'Je hebt baby's die huilen en je hebt baby's die húílen. Die eerste categorie hoor je weleens in de supermarkt of in een café. Die baby's kunnen getroost worden met een fles of een paar warme armen.
Die tweede categorie krijst tot ze rood aanloopt, met gebalde vuistjes, gesloten ogen en een gespannen lijfje. Het geluid gaat door merg en been. Je kent het alleen als je een kind hebt dat op zo'n manier huilt, want je gaat er niet mee naar buiten.
Lees ook: Mijn baby huilt, wat nu?
Krijsen, krijsen, krijsen
Mijn zoon krijste vanaf week twee van zeven uur 's ochtends tot zeven uur 's avonds, tot hij uitgeput in slaap viel. Zelfs als hij sliep zag ik zijn ongemak: hij kreunde en maakte verkrampte bewegingen.
Ik wist dat er iets mis was en had het vermoeden dat het met zijn voeding te maken had, zijn gedrag was zo anders dan dat van mijn dochter toen ze klein was. Hij was niet ontevreden, hij had pijn.
Ik klopte aan bij het Consultatiebureau en de huisarts, nam in het weekend of 's nachts contact op met de huisartsenpost. Maar niemand nam me serieus.
'Het ligt aan jou'
Het ligt aan jou, was de boodschap. Jij bent gestresst, dat projecteer je op je baby en daarom huilt hij zoveel. Als jij rustig wordt, dan wordt hij dat ook. Die mededeling maakte me alleen nog maar gestresster, want hoe blijf je rustig als je de hele dag met een krijsende baby bent?
We kunnen je niet helpen, je probeert aandacht te trekken en daarmee moet je ophouden, dit is jóúw probleem, hoorde ik als ik toch weer naar de huisartsenpost belde. Ik stond genoteerd als 'die hysterische moeder' die niet meer mocht komen als ze belde.
Lees ook: Huilbaby: hoe ga je ermee om?
Wachtlijst voor kinderarts
Alleen mijn huisarts was bereid om mee te denken, maar ook hij zag de nood van de situatie niet in. Mijn zoon kreeg maagzuurremmers, het advies voor een babymassage en een doorverwijzing naar de kinderarts, maar omdat ik niet aangemeld werd als spoedgeval, belandde ik op de wachtlijst.
Uit pure wanhoop zocht ik via het illegale circuit naar koemelkvrije voeding, omdat ik ervan overtuigd was dat dát het probleem was. Ik reed 's avonds naar de andere kant van het land om een pot te bemachtigen.
Enge gedachten
Het dieptepunt kwam toen ik boven het raam dicht wilde doen en ineens dacht: ik kan mijn baby ook naar beneden gooien, dan heeft hij tenminste rust. Meteen heb ik de huisarts gebeld.
Toen pas, ben ik op mijn strepen gaan staan: ik heb hulp nodig, niet morgen, niet over vijf minuten, maar nú. Had ik dat maar eerder gedaan, denk ik nu.
Psychiater zei wat ik al wist
Al zagen ze mij nog altijd als het probleem, tot ik bij de psychiater zat voor de intake van mijn opname en hij mijn ontroostbare baby zag en zei: jij bent niet het probleem, het is je baby die hulp nodig heeft.
De volgende dag zat ik bij de kinderarts. Mijn zoon bleek helemaal verstopt te zitten, reflux en koemelkintolerantie te hebben. toen hij medicijnen en speciale voeding kreeg, ging het langzaam beter.
Lees ook: Reflux bij baby's: wat kun je doen?
Ook ik had hulp nodig
Tot hij een maand later het RS-virus opliep en nog weer later een bijna-wiegendood kreeg. Mijn zorgen voor hem slokten me op, ik cijferde mezelf weg, raakte uitgeput en kreeg psychische klachten. Ook voor mezelf had ik hulp moeten afdwingen, momenten van ontspanning zodat ook ik op adem kon komen. Douchen, in bad gaan, rustig eten of een filmpje kijken, het zijn kleine dingen die enorm helpen. Tegenwoordig doe ik dat gelukkig wél.'