcentrum.’ En als ze dan eenmaal op de grond liggen, is het belangrijk ze niet alsnog hun zin te geven. ‘Benoem de emoties van je kind, laat weten dat het oké is om je verdrietig of boos te voelen. Zeg bijvoorbeeld: “Je bent echt verdrietig hè? Je had die snoepjes zo graag willen hebben. Maar nu zijn we in de winkel om boodschappen te doen voor het avondeten.” En vaak werkt het dan om een keuze te geven; “Zullen we eerst de groenten halen of eerst de yoghurt voor het toetje?” Daarmee geef je je kind niet zijn zin – want dan leren ze dat het werkt om een driftbui te hebben en doen het volgende keer weer – maar krijgt hij wel de erkenning voor zijn gevoelens en help je je kind om zijn aandacht op iets anders te richten.’
  2. Neem de tijd
    Het is niet realistisch te denken dat je peuter opschiet omdat jij haast hebt. Bronsveld: ‘Het helpt enorm om voldoende tijd te hebben. Als je haast hebt, gaat het mis. Zorg er dus voor dat je ruim de tijd hebt, zodat ze zelf hun schoenen aan kunnen trekken of onderweg tijd hebben om die regenworm te bestuderen.’
  3. Geef je kind keuzes
    ‘We zijn geneigd om sommige situaties af te doen met de woorden “Omdat ik het zeg”. Dat werkt bij veel kinderen juist averechts. Het is veel makkelijker om in plaats van “Trek nu deze jas aan”, te vragen “Wil je je rode of blauwe jas aan?” Of om ze te vragen of ze hun jas willen aantrekken terwijl ze op het krukje zitten of op de tafel staan. Dan hebben ze het idee dat ze zelf de touwtjes in handen hebben,’ zegt Bronsveld.
  4. Geef het goede voorbeeld
    Bronsveld: ‘Kinderen doen wat jij doet, dus het begint bij jezelf. Je moet je eigen gedrag extra in de gaten houden. Als je kind dingen doet die jij niet fijn vindt, is het vaak veel effectiever om naar je eigen gedrag te kijken en dat zo nodig te verbeteren dan je kind proberen aan te pakken. Een kind leert van hoe jij reageert op bepaalde situaties – en neemt dat gedrag over.’
  5. Hou je aandacht erbij
    ‘Als je peuter het gevoel heeft dat je meer geïnteresseerd bent in je telefoon dan in de net door hem gemaakte tekening, kan hij zomaar met zijn potloden gaan gooien in een poging je aandacht te trekken,’ zegt Bronsveld. Betekent dit dat je nooit meer iets voor jezelf kan doen met een peuter in de kamer? ‘Nee natuurlijk niet, maar het helpt wel om duidelijke afspraken te maken. “We gaan nu even samen een boekje lezen, maar daarna moet je zelf even gaan kleuren, oké?”’
  6. Wees duidelijk
    ‘Een kind dat lekker met zijn blokken zit te spelen en opeens alles moet laten vallen omdat hij mee moet naar de supermarkt, wordt echt overvallen door deze actie. Natuurlijk wil hij niet mee: hij wil zijn toren af maken,’ legt Bronsveld uit. ‘En dan gaan ze protesteren en kom je in een situatie waarin je kind allereerst het niet leuk vindt wat jullie gaan doen, maar het vooral vervelend vindt dat er geen rekening wordt gehouden met wat hij wil. En wees eerlijk: wij vinden het zelf ook niet fijn als we opeens alles moeten laten vallen om iets anders te gaan doen.’ Haar tip is dus om ruim van tevoren al aan te geven dat jullie de deur uit gaan, binnenkort gaan eten of naar bed gaan. En doe dat in een begrijpelijke tijdsaanduiding. Woorden als ‘straks’ en ‘over een uur’ snappen peuters niet. Dus zeg: we gaan weg als dit filmpje is afgelopen of als je je kleurplaat af hebt. Of zet een timer, dat kan ook werken.

Tip: 10 redenen waarom driftbuien goed zijn voor je peuter

Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine –  Auteur: Catelijne Elzes, Beeld: Shutterstock

Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.

Redactioneel – Offer- Schoenen

Schoenen

Dutchy kinder gymschoenen
Shop nu