Naar schatting tien procent van de zwangerschappen eindigt in een miskraam. Dit is het verlies van de zwangerschap tijdens de eerste 16 weken. Meestal gebeurt het in het eerste trimester, dus voor de 12e week van de zwangerschap. Een miskraam ontstaat wanneer het vruchtje niet levensvatbaar is, waardoor het stopt met groeien en het hartje niet meer klopt.
Bij een miskraam kun je buikpijn en bloedverlies krijgen, waarbij je het vruchtje verliest. Dit heet een spontane miskraam. Ook kan tijdens een echo, meestal de termijnecho, worden ontdekt dat het hartje niet meer klopt. Dit wordt ook wel een gemiste miskraam genoemd. Helaas is een miskraam niet te voorkomen of tegen te houden.
Curettage na een miskraam
Als tijdens een echo wordt ontdekt dat het vruchtje niet meer leeft, zijn er drie opties:
-
Afwachten tot de miskraam vanzelf op gang komt.
-
De miskraam opwekken met tabletten (mifepriston en misoprostol).
-
Curettage: een ingreep in het ziekenhuis.
Op Thuisarts.nl vind je een keuzehulp met alle belangrijke informatie over de drie opties naast elkaar. Dit kan helpen hier een beslissing in te nemen.
Lees meer: zo verloopt een miskraam wanneer je afwacht tot het vanzelf op gang komt
Wat is curettage?
Een curettage is een korte ingreep om de baarmoeder leeg te maken. Je moet hiervoor naar het ziekenhuis. Via de vagina brengt de arts een kleine zuiger of een schraper (een soort lepeltje) in je baarmoeder. Daarmee haalt hij het vruchtje, de vruchtzak en placentaweefsel weg.
Wanneer krijg je een curettage bij een miskraam?
Als je niet wilt afwachten tot je het vruchtje vanzelf verliest, kun je medicijnen voorgeschreven krijgen die ervoor zorgen dat de miskraam begint, of je kunt kiezen voor curettage. De medicijnen kun je zelf thuis inbrengen en meestal begint de miskraam binnen twee dagen. Lees meer over het opwekken van de miskraam.
Een deel van de vrouwen krijgt geen miskraam na de medicijnen. Er is dan alsnog een curettage nodig. Sommige vrouwen willen liever een curettage omdat ze opzien tegen de pijn en het bloedverlies van een miskraam, of omdat ze het afwachten emotioneel te zwaar vinden. Bij één tot twee procent van de vrouwen is het bloedverlies door een miskraam zo hevig, dat met spoed een curettage nodig is.
De medicijnen die de miskraam opwekken, hebben bijwerkingen (koorts, misselijkheid, diarree) en er is een grotere kans dat er een restje weefsel achterblijft in de baarmoeder dan bij een curettage. Dit geeft een klein risico op een ontsteking van de baarmoeder. Ook dat kan een reden zijn waarom vrouwen de voorkeur geven aan curettage. De nadelen van curettage staan verderop genoemd bij complicaties.
Verdoving bij een curettage
Curettage gebeurt onder verdoving. Dit kan op verschillende manieren:
-
Plaatselijke verdoving. Je neemt van tevoren pijnstillers in en de baarmoedermond wordt verdoofd met injecties. Tijdens de curettage ben je bij bewustzijn.
-
Ruggenprik. Hierbij wordt de onderste helft van je lichaam verdoofd via een naald tussen je ruggenwervels. Ook dan ben je bij bewustzijn.
-
Sedatie. Je krijgt een infuus met pijnstilling en slaapmedicatie. Je slaapt tijdens de curettage, maar je kunt wel zelf ademhalen. Dit wordt ook wel een roesje genoemd.
-
Narcose. Je krijgt een infuus met pijnstilling en slaapmedicatie. Je slaapt tijdens de curettage en wordt beademd.
Het verschilt per ziekenhuis welke mogelijkheden er zijn. De gynaecoloog of anesthesist bespreekt met je welke optie het meest geschikt is voor jou. Onder plaatselijke verdoving en met een ruggenprik krijg je mee wat er gebeurt. Veel vrouwen vinden het geluid van een zuigcurettage erg naar. Dit kan een reden zijn om voor sedatie of narcose te kiezen. Als je juist liever niet in slaap gebracht wilt worden, kun je eventueel oortjes indoen en naar muziek luisteren.
Hoe verloopt een curettage?
Voor een curettage ben je meestal een ochtend of een middag in het ziekenhuis. De ingreep zelf duurt 10-15 minuten. Als het klaar is en het goed met je gaat, mag je snel weer naar huis. Zo verloopt een curettage bij een miskraam:
-
Je hoort vooraf hoe lang voor de curettage je niet meer mag eten en drinken, en waar en hoe laat je je moet melden in het ziekenhuis.
-
Meestal breng je 2 uur voor de ingreep twee tabletten misoprostol in je vagina. Daardoor gaat je baarmoedermond een beetje openstaan.
-
Met bloedonderzoek wordt je bloedgroep bepaald. Als die Rhesus-negatief is, krijg je na de ingreep een prik met anti-D. Dit is nodig om complicaties bij een eventuele volgende zwangerschap te voorkomen. Lees hier meer over de rhesusfactor.
-
Je krijgt operatiekleding aan en wordt naar de operatiekamer gebracht. Afhankelijk van wat je met de anesthesist hebt besproken, krijg je plaatselijke verdoving, sedatie of word je onder narcose gebracht.
-
De gynaecoloog brengt een spreider (eendenbek) in je vagina en rekt de baarmoedermond een beetje op. Vervolgens brengt hij een dun buisje (zuiger) of schraper in de baarmoeder, waarmee hij het vruchtje, de vruchtzak en het placentaweefsel weghaalt.
Na de ingreep ga je terug naar de afdeling. Bij sedatie of narcose word je weer wakker gemaakt en ga je naar de uitslaapkamer. Je krijgt iets te eten en drinken, en een verpleegkundige controleert je bloedverlies. Als alles goed gaat, kun je weer naar huis. Je mag alleen niet zelf fietsen of autorijden, omdat je slaperig of duizelig kunt zijn.
Emotionele steun bij curettage na een miskraam
Het is belangrijk om niet in je eentje naar de curettage te gaan. Je hebt niet alleen iemand nodig om je thuis te brengen, maar ook om je te steunen. Hoewel curettage na een miskraam medisch gezien een kleine ingreep is, vinden vrouwen het vaak erg ingrijpend.
Het is een verdrietige gebeurtenis in een klinische omgeving. De artsen en verpleegkundigen zullen je zo goed mogelijk steunen, maar je partner, je moeder en/of een goede vriendin kennen jou het beste en weten wat de miskraam met je doet.
Miskraam verwerken
Zomaar ineens stopt je zwangerschap en moet je afscheid nemen van het idee dat er een baby onderweg is. Welke emoties kun je daarbij tegenkomen? En hoe ga je verder? Dit kan helpen bij het verwerken van een miskraam.
Na de curettage
Na een curettage kun je nog een paar weken bloedverlies hebben. Omdat de baarmoedermond nog een paar dagen openstaat, is er een verhoogde kans op een infectie. Om dit risico te beperken is het advies om de eerste twee weken geen tampons te gebruiken, geen seks met penetratie te hebben en niet in bad, het zwembad of de sauna te gaan. Douchen mag wel.
Je kunt nog een week last hebben van buikpijn en menstruatie-achtige krampen. Paracetamol en een warme kruik helpen vaak goed. Als het nodig is, kun je ook ibuprofen of naproxen innemen. Kijk op de verpakking voor de juiste dosering. De eerste week kun je beter nog niet sporten en tillen. Doe het rustig aan en wees extra lief voor jezelf.
Meestal heb je twee tot drie weken na de curettage een telefonische afspraak met de arts om te bespreken hoe het met je gaat. Als het nodig is, zal de arts je vragen om voor controle naar het ziekenhuis te komen. Soms is dit een inwendig onderzoek.
Complicaties bij curettage
Een curettage is een ongevaarlijke ingreep, die meestal zonder problemen verloopt. Maar zoals bij elke operatie kunnen er complicaties optreden:
-
Bloedverlies
2% van de vrouwen die een curettage ondergaan, hebben een bloedtransfusie nodig. -
Perforatie
Bij 1% van de vrouwen ontstaat er tijdens de curettage een klein gaatje in de baarmoeder. Meestal is dit onschuldig en geneest het vanzelf, maar je moet wel ter observatie in het ziekenhuis blijven en je krijgt preventief antibiotica. -
Ontsteking
Dit gebeurt in 3% van de gevallen, en ook dan krijg je antibiotica. -
Restje weefsel
Soms is een tweede ingreep nodig omdat er wat weefsel is achtergebleven in de baarmoeder, dat kan gaan ontsteken. Het weefsel kan ook vanzelf naar buiten komen. -
Verklevingen
Dit heet het syndroom van Asherman. Naar schatting 2% van de vrouwen krijgt hier na een curettage mee te maken. Door de verklevingen in de baarmoeder bouwt het baarmoedermoederslijmvlies niet goed op, waardoor je moeilijker of niet opnieuw zwanger kunt worden. De verklevingen moeten operatief verwijderd worden. -
Vroeggeboorte
Het risico op een vroeggeboorte is 7% bij vrouwen die eerder een curettage hebben gehad, tegenover 5% bij vrouwen die nooit een curettage hebben gehad.
Hoe vaker je een curettage hebt gehad, hoe groter het risico op verklevingen in de baarmoeder of een vroeggeboorte bij een volgende zwangerschap.
Lees ook: Alles over de baarmoeder
Wanneer bel je de huisarts of het ziekenhuis?
Krijg je na de curettage koorts (meer dan 38 graden)? Bel dan altijd de huisarts of de gynaecoloog. Doe dit ook als je opeens hevige buikpijn krijgt en/of hevig bloedverlies (meer dan bij een menstruatie). Vies ruikende afscheiding of je ziek voelen kan wijzen op een ontsteking van de baarmoeder, neem in dat geval ook contact op met de arts.
Vergoeding curettage bij een miskraam
De zorgverzekering vergoedt een curettage na een miskraam vanuit de basisverzekering en er geldt geen eigen risico. Als je zorgverzekering toch eigen risico rekent, neem dan contact met ze op. Het kan zijn dat er automatisch eigen risico is gerekend doordat het ziekenhuis de curettage opgeeft als specialistische zorg, maar je hoort dit bij een miskraam volledig vergoed te krijgen.
Wanneer weer zwanger worden na curettage?
Als je een miskraam en curettage hebt gehad, moet je lichaam herstellen van de ingreep en de zwangerschap voordat je opnieuw zwanger kunt worden. Wanneer het zwangerschapshormoon hCG uit je lichaam is, komt je menstruatiecyclus weer op gang. Meestal krijgen vrouwen twee tot vier weken na de curettage weer een eisprong. Vanaf dat moment kun je in principe opnieuw zwanger worden.
Behalve je lichamelijke herstel, is het natuurlijk ook belangrijk hoe je er emotioneel aan toe bent. De ene vrouw is er al snel klaar om opnieuw te proberen zwanger te worden, de andere vrouw heeft meer tijd nodig om de miskraam te verwerken. Lees hier meer over zwanger worden na een miskraam.
Lees ook: Hoe je partner en jij (samen) een miskraam kunnen verwerken
Podcast Miskraammonologen
In aflevering 4 Laura aan het woord: 'Het idee om een levend kindje weg te laten halen, vond ik verschrikkelijk'
Bronnen: Thuisarts, De Verloskundige, Degynaecoloog.nl