
Taalontwikkelingsstoornis, wat is het en wat kun je eraan doen?
Elk kind leert de taal op zijn eigen tempo. De een is er snel mee, de ander heeft langer de tijd nodig. Maar soms vindt een kind het erg moeilijk om de taal te begrijpen of heeft hij of zij veel moeite met praten. Herken je jouw kind hierin? Misschien heeft hij een taalontwikkelingsstoornis.
Wat is een taalontwikkelingsstoornis?
Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis, ook wel TOS genoemd, verwerken taal in de hersenen minder goed. Daardoor hebben ze bijvoorbeeld veel moeite met praten of met het begrijpen van taal. De taal- en spraakontwikkeling verloopt bij hen anders dan bij leeftijdsgenoten. Een TOS komt regelmatig voor bij jonge kinderen. Volgens schattingen heeft zo’n zeven procent van alle vijfjarigen een taalontwikkelingsstoornis. Een TOS komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
Lees ook: De meest voorkomende spraakproblemen bij kinderen
Wat veroorzaakt een taalontwikkelingsstoornis?
Hoe een TOS ontstaat, is nog niet precies bekend. Wel is zeker dat het een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis is. Dat wil zeggen dat taal bij deze kinderen in de hersenen minder goed wordt verwerkt. Er zijn aanwijzingen dat erfelijkheid hierbij een rol speelt. Als een van de ouders een TOS heeft, dan is de kans groter dat het kind er ook last van krijgt. Lees meer over erfelijkheid en genen
Verschillende vormen
Een TOS kan zich uiten in verschillende vormen. Zo kan het zijn dat een kind heel laat gaat praten. Denk aan een driejarige die alleen in losse woorden spreekt en slechts heel af en toe een zinnetje maakt van twee woorden, in plaats van volledige zinnen. Maar een kind met TOS kan ook helemaal niet praten of een kleine woordenschat hebben. Bij een andere vorm van TOS kunnen kinderen bepaalde klanken niet maken waardoor ze moeilijk te verstaan zijn. Ze zeggen bijvoorbeeld ‘aties’ als ze ‘eendjes’ bedoelen.
Het kan ook voorkomen dat een kind moeite heeft met het vinden van de juiste woorden. Soms is er met de spraak niets aan de hand, maar zit het probleem in het begrijpen van opdrachten. Hierdoor kan je kind bijvoorbeeld moeilijker meekomen op school. Kinderen met een TOS kunnen een van deze problemen hebben of meerdere tegelijk.
Verschil met een taalontwikkelingsachterstand
Een taalontwikkelingsstoornis wordt vaak verward met een taalontwikkelingsachterstand (TOA). Maar dit zijn twee totaal verschillende dingen. Je spreekt van een taalontwikkelingsachterstand als de spraak van een kind achterblijft door onvoldoende taalaanbod vanuit de omgeving. Hierbij gebruikt je kind taal die niet passend is bij zijn of haar leeftijd, maar hoort bij jongere kinderen. Een TOA komt voor bij ongeveer 25 procent van de kinderen. Vaak zijn dit kinderen die (tijdelijk) niet goed horen.
Ook kinderen die meertalig worden opgevoed of weinig interactie hebben met hun omgeving hebben een grotere kans op een TOA. Taal leert een kind namelijk vooral in interactie, dus in contact met een ander. Kenmerkend voor een TOA bij meertalige kinderen is dat ze zich wel goed ontwikkelen in de moedertaal. Maar doordat ze de tweede taal, bijvoorbeeld het Nederlands, te weinig te horen krijgen, lopen ze hier een achterstand in op. Overigens kan een kind zowel een TOS als een TOA hebben.
TOS en voorlezen
Een taalontwikkelingsstoornis heeft niks te maken met een verminderd taalaanbod. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je kind een TOS heeft opgelopen, omdat je hem bijvoorbeeld te weinig hebt voorgelezen. Om nog maar meteen een ander kwetsend vooroordeel de wereld uit te helpen: je kind heeft ook niet meer kans op een TOS als je als ouder veel op je telefoon zit. Een taalontwikkelingsstoornis ontstaat doordat je kind taal in de hersenen niet goed kan verwerken. Uiteraard is het voor een kind met TOS wel heel helpend als je hem of haar veel voorleest en samen liedjes zingt. Je kind heeft namelijk veel meer taalinput nodig dan een kind zonder een TOS.
Ook handig: Tweetalig opvoeden: hoe pak je dat aan?
Gevolgen van een TOS
Een taalontwikkeling die anders verloopt, kan best wat gevolgen hebben voor zowel je kind als jou. Je kind kan gefrustreerd raken als hij zich niet goed kunnen uiten. Stel, je wilt geen hagelslag op je brood maar jam, maar je kunt het niet zeggen, dan is het best begrijpelijk dat je daar boos om wordt. Een kind met een TOS kan zulke situaties de hele dag door ervaren. Andere kinderen worden juist heel stil. Ze hebben het gevoel dat ze toch niet begrepen worden. Een TOS kan zo leiden tot gedragsproblemen. Ouders geven soms aan dat ze merken dat ze van hun kind verwijderd raken en dat ze hun kind niet begrijpen. Andersom snapt hun kind hen niet. Dat kan bij beiden tot veel frustratie en ook opvoedproblemen leiden.
Ook in sociaal opzicht is taal een heel belangrijk instrument. Als je taal te langzaam verwerkt, val je sneller buiten de boot. Kinderen met een TOS hebben dan ook meer sociale problemen, zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden. Omdat ze in het begrijpen en spreken van taal achterlopen op leeftijdsgenoten, volgen ze niet altijd wat er gebeurt op school. Daardoor is het voor hen moeilijk om emoties bij anderen en zichzelf te herkennen en te begrijpen. Doordat ze vaker worden buitengesloten, krijgen ze minder mogelijkheden om hun sociale vaardigheden verder te ontwikkelen. Zo kan de sociaal-emotionele ontwikkeling in een negatieve spiraal terechtkomen.
Hoe herken je een TOS?
Een TOS kun je bijvoorbeeld herkennen aan:
• Je kind begint laat met praten. Het zegt bijvoorbeeld nog geen 2-woord zinnen op tweejarige leeftijd.
• Je kind praat weinig of onverstaanbaar.
• Je kind begrijpt vaak niet wat je zegt.
• Je kind maakt veel foute zinnen.
• Je kind vindt het moeilijk om een goed verhaal te vertellen.
Een TOS wordt lang niet altijd op tijd herkend. Soms wordt gedacht dat een kind niet zo goed kan leren of dat hij of zij een vorm van autisme heeft. Een TOS heeft overigens niks te maken met intelligentie. Het risico dat een TOS niet op tijd wordt herkend, is groter bij kinderen die meertalig zijn. Het kan voorkomen dat je omgeving je probeert gerust te stellen. Maar het kan nadelig uitpakken om lang af te wachten. Hoe jonger een kind is, hoe beter het de taal kan leren.
Wat te doen bij een taalontwikkelingsstoornis?
Als je je zorgen maakt om de taalontwikkeling van je kind, kun je dit bespreken met de jeugdarts of de verpleegkundige van het consultatiebureau of met de huisarts. Het consultatiebureau of de huisarts kan je verwijzen naar een audiologisch centrum waar je kind kan worden getest. Het advies van het audiologisch centrum is bepalend voor het soort hulp dat je krijgt.
Je kunt ook contact opnemen met een logopedist. Let erop dat deze is gespecialiseerd in TOS en in jonge kinderen. De logopedist kan de taalontwikkeling van je kind onderzoeken en je doorverwijzen naar een audiologisch centrum als dat nodig is.
Ook handig: Zo gaat een logopedist bij kinderen te werk
TOS behandeling
Voor kinderen onder de vier jaar met een TOS is vroegbehandeling een optie, zoals bij Kentalis of NSDSK. Bij oudere kinderen kan de behandeling bestaan uit gewone logopedie, ondersteuning op school of intensieve groepstherapie buiten school. Het kan ook zijn dat je kind het beste op zijn plaats is op bijvoorbeeld cluster 2 onderwijs. De zwaarte van de TOS is bepalend voor de hulp die je kind krijgt.
Lees ook: Welke soorten basisscholen zijn er?
Tips om je kind te helpen
Als je te horen krijgt dat je kind een TOS heeft, vraag je je vast af wat je kunt doen om je kind te helpen. Hieronder een aantal tips.
- Doe het voor
Alle kinderen, maar zeker kinderen met TOS, leren van nadoen en naleven. Als je kind een opdracht niet begrijpt, zoals bijvoorbeeld smeer je boterham en doe het in je trommeltje, doe het dan voor. Zeker als het gaat om samengestelde opdrachten. Je kind kan het dan nadoen. - Blijf praten, op de ‘gewone’ manier
Blijf met en tegen je kind praten. Ook als je kind weinig terug praat. Je hebt misschien de neiging om veel vragen te stellen of je kind woorden te laten nazeggen. Maar zo verstoor je de natuurlijke taalverwerving. Praat zoals je anders ook doet. - Praat rustig
Veel met je kind praten is goed, maar let erop dat je geen ‘spraakwaterval’ wordt. Praat op een rustig tempo. Geef je kind de tijd om te reageren en te verwerken wat je zojuist hebt gezegd. Luister goed naar hem. Bijkomend voordeel van rustig praten is dat je zelf ook meer tijd hebt om te reageren. - Benoem emoties
Emoties zijn belangrijk om over te praten met kinderen met een TOS, omdat zij moeite kunnen hebben met sociale vaardigheden en het herkennen en uiten van emoties. Benoem daarom de emoties van je kind. En praat over je eigen emoties. Dat kan met je kind, maar ook bijvoorbeeld met je partner, terwijl je kind erbij is. Je kind leert ook van bij een gesprek zitten en ernaar luisteren. Praat over de vier basisemoties; blij, boos, verdrietig of bang. Maar ook over andere emoties zoals frustratie of ongerustheid. Zo geef je je kind de kans meer te leren over al deze gevoelens. Het helpt hem om er beter mee om te gaan. - Gebruik visuele ondersteuning
Maak gebruik van afbeeldingen. Heb je het bijvoorbeeld over een eend, laat dan een plaatje van een eend zien. Als je het over een boek hebt, kun je een boek omhoog houden terwijl je zegt; wil je een boek lezen? Als het kind later het woord lastig vindt, kan het ook zelf het boek pakken. Zo help je je kind met jou te communiceren op een manier die voor hem prettig is.
Gaat een TOS vanzelf over?
Helaas gaat een TOS niet vanzelf over. Een TOS kan overgaan of milder worden met goede behandelingen, maar een groot deel van de kinderen met een TOS blijft er zijn hele leven last van houden. Zij blijven bijvoorbeeld moeite houden met het vinden van woorden, als ze moe zijn. Of met luisterverhalen of teksten op de middelbare school. Gelukkig wordt er veel onderzoek gedaan naar TOS en wordt er steeds meer over bekend. Behandeling, begeleiding en (ouder)ondersteuning is volop in ontwikkeling. Lees hier meer over de laatste onderzoeken naar TOS.
Wil je als ouder meer informatie over een TOS? Neem een kijkje op allesoverTOS.nl. Heeft je kind een TOS en wil je praten met andere ouders over waar je tegenaan loopt, dan zijn er diverse Facebook- groepen voor ouders.
Dit artikel kwam tot stand met medewerking van Heleen Gorter, auteur van het boek Vechten voor mijn kind met een TOS
Bronnen: Kentalis, JGZ, Logopedie.nl – Beeld: GettyImages