Zwanger wordenVruchtbaarheid

De baarmoeder en zwanger zijn: wat je wil weten

Getty Images
Getty Images
Leestijd 9 minuten
(Medisch) beoordeeld door:
Lees verder onder de advertentie

Wat is de baarmoeder?

De baarmoeder (uterus) hoort bij de vrouwelijke geslachtsorganen en is zo groot als een peer. Het orgaan zit in je bekkenholte, tussen je blaas en je endeldarm. De baarmoeder zit met banden vast aan je bekken. Als je zwanger bent, wordt de baarmoeder steeds groter en zwaarder. De banden rekken mee en komen daardoor soms onder druk te staan. Dat kan voor bandenpijn zorgen. De baarmoeder groeit dus tijdens je zwangerschap.

De baarmoeder bestaat uit twee delen: het lichaam en de baarmoederhals. De baarmoederhals verbindt de baarmoeder met de buitenwereld, met de baarmoedermond als verbinding tot de vagina. Vanuit het lichaam, ook wel de baarmoederholte, lopen de eileiders naar de eierstokken.

Alles over de baarmoeder Ouders van Nu Redactie
Ouders van Nu Redactie
Lees verder onder de advertentie

Illustratie van de baarmoeder.

Wat is de baarmoederwand?

De baarmoederwand bestaat uit vier lagen. De buitenste laag bestaat uit glad spierweefsel met verticale spiervezels. Hierna komt een laag met veel bloedvaten. De derde laag bestaat uit ringvormig spierweefsel, met spiervezels die horizontaal rondom lopen. Hierop rust de baby tijdens de zwangerschap. Als je gaat bevallen, maak je het hormoon oxytocine aan. Oxytocine zorgt ervoor dat de buitenste spierlaag samentrekt: dit zijn de weeën.

Eerst wordt het spierweefsel bovenaan de baarmoeder steeds dikker en sterker door de samentrekkingen. Tegelijkertijd gaat de baarmoedermond steeds verder open en daalt het hoofd van de baby dieper in. Dit is de ontsluiting. Is de baarmoedermond zo ver open dat de baby erdoor past? Dan heb je volledige ontsluiting. Daarna begint de persfase. Bij elke samentrekking duwt het dikke spierweefsel bovenaan de baarmoeder de baby verder door het bekken naar buiten.

Lees verder onder de advertentie

Je kunt je baarmoedermond ook voelen aan het einde van je vagina. Het voelt doorgaans een beetje stug aan. Je kunt aan je baarmoedermond niet voelen of je zwanger bent, maar tijdens je cyclus verandert de stand van de baarmoeder wel. Tijdens je onvruchtbare dagen ligt de baarmoedermond lager. Tijdens je vruchtbare dagen ligt ie juist hoger (en is het lastig om het te voelen).

Het baarmoederslijmvlies

De vierde, binnenste laag is het baarmoederslijmvlies. Dit slijmvlies bestaat ook weer uit twee lagen: de basale laag en de functionele laag. De basale laag is altijd aanwezig. De functionele laag wordt afgestoten als je ongesteld bent en groeit daarna weer aan tijdens de cyclus. In de functionele laag nestelt de bevruchte eicel zich.

Wat gebeurt er tijdens je cyclus?

De menstruele cyclus begint met bloedverlies: de menstruatie. Tijdens de menstruatie begint een follikel (eiblaasje) te groeien in één van de twee eierstokken. De groei gaat na de menstruatie door en ondertussen komt er oestrogeen vrij. Oestrogeen zorgt ervoor dat het slijmvlies in de baarmoeder wordt opgebouwd. Als de follikel groot genoeg is (+/- 20 mm), vindt de eisprong plaats.

Lees verder onder de advertentie

Tijdens de eisprong (ovulatie) verlaat de eicel de eierstok en wordt de eicel opgevangen door de eileider. Terwijl het eitje door de eileider naar de baarmoeder beweegt, kan het bevrucht worden door een spermacel. Ondertussen zorgt het hormoon progesteron ervoor dat het baarmoederslijmvlies dik genoeg blijft. Na vier à vijf dagen komt het bevruchte eitje in de baarmoeder aan. Het kan zich gaan innestelen in het baarmoederslijmvlies. Wordt een eicel tijdens de ovulatiefase bevrucht en verloopt de innesteling in de baarmoeder goed, dan ben je zwanger.

Gebeurt dit niet? Dan sterft de eicel af en ruimt je lichaam hem op. Ongeveer veertien dagen later komt het baarmoederslijmvlies met een bloeding via je vagina naar buiten: je wordt ongesteld.

Lees meer: Zo bereken je wanneer je eisprong plaatsvindt en wanneer je het meest vruchtbaar bent

Lees verder onder de advertentie

Functies baarmoeder rond de zwangerschap

Er gebeurt van alles met en in je baarmoeder om een zwangerschap en geboorte mogelijk te maken.

  1. 01.

    Voor de zwangerschap
    In de vruchtbare jaren bereidt de baarmoeder zich tijdens elke cyclus voor op een mogelijke zwangerschap. De baarmoederwand wordt telkens opnieuw bekleed met een laagje baarmoederslijmvlies, waarin een bevruchte eicel zich kan nestelen.

  2. 02.

    De innesteling van de bevruchte eicel
    Als een bevruchte eicel zich innestelt in de baarmoeder, ben je zwanger. Tijdens de zwangerschap groeit de baarmoeder. Op de plek waar de innesteling plaatsvindt, groeit later de placenta. Het embryo begint na de innesteling met het aanmaken van het zwangerschapshormoon hCG. Dit is het stofje waardoor je een positieve zwangerschapstest hebt.

  3. 03.

    De bescherming van je baby
    Negen maanden lang is de baarmoeder een veilige plek voor je baby. De vruchtzak waar je baby in zit wordt gevuld met vocht uit jouw bloedsomloop: het vruchtwater. Het vruchtwater bestaat vooral uit water en voor een klein deel uit zouten en cellen van je baby. De vruchtzak met vruchtwater werkt als een soort stootkussen; het vangt druk op als jij beweegt of als je je buik stoot. Ook beschermt het tegen infecties en zorgt het voor een constante temperatuur in je baarmoeder. En als je baby er een slokje van neemt, traint hij zijn ademhalingsstelsel en spijsverteringssysteem. Het vruchtwater wordt om de paar uur ververst: de placenta voert het af en levert nieuw vruchtwater aan. De baarmoedermond is tijdens de zwangerschap lang en zo stug als kraakbeen, om de baarmoeder goed af te sluiten.

  4. 04.

    De bevalling
    Als je gaat bevallen wordt de baarmoedermond zacht en steeds korter, tot hij op een gegeven moment open kan. Dit noem je verweken en verstrijken. De bevalling begint met ontsluitingsweeën en soms met gebroken vliezen, waarbij het vruchtwater vrijkomt. Als de vliezen breken ter hoogte van de baarmoedermond, komt er een golf vruchtwater vrij. Komt er hoger in de vliezen een scheurtje, dan kan het vruchtwater er ook geleidelijk of in kleine beetjes uitkomen. Meestal breken de vliezen pas later tijdens de ontsluitingsfase, als de druk groter wordt door de weeën en de baby dieper in het bekken komt.

  5. 05.

    Nageboorte
    We legden uit wat de baarmoeder tijdens de ontsluitingsweeën en de persweeën doet tijdens de geboorte. Maar na de geboorte is de baarmoeder nog niet klaar. De placenta (ook wel nageboorte genoemd) moet er ook nog uit. Die heeft geen functie meer zodra de zwangerschap voorbij is. Meestal komt de placenta tien minuten tot een half uur na de geboorte, soms duurt het een uur. Je krijgt dan nog wat weeën en moet soms meepersen. Het helpt als je je baby aanlegt, omdat je dan weer veel oxytocine aanmaakt. Ook een rustige omgeving kan helpen, net als knielen, hurken of op de baarkruk zitten. Komt de placenta niet vanzelf en verlies je daardoor te veel bloed? Dan kan de verloskundige je een injectie met synthetische oxytocine in je been geven. Een enkele keer moet de placenta operatief worden verwijderd.

Lees meer: Dit doet de placenta, plus wat je er na de bevalling mee kunt doen

Lees verder onder de advertentie

Afwijkende vorm van de baarmoeder

Een afwijkende vorm van de baarmoeder betekent dat de baarmoeder een andere vorm heeft dan gebruikelijk. Dit wordt meestal veroorzaakt door een aangeboren afwijking, waarbij de baarmoeder zich anders heeft ontwikkeld tijdens de embryonale fase. Dit komt voor bij ongeveer 3 tot 5% van de vrouwen en kan verschillende vormen aannemen, zoals:

  • Septate baarmoeder: een tussenschot verdeelt de baarmoeder gedeeltelijk of volledig in twee delen.

  • Bicornuate baarmoeder: de baarmoeder heeft een hartvorm, met twee 'hoorns'.

  • Unicorne baarmoeder: er is slechts één helft van de baarmoeder ontwikkeld.

  • Dubbele baarmoeder (uterus didelphys): twee baarmoeders, soms ook met twee baarmoederhalzen.

In veel gevallen merk je niet direct iets van een afwijkende baarmoedervorm. Toch kan het tijdens een zwangerschap tot complicaties leiden. Zo is er een verhoogd risico op extreme vroeggeboorte, mogelijk doordat het groeivermogen van de baarmoeder beperkt is. Daarnaast kan de afwijking gepaard gaan met cervixinsufficiëntie – een zwakke baarmoederhals die tijdens de zwangerschap te vroeg open kan gaan.

Lees verder onder de advertentie

Diagnose gebeurt meestal via een echo, MRI of kijkonderzoek. Afhankelijk van de vorm en eventuele klachten kan behandeling nodig zijn, maar vaak is dat niet het geval.

Groei baarmoeder tijdens de zwangerschap

Als je zwanger bent, groeit je baarmoeder. Dat is een goede indicatie om te zien hoe goed je baby groeit. De verloskundige kijkt daarom bij elke controle naar de groei van je baarmoeder. Dit doet ze door de baarmoeder te voelen. Ze voelt de positie van de bovenrand ten opzichte van het schaambot en de navel. Dit noem je de fundushoogte. De fundushoogte is gelijk aan het aantal weken van de zwangerschap, met een marge van één tot vier centimeter. Ben je 20 weken zwanger? Dan heb je een fundushoogte tussen de 16 en 24 centimeter. Het is belangrijk dat je blaas leeg is tijdens het meten, anders kan de fundushoogte een paar centimeter afwijken.

Ouders van Nu Redactie
Ouders van Nu Redactie
Lees verder onder de advertentie

Illustratie van de placenta.

Na de bevalling

Als je baby is geboren, is het de bedoeling dat je baarmoeder weer net zo klein wordt als vóór de zwangerschap. Dit krimpen gebeurt tijdens de eerste drie tot vier dagen na de bevalling en dit kun je merken: je kunt last krijgen van naweeën. Ze voelen aan als krampen, variërend van lichte buikpijn tot hevige menstruatiepijn of weeën. Geef je borstvoeding? Dan voel je tijdens het voeden deze naweeën vaak erg goed. Dit komt door het hormoon oxytocine, dat vrijkomt tijdens het voeden. Hierdoor krimpt je baarmoeder sneller dan wanneer je je baby flesvoeding geeft. Na een tweede of derde zwangerschap zijn de naweeën vaak heviger. De baarmoeder is dan minder elastisch dan de eerste keer en moet vaak wat sterker samentrekken om de oude vorm terug te krijgen.

De kraamverzorgster controleert tijdens de kraamweek elke dag of je baarmoeder goed krimpt. Dit doet ze door het aantal vingers tussen de navel en de bovenkant van de baarmoeder te meten.

Lees verder onder de advertentie

Lees meer: Ontzwangeren: dit doet je lichaam na de bevalling

Vloeien

Je verliest ook nog een tijdje bloed na de bevalling. Dit komt doordat er in de baarmoederwand een wond zit op de plek waar de placenta heeft gezeten. Deze wond moet genezen. In het bloed kunnen ook flinke stolsels zitten: je baarmoeder maakt zichzelf schoon. Het bloedverlies neemt steeds meer af. De eerste dagen of week heb je nog dikke kraamverbanden nodig, daarna is maandverband meestal genoeg. Zolang je vloeit, mag je niet in bad en geen tampons of menstruatiecups gebruiken. Ook met seks met penetratie moet je wachten tot je niet meer vloeit. Het vloeien duurt gemiddeld vier tot zes weken.

Lees meer: Tips tegen vloeien na de bevalling (én wat je vooral niet moet doen)

Lees verder onder de advertentie

Weer ongesteld na de bevalling

Het verschilt per vrouw wanneer de eerste menstruatie na de bevalling komt. Na een paar weken of maanden zal je menstruatie weer op gang komen. Geef je borstvoeding, dan remt het hormoon prolactine, dat de melkproductie stimuleert, de menstruele cyclus. Dit is alleen zo als je frequent (om de vier à vijf uur) borstvoeding geeft. Geef je minder vaak borstvoeding, dan wordt je menstruele cyclus niet meer geremd. Hou er rekening mee dat je al vruchtbaar kunt zijn voordat je ongesteld wordt. Hier lees je meer over anticonceptie na de bevalling.

Lees meer: Over wanneer je weer ongesteld bent na de bevalling

Bronnen: Gezondheidsplein , gynaecologie.nl