Voor oudersOuderschap

Van kikkertest naar NIPT: 14x zo veranderde de geboortezorg

 
Van kikkertest naar NIPT: 14x zo veranderde de geboortezorg Ouders van Nu Redactie
Ouders van Nu Redactie
 
Geschreven door:
Leestijd 10 minuten

Kinderen krijgen is van alle tijden. Toch ging het er in de jaren zeventig totaal anders aan toe. Een gender reveal party? Deden ze niet aan. Ruggenprik? Onzin. Onze oud-columnist en verloskundige Beatrijs Smulders licht de grootste veranderingen in 55 jaar toe.

Lees verder onder de advertentie

Lees ook: Ouders werken steeds meer maar willen dat eigenlijk niet, blijkt uit ons jubileumonderzoek

  1. Kikkertest wordt digitale zwangerschapstest
    Overtijd, dingen gedaan waar baby's van kunnen komen: daar trokken vrouwen 55 jaar geleden dan maar hun conclusie uit. Dan was je vast zwanger. Je werd vanzelf dikker. In 1971 bracht Predictor de eerste zwanger­schapstest voor thuisgebruik op de markt, dat kwam zelfs op tv. Je moest klungelen met plas en reageerbuisjes en vrouwen durfden 'm alleen op fluistertoon te kopen bij de drogist, maar het was al veel toegankelijker dan de kikkertest.
    Daarvoor stuurde je huisarts je urine op naar een laboratorium, waar het werd ingespoten bij een vrouwtjes­kikker. Deze 'testkikker' reageerde op het zwangerschaps­hormoon hCG in urine: als ze na 24 uur eitjes legde, was je zwanger. Zet dat even naast de digitale zwangerschapstest van nu, die al vóór je verwachte menstruatie binnen enkele minuten zekerheid geeft.

  2. Echo, echo, echo
    En dan groeide die buik, maar wat er precies in zat? Een baby natuurlijk, maar pas na de geboorte wist je of het een meisje of jongen was, en of alles erop en eraan zat. De 20-wekenecho is er sinds 2006, de pretecho is iets van de laatste jaren.
    Vanaf begin jaren zeventig was bij risicovolle zwangerschappen wel echo-onderzoek mogelijk in het ziekenhuis, maar pas in de jaren tachtig werd de echo routine, met gezondheid en niet geslachtsbepaling als prioriteit.
    Beatrijs Smulders (69) had toen al een aantal jaren een bloeiende verloskundigenpraktijk in Amsterdam, en zegt nog weleens tegen aanstaande moeders: het is leuker om het geslacht níét te weten. 'Ik heb vaak vrouwen teleurgesteld gezien na de echo. Terwijl de hormonencocktail die tijdens de bevalling vrijkomt ervoor zorgt dat je een en al liefde bent en het je niks uitmaakt of er een zoon of dochter uit komt.' Lees ook: 16x waarom je beter nú kunt opgroeien dan toen jij werd geboren

  3. Van punctie naar NIPT
    In de ruim veertig jaar dat Smulders actief is in de verloskunde, was ze bij bijna 4000 bevallingen en zag ze de zorg, gewoontes en ideeën rondom de komst van een kind veranderen. 'Ik heb nog meegemaakt dat een verloskundige met een sigaret in haar hand het spreekuur deed.'
    'Als ik van al die veranderingen één grote vooruitgang moet kiezen, noem ik de NIPT, waarmee je via bloedafname kunt zien of je een verhoogde kans hebt op een kind met downsyndroom. Vroeger kon je, als je ouder was dan 36, alleen een vruchtwaterpunctie of vlokkentest laten doen. Enge, risicovolle ingrepen, dat wilden de meeste vrouwen helemaal niet.'

  4. Minder thuisbevallingen
    Wat Smulders in al die jaren ook zag, is dat er altijd golfbewegingen zijn. 'In 1960 beviel 72% van de vrouwen thuis, maar toen ik afstudeerde als vroedvrouw, in 1978, nog maar 34%. Die daling ontstond nadat verloskundigen in de jaren zeventig werden toegelaten in het ziekenhuis. Dat gaf een gevoel van status. Ook waren ze moe door de babyboom, en in het ziekenhuis konden ze efficiënter werken.'
    'We stonden echt op een keerpunt: óf we gingen Amerika achterna, waar iedereen in het ziekenhuis bevalt, óf we gingen het Nederlandse systeem koesteren, met eerstelijns verloskunde en de optie om thuis te bevallen. Daarvoor heb ik me in de jaren tachtig en negentig actief ingezet. Met mijn collega's ging ik het land door om thuis bevallen, verticaal baren en waterbevallingen te promoten. Wonder boven wonder bleef het aantal thuisbevallingen stabiel.'

  5. Meer pijnbestrijding en keizersnedes
    Inmiddels staan we opnieuw op een keerpunt. Het aantal thuisbevallingen daalde van 35% in 2000 naar 13% in 2019. De vraag naar pijnbestrijding steeg, en rond 2010 werd geregeld de link gelegd tussen onze thuisbevalcultuur en het relatief hoge babysterftecijfer in Nederland. Hoewel recente onderzoeken aantonen dat deze conclusie onterecht is, en thuis bevallen even veilig is als poliklinisch, heeft het mensen angstiger gemaakt.
    Volgens Smulders speelt ook de marktwerking in de zorg een grote rol. 'In 2006 verdween het ziekenfonds en kregen de zorgverzekeraars alle macht in handen. Bevallingen betekenden daardoor, kort door de bocht, inkomsten voor de ziekenhuizen. De ruggenprik werd laagdrempeliger aangeboden, net als kunstmatig inleiden en ook het aantal keizersnedes is enorm toegenomen.'

  6. Moeders zijn minder zelfverzekerd
    Smulders zag de angst voor de bevalling sinds 2000 toenemen. Daarvoor is het zaadje al zo'n 55 jaar geleden geplant, denkt ze. Ze ziet het als een gevolg van de seksuele revolutie. 'De kinderen die in de jaren zeventig werden geboren, gingen na 2000 bevallen. Zij groeiden op bij moeders die eigenlijk helemaal niet zo'n zin hadden om te moederen.'
    'Die waren ontzettend blij met alle vrijheden die ze hadden verworven, ze wilden carrière maken. Ouders waren in die tijd erg met hun eigen ontwikkeling bezig, voor de kinderen was minder aandacht. Dat heeft ze, is mijn theorie, minder zelfverzekerd gemaakt.'
    De kinderen die opgroeiden in de jaren tachtig en negentig, kregen bovendien het voorbeeld dat carrière maken hoofdprioriteit is. Studeren, geld verdienen, je zekerheden veiligstellen. Barende vrouwen van nu zitten meer in hun hoofd, hebben meer behoefte aan controle en staan minder in contact met hun lijf, ervaart Smulders.

  7. Seksuele (on)vrijheid
    'Daar zit nog een andere oorzaak achter, die ook te maken heeft met de seksuele revolutie. Vroeger ging je niet zomaar met een jongen naar bed, want dan werd je zwanger. De komst van de anticonceptiepil (in 1962, red.) zorgde voor seksuele vrijheid, maar ook voor meer onveiligheid op het gebied van intimiteit bij vrouwen.'
    'Ik heb het idee dat door de decennia heen vrouwen steeds meer het idee kregen dat je altijd beschikbaar moet zijn voor seks. Dan stellen ze zich tevreden met onenightstands en snelle seks, zonder echt contact. Dat zorgt voor onvrede en pijn bij het vrijen, een onveilig gevoel in hun onderlichaam.'
    'Dan is er nog het porno-ideaal waaraan jonge vrouwen onbewust denken te moeten voldoen, wat onzekerheid en schaamte voor hun lichaam veroorzaakt. Ik ben ervan overtuigd dat dat meespeelt bij de angst voor pijn tijdens de bevalling. Seks en bevallen lijken heel veel op elkaar. Dezelfde hormonen moeten erbij vrijkomen en je moet opengaan. Als een vrouw zich niet veilig voelt in haar onderlichaam, gaat het niet open. Niet voor een man en ook niet voor de ontsluiting. De vrouwelijke seksualiteit is heel sterk en mooi, maar ook heel kwetsbaar. Dat heb ik in mijn werk bij talloze vrouwen van dichtbij kunnen observeren.'

  8. Bijna een kwart van de vrouwen bevalt met ruggenprik
    Voor wie minder of geen pijn wil voelen tijdens de bevalling, zijn er tegenwoordig allerlei oplossingen, van het TENS-apparaat tot een pompje met morfine of een ruggenprik. Hoewel pijnbestrijding in de jaren zestig in veel andere landen al de norm was, hadden Nederlandse vrouwen er lange tijd weinig mee op. Pijn hoort erbij, even flink zijn, was het motto.
    In 2000 werd de ruggenprik nog maar bij 3,22% van de bevallingen gebruikt. Dit percentage steeg naar 10,23% in 2009 (na een nieuwe richtlijn waarin stond dat vrouwen tijdens hun bevalling altijd een ruggenprik moeten kunnen krijgen) en in 2020 beviel 22,5% van de vrouwen met een ruggenprik.
    Nog steeds weinig in vergelijking met veel andere westerse landen. Toch een erfenis van voorgaande generaties, die vonden dat je het zonder moet kunnen? Voor sommigen is de ruggenprik een goede oplossing, vindt Smulders. 'Helaas doen liefdes- en moederhormonen daardoor minder goed hun werk. Als een kind wordt geboren in die cocktail van oxytocine, endorfine en prolactine, is dat fantastisch voor de liefdesband, de borstvoeding en de hechting.'

  9. Zwangeren nemen vaker de regie bij de bevalling
    Hét antwoord op angst zit 'm volgens Smulders in de regie nemen over je lichaam, je seksleven en de bevalling. Deed je vroeger gewoon 'wat de dokter zei', nu is samen tot een besluit komen steeds gangbaarder.
    Onderzoek van gynaecoloog Claire Stramrood uit 2017 laat zien hoe essentieel communicatie en regie zijn voor een goede bevallingservaring. Het geboorteplan is zo'n communicatiemiddel en waar de wenkbrauwen er eerst van omhoog gingen (je kunt een bevalling toch niet plannen?!), is de scepsis er nu wel vanaf. Plannen kan niet, je keuzes verkennen en aangeven wél.
    Zelfs bij een keizersnee: de gentle sectio is in veel ziekenhuizen een optie. Een stapje verder ging zelfs gynaecoloog Koen Deurloo op 24 februari 2017. Toen tilde een moeder zelf haar dochter­tje uit haar buik terwijl ze in het Diakonessenhuis Utrecht een keizersnee onderging.

  10. Van naslagwerk tot mom-fluencers
    Kun je je voorstellen dat we het tot dit millennium zonder Google moesten stellen? Je hoorde iets over 'in je weeën duiken' bij de cursus van beval-goeroe Carita Salomé, je las Veilig zwanger en Veilig bevallen van Smulders en de rest merkte je wel als het zover was.
    Nu kun je je lol op met een hele boekenkast en talloze podcasts over bevallen. Van zelfhypnose tot een helende reis: met zwangerschapscursussen kun je alle kanten op. Ging je vroeger af op verhalen en bakerpraatjes van tantes en vriendinnen, tegenwoordig zien veel (aanstaande) moeders ook een voorbeeld in mom-fluencers op Instagram.
    Prima, vindt Smulders. 'De laatste jaren zie je de thuisbevalling weer wat populairder worden (14,6% in 2020, red.) en dat komt ook doordat vrouwen als Nina Pierson erover delen en omdat je online video's van heel normale bevallingen ziet. Dan denken vrouwen: o, dat wil ik ook wel proberen.'

  11. Veel cursussen en begeleiding voor de barende vrouw
    Mede hierdoor zijn ook de badbevalling en de baarkruk, waar Smulders in de jaren tachtig vrouwen ook enthousiast voor kreeg, helemaal terug. Over golfbewegingen gesproken: ook de doula vindt ze een goede zaak: 'Hoe meer aandacht voor de barende vrouw, hoe beter. Verloskundigen hebben daar nu te weinig tijd voor. Ik pakte vroeger mijn slaapzak en oordoppen tijdens een bevalling en bleef vaak slapen. Dat was de beste weeënstimulator ever.'
    Je vertrouwde verloskundige in de buurt kan precies de rust geven die nodig is om de oxytocine te laten stromen. Hoogleraar verloskundige wetenschap Ank de Jonge pleit sinds 2020 voor 'watchful attendance' als officieel erkend 'instrument' van verloskundigen: rustig naast de barende vrouw blijven zitten als zij dat nodig heeft, en daar alle tijd voor krijgen. Ook partners zien hier hun rol: bevalcursussen waar zij kunnen leren hoe ze hun vrouw kunnen steunen zijn in opkomst.

  12. Meer verlof, ook voor de partner
    55 jaar geleden wachtte de aanstaande vader op de gang (of in de kroeg) op het nieuws dat zijn kind was geboren. Poepluiers verschonen? Ben je gek, hij moest werken. Hoera voor de kraamverzorgende, die vanaf de jaren zeventig overigens minder huishoudelijke taken deed en nauwer samenwerkte met de verloskundige, doordat ze werd opgeleid om gezondheidscontroles te doen.
    Smulders besteedt in haar nieuwe boek Veilig door het eerste jaar bewust aandacht aan de rol van de partner, en wat haar betreft krijgen beide ouders gezamenlijk en onderling verdeeld een vol jaar geboorteverlof. 'In de eerste jaren ontwikkelt een kind zijn stresscopingsmechanisme. De aanwezigheid van de ouders en de borst van de moeder helpen daarbij. Het zorgt voor evenwichtigere kinderen.'

  13. De wasbare luier is terug
    Stoffen kraamverbanden uitwassen hoeft niet meer, door de komst van wegwerpverband. Gezinnen verruilden de katoenen lap met veiligheidsspeld massaal voor de wegwerpluier, die een plakstrip kreeg en in de jaren tachtig óók nog anti-lek werd. Nu maakt de wasbare luier een comeback.

  14. We geven meer borstvoeding
    Ook poedermelk werd omarmd: in 1975 kreeg nog maar 10% van de baby's de eerste drie maanden borstvoeding. In die tijd werd een baby bij een ziekenhuisbevalling direct naar de kraamafdeling gebracht en gevoed met de fles. Eenmaal thuis werd moeders geleerd hun baby stipt om de drie uur te voeden (rust, reinheid en regelmaat!), wat vaak niet lukte en onzeker maakte. Ook vonden veel moeders borstvoeding ouderwets en beperkend én de kwaliteit van kunstvoeding verbeterde.
    In coronatijd begon 89% van de moeders met borstvoeding, tegenover 69% in 2015. Voeden op verzoek in plaats van op de klok is in en partners geven 's nachts graag flesjes (gekolfde) melk nu het partnerverlof is uitgebreid.
    Met dank aan canonsociaalwerk.eu, cbs.nl, dbnl.org, fni.nl, peristat.nl, trouw.nl, zoek.officielebekendmakingen.nl
    Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine. Tekst: Marijn van der Zwaard, Beeld: GettyImages
    Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox?
    Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.

Lees verder onder de advertentie