Wat is woordenschat?
De woordenschat is het totaal van de woorden dat je kind kent. Daarbij is er een verschil tussen receptieve en productieve woordenschat. De receptieve woordenschat bestaat uit woorden die je kind begrijpt. Woorden die actief worden gebruikt door praten of schrijven, vormen de productieve woordenschat. Over het algemeen geldt dat je meer woorden begrijpt dan je actief kunt gebruiken.
Tip: Ga lekker lezen met je kind, hier vind je leuke boekjes
Waarom is woordenschat belangrijk?
Een rijke woordenschat is een goede basis voor de verdere ontwikkeling van je kind. Vooral als hij eenmaal naar de basisschool gaat, heeft hij er profijt van als hij genoeg woorden kent:
-
Hij kan zichzelf uiten en kenbaar maken wat hij wil.
-
Hij kan makkelijker contact maken met andere kinderen.
-
Schooltaal (Cognitieve Academische Taalvaardigheid oftewel CAT) wordt sneller begrepen en beheerst
-
Hij kan deelnemen aan gesprekken en verhalen of instructies goed begrijpen.
Dit alles geeft een kind zelfvertrouwen.
Lees meer: 9 tips om het vertrouwen van je kind te vergroten
Voor en na de geboorte
Als je baby nog in de buik zit, kan hij al geluiden horen. Na de geboorte heeft je baby vaak een voorkeur voor bekende geluiden, zoals de stem van zijn ouders. Hij ontdekt in de eerste maanden van zijn leven al dat hij kan communiceren door zichzelf te laten horen. Dat doet hij eerst vooral door te huilen en later ook met brabbelgeluiden. Hier volgt een schema met de leeftijden van een kind en zijn taalontwikkeling.
0 – 1 jaar
In het eerste levensjaar van je baby bestaat zijn taalontwikkeling uit:
-
verschillende geluiden herkennen
-
het zelf produceren van geluiden
-
de eerste communicatie met andere mensen
Als je baby tussen de zes en zeven maanden oud is, begint hij met brabbelen. Hij maakt klanken zoals 'e' of 'a' als zijn mond open is en als zijn mond dicht is kan hij 'm' of 'p' laten horen.
1 – 2,5 jaar
Je kind maakt steeds meer verschillende klanken en dit leidt uiteindelijk tot zijn eerste woordje. Gemiddeld zegt een kind rond zijn eerste verjaardag zijn eerste woordje. Denk bijvoorbeeld aan mama, papa, poes, hond, auto, bal of dag. Het is niet zo gek dat je kind juist één van deze woorden kiest. Hij ziet of hoort hen dagelijks! Vervolgens leert je kind steeds meer en steeds sneller allerlei woorden te gebruiken.
Een kind van achttien maanden gebruikt gemiddeld vijftig woorden en van twee jaar gemiddeld tweehonderd woorden. Hoe meer woorden een kind kent, des te beter kan hij woorden combineren. Je zult merken dat bij het toenemen van voorzetsels (in, op) en werkwoorden (pakken, lopen, slapen) de eerste zinnetjes kunnen ontstaan, zoals 'jas aan' of 'papa, bal pakken'.
2,5 – 5 jaar
In deze fase kan je kind met woorden steeds meer duidelijk maken. Ingewikkelde klanken zoals 'r', 's' of samengestelde klanken zoals de 'sch' in 'school' spreekt de één gemakkelijker uit dan de ander. Zinnen worden steeds langer. Als je kind drie jaar is, bestaan zinnen minimaal uit ruim drie woorden en bij vier jaar uit vier woorden.
De woordenschat groeit explosief tot gemiddeld drieduizend woorden op vijfjarige leeftijd. Niet voor niets wordt telkens een 'gemiddelde' genoemd: woordenschat en zinslengte kunnen ook op latere leeftijd enorm uiteenlopen.
5 – 10 jaar
Woorden waarin de klanken 'sch', 'sf' 'sk' en 'r' voorkomen, blijven soms lastig. Dit kan ook te maken hebben met het wisselen van de melktanden. Als je kind zes jaar is, kent hij tussen de zes- en achtduizend woorden. De zinnen die hij maakt, worden steeds langer. Je kind zal mede daardoor een langer en gedetailleerder verhaal vertellen.
Bron: hanze.nl
Woordenschat kind: zo stimuleer je dat
Het staat dus als een paal boven water dat een grote woordenschat je kind veel goed brengt. Maar wat als hij niet zo veel interesse heeft in taal en woorden? Op de volgende tien manieren kun je de woordenschat van kinderen stimuleren.
- 01.
Voorlezen
De bekendste manier om de woordenschat van je kind te vergroten, is voorlezen. Lees voor het slapen een verhaaltje voor en pak ook overdag eens een boek uit de kast. Ook kun je lid worden van de bibliotheek om nieuwe boeken uit te zoeken. Daar worden ook regelmatig activiteiten georganiseerd zoals een voorleesochtend of -middag. Dit zijn 7 voordelen van voorlezen aan je baby. - 02.
Zingen
Door samen bekende en eenvoudige kinderliedjes te zingen, herkent je kind bepaalde woorden. Probeer vaker dezelfde liedjes te zingen en op een gegeven moment zingt hij alle liedjes met je mee. Tip: luister kinderliedjes in de auto. - 03.
Een gesprek voeren
Kinderen leren het meest van hun ouders. Praat daarom zelf veel met je kind. Je kunt bijvoorbeeld vertellen wat je aan het doen bent door letterlijk te zeggen: 'Mama is nu aardappels aan het koken.' Je kunt ook een gesprek voeren over wat jullie die dag samen hebben gedaan. Neem hier wel de tijd voor, want peuters kunnen soms niet meteen op het juiste woord komen. Als hij een moeilijk woord gebruikt, kun je hem een compliment geven of een high five. Tips: zo voer je een goed gesprek met je peuter - 04.
Woordspellen
Door samen woordspellen te spelen, leert je kind op een speelse manier nieuwe woorden kennen. Je kunt bijvoorbeeld een rollenspel spelen met een thema zoals 'de kledingkast' of 'in de supermarkt'. Je leert hem dan nieuwe woorden zoals 'sokken', 'blouse', 'tomaat' en 'komkommer'. 'Ik ga op reis en ik neem mee…', het raden van een voorwerp ('het is groot en groen en het heeft blaadjes', of letterspelletjes ('noem zoveel mogelijk dieren met een P') kunnen door oudste peuters en jongste kleuters al gespeeld worden. Als je kind wat ouder is, zijn Scrabble of 30 Seconds geschikte spelletjes. - 05.
Samen rijmen
Als iets rijmt, kunnen kinderen het beter onthouden. En rijmen is goed voor het taalgevoel en de woordenschat. Het geeft vervolgens weer zelfvertrouwen wanneer kinderen merken dat het rijmen hen makkelijk afgaat. Als je kind naar een gedicht luistert, hoort hij hoe woorden en zinnen worden opgebouwd. Door ritme en melodie zijn woorden beter te onthouden. - 06.
Online woorden oefenen
Online kun je ook allerlei spellen vinden waarmee je de woordenschat van je kind stimuleert. Voorbeelden vind je op de website van bijvoorbeeld Squla. - 07.
Samen bakken, timmeren, knutselen
Door samen te bakken of te koken leert je kind veel nieuwe woorden. Leg stap voor stap uit hoe je een gerecht bereidt. Samen lezen jullie het recept en zetten jullie de ingrediënten klaar. Maar ook timmeren, zagen, schuren, of poppenkleertjes naaien, in elkaar zetten van een legohuis of knutselen van sieraden dragen bij aan de woordenschat. Begrippen als plaatsbepalingen (op, tussenin, onderdoor, tegenover) of bijwoorden (natuurlijk, bovendien, eigenlijk, eerst, laatst, daarna) komen veel aan bod. - 08.
Omgaan met andere kinderen
Als je kind naar de kinderopvang of peuterspeelzaal gaat, komt hij al regelmatig in contact met andere kinderen. Kinderen leren veel van elkaar! - 09.
Songteksten
Soms zijn kinderen vinden niet te porren voor een boek, maar wel voor het lezen van versjes, gedichten of korte teksten. Denk daarom ook aan song- of rapteksten van hun favoriete artiest, recepten, strips of (jeugd)nieuwsberichten. - 010.
Kijk informatieve programma's
Weigert je kind een boek of informatief tijdschrift te lezen? Zet dan eens het Jeugdjournaal of Het Klokhuis aan en kijk hier samen naar. De makers van deze programma's weten precies hoe ze iets ingewikkelds goed en begrijpelijk kunnen uitleggen aan kinderen.
Lees meer: Zo verloopt de spraakontwikkeling bij peuters en kleuters
Wat kun je beter niet doen?
-
Boos/geïrriteerd worden
-
Zinnen aanvullen
-
Steeds verbeteren
-
Zeggen dat het fout is
-
Te vaak vragen of je kind wilt herhalen wat hij zegt
Wanneer is logopedie nodig?
- 01.
Praat erover met de leider van het kinderdagverblijf of de leerkracht van school.
- 02.
Bezoek een consultatiebureau of de huisarts als de leidster of juf het met je eens is dat je kind meer moeite heeft dan normaal met het uitspreken en/of begrijpen van woorden. Het kan zijn dat het een lichamelijke oorzaak is en je kind voor een periode niet goed hoort door bijvoorbeeld een oorontsteking, verkoudheid of ontstoken amandelen. Hierdoor ontstaan soms problemen met praten en begrijpen.
- 03.
Blijkt dat je kind wel een probleem heeft met praten en begrijpen dan verwijst de arts je door naar de logopedist. Dit kan al bij kinderen vanaf ongeveer 2,5 jaar.
Tip: je kunt ook het 'spreekuur logopedisten van de GGD' bezoeken. Hier observeert een logopedist kinderen in een groepje.