Wat suggereert de kop?
'Nieuwe test spoort vroeg zwangerschapsvergiftiging op' kopte NOS recent. Zwangerschapsvergiftiging is een potentieel ernstige complicatie van een zwangerschap, met risico's voor moeder en kind. Dus een test die dat al vroeg in de zwangerschap kan opsporen klinkt als groot nieuws. Wat is dit precies voor test en is deze test nu al direct toepasbaar?
Waar komt dit nieuwsbericht vandaan?
Er is sprake van zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie) als je tijdens de zwangerschap een hoge bloeddruk en eiwitten in de urine hebt. De exacte oorzaak is niet bekend. Het heeft dus niets te maken met een voedselvergiftiging, maar kan wel belangrijke en ernstige gevolgen hebben voor jou en je baby.
In een milde vorm komt zwangerschapsvergiftiging bij 5 op de 100 zwangere vrouwen voor. Op dit moment wordt de diagnose zwangerschapsvergiftiging gesteld door het meten van de bloeddruk en het controleren of er eiwitten in de urine aanwezig zijn. Meestal treden klachten pas op na de twintigste week van de zwangerschap (in het tweede of derde trimester).
Onderzoekers zijn op zoek naar een test die al in een eerder stadium kan voorspellen of een vrouw zwangerschapsvergiftiging gaat ontwikkelingen. Dus in het eerste trimester van de zwangerschap, vóórdat er sprake is van een hoge bloeddruk of eiwit in de urine. Daarom hebben zij gegevens van 1115 zwangere vrouwen verzameld. Hiervan kregen 161 de 'nieuwe bloedtest' tijdens het eerste trimester: deze test gebruikt een techniek die lijkt op die van de NIPT.
Bij 4 van deze 161 zwangere vrouwen (2,5%) bleek de test aan te geven dat zij zwangerschapsvergiftiging zouden ontwikkelen, wat volgens een persbericht van het Amsterdam UMC 'een laag maar correct getal is omdat 1-5 procent van de zwangere vrouwen met deze aandoening te maken krijgt.' De onderzoekers stellen dat de test in de toekomst mogelijk een rol kan spelen bij het vroeg diagnosticeren van verschillende complicaties van de zwangerschap, waaronder zwangerschapsvergiftiging. Zij geven aan dat de – dus nog te ontwikkelen – test eerst nog bij grotere aantallen zwangere vrouwen getest moet worden, en dat de testresultaten door onafhankelijke onderzoekers bevestigd moeten worden.
Is dit écht iets nieuws?
Al in 2013 kopte NU.nl: 'Eiwitten in het bloed voorspellen risico zwangerschapsvergiftiging.' Ook toen was het doel van een onderzoek om met deze eiwitten in een vroeg stadium zwangerschapsvergiftiging te voorspellen. Echter is sindsdien over deze 'eiwittechniek' geen nieuw onderzoek verschenen, laat staan dat er een bruikbare test beschikbaar is gekomen.
In 2018 verscheen er een onderzoek waarin dezelfde techniek werd gebruikt voor het voorspellen van een spontane premature bevalling (een zwangerschapsduur korter dan 37 weken). Ook deze test is nog niet verder onderzocht op grotere groepen zwangere vrouwen en niet in gebruik.
In het persbericht van het Amsterdam UMC wordt nu wel al voor de 'nieuwe test' voor het voorspellen van zwangerschapsvergiftiging een schot voor de boeg genomen door "het ideale testscenario" te schetsen dat de test in de toekomst vanwege "dezelfde route voor afname, opwerking en analyse" gecombineerd kan worden met de NIPT.
Overigens is het op dit moment niet mogelijk zwangerschapsvergiftiging of de ernstigere vorm hiervan tijdens de zwangerschap te genezen. De behandeling is gericht op het bestrijden van de symptomen (dus bijvoorbeeld het met medicijnen verlagen van de bloeddruk) met als doel het bewaken van de gezondheid van moeder en kind. Soms wordt daarom besloten het kind vroegtijdig geboren te laten worden, omdat moeder en eventueel kind anders te ziek worden. Maar dit is niet altijd mogelijk omdat zwangerschapsvergiftiging ook al vroeg in de zwangerschap kan t op reden, dat het kind nog niet levensvatbaar is. Hiermee is dan ook meteen de vervolgvraag wat daadwerkelijk de concrete meerwaarde van de nog te ontwikkelen bloedtest is, omdat een vroege behandeling van zwangerschapsvergiftiging niet voor handen is.
Wat kunnen we hier nu concreet mee?
Aangezien de bloedtest om zwangerschapsvergiftiging op te sporen nog in ontwikkeling is, kan deze op dit moment nog niet in de praktijk door zwangere vrouwen gebruikt worden. Of dit in de toekomst wel zo zal zijn, lijkt op basis van het beloop van vergelijkbare eerdere onderzoeken allerminst zeker. Voor zwangere vrouwen verandert dit nieuws dus niets, de Amsterdamse onderzoekers doen ook nog geen uitspraak over of en wanneer vervolgonderzoek zal plaatsvinden.