
Kattenkrabziekte bij kinderen
Misschien smelt je als je je kind met een schattige kat ziet spelen. Toch is het opletten geblazen. Als een kat je kind bijt of krabt, kan hij de kattenkrabziekte krijgen en dat kan nare gevolgen hebben. Wat zijn de symptomen en hoe kun je de kattenkrabziekte het beste behandelen?
Zeldzaam, maar riskant
De kattenkrabziekte is een redelijk zeldzame ziekte. Voor mensen met een goede weerstand is het vaak onschuldig, maar kinderen zijn er extra gevoelig voor.
INCUBATIETIJD*: drie tot zes dagen na een krab of beet van een kat
SYMPTOMEN: knobbeltjes, lymfeklierontsteking, koorts en hoofdpijn
BESMETTELIJK: katten die besmet zijn, kunnen mensen besmetten. Mensen kunnen elkaar niet besmetten
RISICO TIJDENS DE ZWANGERSCHAP: Nee, de kattenkrabziekte is niet gevaarlijk voor jou of je ongeboren baby.
*De tijd die verstrijkt tussen de besmetting en de eerste symptomen.
Wat is de kattenkrabziekte?
De kattenkrabziekte, ook wel Bartonella henselae-infectie genoemd, wordt veroorzaakt door de bacterie Bartonella henselae. Je kunt met de bacterie besmet raken na een krab of beet van een kat. Voor mensen met een goede weerstand is het een onschuldige ziekte. Je kunt wel koorts krijgen, maar dat gaat vanzelf weer over. Kinderen zijn extra gevoelig voor de ziekte en lopen meer risico.
Besmetting kattenkrabziekte
Katten kunnen drager zijn van de Bartonella henselae-bacterie. Vaak hebben de katten geen ziekteverschijnselen: het zijn symptoomloze dragers. Uit onderzoek is gebleken dat 22 procent van de Nederlandse katten de bacterie in het bloed heeft en dat ongeveer de helft van de onderzochte katten antistoffen heeft tegen deze bacterie. Dit betekent dat de katten in contact zijn geweest met de bacterie.
Katten die besmet zijn, kunnen de bacterie overdragen op mensen. Mensen kunnen elkaar niet besmetten. De incubatietijd is drie tot zes dagen: zo lang duurt het voordat je de eerste symptomen merkt nadat je bent besmet met de kattenkrabziekte door een krab of beet van een kat.
Lees hier: Waarom je beter geen hamster, konijn of cavia kunt nemen als je kind nog klein is
Symptomen kattenkrabziekte
De kattenkrabziekte begint vaak met één of meerdere knobbeltjes van ongeveer twee à drie millimeter groot. Dit worden al snel blaasjes en na een paar dagen komt er een korstje op. De plekjes verdwijnen daarna weer. Na ongeveer twee weken kunnen de lymfeklieren groot en pijnlijk worden (een lymfeklierontsteking). In een lymfeklier kan een abces ontstaan. Als een kat je kind in zijn ogen heeft gekrabd of gebeten, kan er een flinke ontsteking van de slijmvliezen in de ogen ontstaan. Soms leidt dit ook tot een ontsteking van de lymfeklier bij het oog. Ook hier kan een abces ontstaan. De lymfeklierontsteking houdt gemiddeld zes weken aan, maar dit kan veel langer duren. Uiteindelijk verdwijnt de ontsteking vanzelf.
Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gaat de kattenkrabziekte bij een derde van de patiënten in de eerste dagen tot weken gepaard met koorts, hoofdpijn en algemeen ziek-zijn. Bij twee procent van de zieken kan de ziekte leiden tot een hersenvliesontsteking. Je kunt stuipen krijgen of zelfs in coma raken.
Bij mensen met een lage weerstand verloopt de ziekte erger. Bij de knobbeltjes zijn ook vaak bloedingen in de huid, lever en milt. Ook deze mensen krijgen koorts en worden ziek. In het ergste geval kunnen ze eraan overlijden.
Is de kattenkrabziekte besmettelijk?
Katten besmetten elkaar via vlooien. Het is onduidelijk of mensen ook via vlooien besmet kunnen raken. Wel kunnen mensen besmet raken via een krab, beet of speeksel van een kat. Mensen kunnen elkaar niet besmetten met de kattenkrabziekte.
Wie kan de kattenkrabziekte krijgen?
De kattenkrabziekte kun je op elke leeftijd krijgen. De risicogroepen zijn kinderen en jongvolwassenen. Mannen krijgen de ziekte vaker dan vrouwen. De meeste mensen krijgen de ziekte in de herfst en de winter, omdat hun weerstand dan lager is.
Hoe vaak komt de kattenkrabziekte voor?
De bacterie die de kattenkrabziekte veroorzaakt, komt overal op de wereld voor. Het is onduidelijk hoe vaak de ziekte in Nederland voorkomt, maar de schatting is tussen de driehonderd tot duizend gevallen per jaar.
Wat kun je eraan doen (behandeling)?
Als je kind is gebeten of gekrabd door een kat, is het belangrijk om de huid goed te wassen. Ook moet de wond gedesinfecteerd worden. Meestal hoeft er verder niets aan gedaan te worden, omdat de infectie vanzelf overgaat. Lees hier hoe je een bijtwond het beste kunt behandelen
Is er een abces ontstaan, dan kan de huisarts dit aanprikken of insnijden om de pijn te verlichten. Mocht het nodig zijn, dan schrijft de huisarts ook antibiotica voor.
Verder is het natuurlijk altijd verstandig om vlooien bij je kat te bestrijden. Mensen met een lage weerstand kunnen beter niet met (jonge, speelse) katten omgaan.
Mag je kind naar het kinderdagverblijf?
Als je kind zich verder goed voelt, kan hij naar het kinderdagverblijf of naar school gaan. Kinderen kunnen elkaar onderling niet besmetten met de kattenkrabziekte.
De kattenkrabziekte en zwangerschap
Toxoplasmose, een infectie met de parasiet Toxoplasma gondii, wordt soms ook de kattenkrabziekte genoemd, maar het is iets anders. Toxoplasmose kun je onder meer oplopen als je vlees eet dat niet goed is verhit, maar de parasiet kan ook in de ontlasting van katten zitten. Als je tijdens de zwangerschap voor het eerst besmet raakt met de parasiet, kan dit zeer ernstige afwijkingen veroorzaken bij je ongeboren baby.
Daarom wordt afgeraden om de kattenbak te verschonen als je zwanger bent. Ook met veel kinderziektes moet je oppassen als je zwanger bent, maar bij de kattenkrabziekte is dit niet het geval. Voor jou en je ongeboren kind is de ziekte ongevaarlijk. Lees hier welke kinderziektes gevaarlijk zijn tijdens de zwangerschap.
Valt de kattenkrabziekte binnen het Rijksvaccinatieprogramma?
Nee, er is geen vaccin tegen de kattenkrabziekte. Hier vind je een overzicht van vaccinaties voor kinderen en wat je per prik kunt verwachten.
Kun je de kattenkrabziekte vaker krijgen?
Voor zover bekend krijgen mensen die de kattenkrabziekte hebben gehad deze ziekte niet nog een keer.
Bronnen: Medisch Centrum voor Dieren, RIVM
Dit artikel is tot stand gekomen en goedgekeurd door artsen en andere (medische) deskundigen van het Ouders van Nu expertteam.