Ben je een hoogbegaafde jongen, is je huidskleur wit en ben je geboren in een kansrijk gezin, dan is de kans dat je als hoogbegaafd kind (dan heb je een IQ van 130 of hoger) wordt gesignaleerd door je leerkracht 60 procent.
Ben je een hoogbegaafd meisje dat in Turkije of Eritrea is geboren, spreek je de Nederlandse taal nog niet goed én groei je op in een kansarme omgeving, dan is die kans maar 15 procent. Terwijl je IQ even hoog is als dat van de witte jongen.
Lees ook: Onderwijsdeskundige Sonja Borgsteede over hoe je hoogbegaafdheid herkent
Tweede derde hoogbegaafde meisjes niet gezien
Dit is een van de uitkomsten van het onderzoek (On)gezien van onderzoeks- en ontwikkelingsorganisatie Scaliq, uitgevoerd in samenwerking met de Gelijke Kansen Alliantie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het onderzoek, uitgevoerd onder 5371 basisschoolleerlingen op 29 scholen in Nederland, had als doel inzicht te bieden in de staat van het signaleren van hoogbegaafdheid en manieren om deze te verbeteren.
En dat blijkt nodig: twee op de honderd Nederlandse kinderen hebben een IQ van boven de 130, maar slechts 48 procent van hen wordt herkend als mogelijk hoogbegaafd. Opvallend zijn de verschillen tussen de geslachten: bijna twee derde van de meisjes met een zeer hoog IQ wordt over het hoofd gezien.
Beter af op de havo?
Al jaren ziet Sofie van de Waart, onderwijsspecialist, bekend als 'juf Sofie' en betrokken bij de Gelijke Kansen Alliantie, vooral 'witte jongens' in de zogenoemde plusklassen, de speciale klassen voor hoogbegaafde kinderen.
„Leerkrachten denken bij een leerling van kleur vast regelmatig: die zou wel naar het gymnasium kunnen. Maar vaak wordt er óók gedacht: die leerling heeft geen ouders die haar of hem kunnen helpen, dus deze leerling is beter af op de havo. Terwijl een kind pas echt wordt geholpen met een goede opleiding, tussen gelijkgestemden."
Koppelen aan een maatje
Van de Waart vindt dat een leerkracht op zo'n moment het plaatselijke gymnasium zou moeten bellen en de situatie voorleggen. „Wie weet kunnen ze de bewuste leerling koppelen aan een maatje, aan iemand die de brieven van school voor de ouders vertaalt. Ik vind dat er voor dat soort interventies tijd gemaakt moet worden.''
De onderwijsspecialist merkt ook terughoudendheid bij de ouders van leerlingen uit deze groep. „Zij begrepen niet waarom we dit onderzoek deden. Of dachten: doe maar gewoon normaal. Dat zien we ook terug in de cijfers: ben je een hoogbegaafde jongen die alle onderzochte eigenschappen meeheeft, dan is de kans dat je ouders de leerkracht informeren over je mogelijke hoogbegaafdheid 64 procent. Ben je een hoogbegaafd meisje en heb je alle onderzochte eigenschappen tegen, dan is die kans maar 2 procent."
Vergevorderde tekeningen
Hoogbegaafdheid wordt in veel gevallen vastgesteld met een IQ-onderzoek. Dat is duur: rond de 800 euro. Vaak betalen ouders dat zelf. Toch zijn er andere manieren om te zien of leerlingen meer in hun mars hebben en of ze andere hulp moeten krijgen, zegt Van de Waart.
„Bij kleuters zie je het bijvoorbeeld aan vergevorderde tekeningen. Tekent een kleuter specifieke details, zoals wenkbrauwen bij een mens? Wacht dan geen weken met meer uitzoeken rondom deze kleuter, want zij of hij kijkt om zich heen in de klas, ziet andere kinderen krassen en past zich razendsnel aan. Vooral meisjes doen dat."
Lees ook: Of een kind hoogbegaafd is, is mogelijk te zien aan zijn tekeningen
Ook de plek waar je wieg stond heeft invloed op de kans om gesignaleerd te worden door de leerkracht. In het onderzoek is te zien dat kinderen met een Europese herkomst vaker gezien werden dan kinderen met niet-westerse wortels.
Een gevolg van het niet-signaleren van hoogbegaafdheid is dat kinderen vastlopen doordat ze werken onder hun niveau. Met problemen als depressies en verslavingen als gevolg, met name onder de groep hoogbegaafde thuiszitters, ziet Van de Waart. „Zonder gelijkgestemden voelen ze zich onbegrepen. Als jij een IQ hebt van 140 en de rest van 110, dan past dat niet. Het grootste probleem is eenzaamheid."
Lees ook: Hoogbegaafde Tim zat drie maanden thuis: 'De school kon niets voor hem betekenen'
Leren signaleren op de pabo
Wat nu? Onderzoeksbureau Scaliq adviseert een betere signalering op de basisschool. Van de Waart meent dat op de pabo meer aandacht naar het signaleren moet. Bovendien moet er beter gekeken worden naar kinderen, in plaats van naar toetsresultaten. Hoe praat de leerling, hoe associeert zij of hij?
„Grote bedrijven in Nederland halen personeel uit de hele wereld, terwijl we hier kinderen op het verkeerde niveau onderwijzen. We laten veel talent verloren gaan. We hebben een bord voor onze kop."