
Eerste woordjes van je baby
Iedere baby ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Dit geldt voor groeien, lopen en ook voor praten. Hoe leert een kind praten? En wanneer kun je de eerste woordjes bij je baby ongeveer verwachten?
Leren praten begint met horen en dat kan je baby al voor de geboorte: vanaf 20 weken zwangerschap. Hij vangt vanaf dat moment allerlei geluiden op, zowel in jouw buik als erbuiten. Je baby heeft na de geboorte dan ook een voorkeur voor bekende geluiden, zoals de stem van zijn moeder en vader. Die heeft hij tijdens de zwangerschap heel veel gehoord.
Huilen
Het eerste geluid dat je baby maakt, is huilen. Dat is zijn manier om jou te laten weten dat er iets met hem aan de hand is. Hij heeft honger, een vieze luier, is moe of wil dat je hem vasthoudt. Naast het huilen maakt je baby ook geluiden als ‘eh’, ‘oh’, ‘uh’ en ‘ah’. Als hij heel veel plezier heeft, kan hij ook kirren. Die kirgeluiden worden later uitgebreid door andere klanken.
Lees ook: Dunstan Babytaal, leer de huilgeluiden van je baby ontcijferen
Brabbelen
Als je baby ongeveer drie maanden oud is, begint hij met brabbelen. Hij kan nog niet bewust iets aan je duidelijk maken, maar het gaat hem om het contact dat hij met je maakt. Als hij een geluidje maakt en jij reageert daarop, stimuleer je hem om nog meer geluiden te maken.
De klankontwikkeling van baby’s in het eerste half jaar is universeel. Overal in de wereld brabbelen kinderen op dezelfde manier. Pas tijdens het verder ontwikkelen van de actieve taal (praten) komen de verschillen in uitspraak tussen de talen naar voren. Hoe ouders terug brabbelen is ook universeel, blijkt uit onderzoek. Baby’s vinden het fijn om de hoge, grappige geluidjes te horen die hun ouders maken en richten hun aandacht daardoor op ze.
Lees ook: Dit is het nut van brabbelen
Codetaal
In de aanloop naar de eerste woordjes is je baby al flink aan het oefenen. Hij bootst klanken na die hij hoort. Dit zijn nog geen echte woorden, maar het begint er langzaam op te lijken. Met een beetje puzzelen kun je deze gecodeerde taal al aardig interpreteren.
Eerste woordjes
Passieve taalontwikkeling
Ongeveer zes maanden gaat je baby zich meer interesseren voor geluiden en taal. Hij begrijpt steeds beter wat je tegen hem zegt, maar hij kan nog niets terugzeggen. Dit noem je de passieve taalontwikkeling en die loopt voor op de actieve taalontwikkeling.
Actieve taalontwikkeling
Je baby oefent zelf ook met allerlei geluiden en klanken. Waarschijnlijk begint hij met de klinkers ‘a’ en ‘o’. Daar komen dan geleidelijk meer medeklinkers bij, beginnend met ‘m’ en ‘b’. Het uitspreken van betekenisvolle klanken en woorden noem je de actieve taalontwikkeling.
Voordat ouders eerste woordjes bij hun baby herkennen – of tussen de echte woorden door – gebruikt je kind protowoorden. Dat zijn brabbels die vaak wél een betekenis hebben. Je kind kan met ‘toepie’ bijvoorbeeld zijn speen bedoelen.
Wanneer eerste woordjes?
Voor veel ouders is het eerste woordje van hun kind een enorme mijlpaal. Maar wanneer gaat je kind zijn eerste woordjes zeggen? Net als alle andere ontwikkelingen kan dit per kind erg verschillen. Het ene kind zegt al woorden voor zijn eerste verjaardag, het andere kind doet dat een paar maanden later. Gemiddeld is een kind tussen de één en anderhalf jaar als hij zijn eerste woordje zegt.
Tips: zo stimuleer je je kind om te gaan praten
Welk eerste woordje?
Over de hele wereld zijn ‘mama’ of ‘papa’ – of een woord dat erop lijkt in een andere taal – één van de eerste woorden die een kind zegt. Dat komt doordat baby’s lipklanken zoals M, P en B als eerste klanken ontwikkelen. Jouw kind zegt misschien ‘bal’, ‘dag’ (‘da!’) of ‘auto’ als eerste woordje, afhankelijk van waar zijn interesse naar uitgaat, wat hij veel hoort en makkelijk kan uitspreken.
In eerste instantie duidt een kind met één woord meerdere dingen of personen aan. Misschien noemt hij de buurman eerst ook ‘papa’, of zegt hij ‘bus’ tegen een trein.
Na het eerste woordje volgen vaak snel meer woorden. Je kind krijgt in de gaten dat hij met geluiden en woorden iets duidelijk kan maken. De eerste paar jaar is je kind nog wel veel aan het brabbelen en zijn veel woorden nog onvolledig in opbouw.
Hij zegt bijvoorbeeld nog geen ‘slapen’, maar ‘ape’. Een woord dat je kind waarschijnlijk veel gebruikt is ‘die’, waarbij hij wijst naar wat hij bedoelt. Hij probeert contact met je te maken en je te laten zien wat hij wil.
Je baby gaat daarbij ook intonatie en ritme gebruiken om verschillende dingen gedaan te krijgen. Met een vragend ‘Hond?’ bedoelt hij misschien: ‘Waar is de hond?’ of ‘Wat doet hond nou?’. En met een ferm ‘Hond!’ wil hij duidelijk maken dat hij buiten een hond ziet, of dat de hond iets stouts doet.
Geluidwoordjes
Kinderen gebruiken eerst ook geluidwoordjes. Als je kind een auto ziet, zegt hij bijvoorbeeld ‘toet’ in plaats van ‘auto’. En als hij een hond ziet, zegt hij ‘waf’ of ‘woef’. Je kind benoemt dingen naar het geluid dat ze maken. Dit kun je samen nadoen met plaatjes in boeken, maar ook op straat kun je dit samen oefenen.
De gemiddelde taalontwikkeling
Zoals hierboven al staat, verschilt het tempo waarin je kind z’n eerste woordjes zegt. Om te zien of de taalontwikkeling van je kind ongeveer naar verwachting verloopt, gebruikt de arts op het consultatiebureau (of een andere zorgverlener) de richtlijn Gereviseerde Minimum Spreeknormen. Op deze lijst staat wat een kind op een bepaalde leeftijd minimaal kan begrijpen (passieve taal) en zeggen (actieve taal). In de onderstaande tabel staat de actieve taal per leeftijd.
Je hoeft je niet direct zorgen te maken als je kind op een bepaalde leeftijd nog niet doet wat hij volgens de richtlijn zou moeten kunnen. Het ene kind is nu eenmaal sneller dan het andere. Bovendien wordt op een consultatiebureau niet alleen de actieve taalontwikkeling bekeken, maar ook altijd hoeveel een kind begrijpt en hoe het kind zonder woorden communiceert.
Leeftijd Gereviseerde Minimum Spreeknormen
0-1 jaar | Huilen, lachen, kraaien, spelen met stem. Brabbelpatronen worden steeds langer en ingewikkelder. |
1 jaar tot 1,5 jaar | Veel en gevarieerd brabbelen. |
1,5 jaar tot 2 jaar | Zegt zo’n vijf tot tien woordjes. |
2 jaar tot 2,5 jaar | Zinnen van twee woordjes. |
2,5 jaar tot 3 jaar | Zinnen drie woorden, nog weinig grammaticale structuur. |
3 jaar tot 3,5 jaar | Zinnen van drie tot vijf woorden. Ongeveer de helft is verstaanbaar. |
3,5 jaar tot 4 jaar | Vertelt spontaan weleens een verhaaltje. |
4 jaar tot 5,5 jaar | Eenvoudige, enkelvoudige zinnen, al meer grammaticale structuur. Minstens 75 procent van wat het kind zegt is verstaanbaar. |
Vanaf 5,5 jaar | Goed gevormde, ook samengestelde zinnen. Goed verstaanbaar. |
Tabel Gereviseerde Minimum Spreeknormen per leeftijd
Als je denkt dat je kind niet aan deze richtlijnen voldoet, mag je altijd een afspraak maken op het consultatiebureau of met de huisarts.
Tips om de taalontwikkeling te stimuleren
Je hebt het misschien niet altijd in de gaten, maar je baby leert het meest van jou. Je kunt zijn eerste woordjes en taalontwikkeling dus stimuleren, zonder dat je daar veel moeite voor hoeft te doen.
- Praat rustig, in korte zinnen en gebruik eenvoudige woorden.
- Blijf de woorden herhalen en praat op een vriendelijke toon.
- Laat ook stiltes vallen, zodat je baby de kans krijgt om iets terug te brabbelen.
- Zet de televisie of radio niet de hele dag aan, want dit zorgt voor veel prikkels en ruis. Je baby kan moeilijk het verschil horen tussen wat nu echt belangrijk is en wat niet.
- Alles wat je met je kind doet, kun je benoemen. Bijvoorbeeld tijdens het verschonen en aankleden, het wandelen of als je hem in de box legt. Kinderen onthouden ontzettend veel.
- Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met voorlezen. Dit is ook goed voor de taalontwikkeling van je baby.
- Dit geldt ook voor het zingen van kinderliedjes. Je baby kan luisteren naar je stem en kijken naar de bewegingen die je maakt.
- Geef op een positieve manier feedback. Als je kind ‘waf’ zegt tegen een hond, kun jij zeggen dat het een hond is.
Meer lezen: 7 voordelen van voorlezen aan je baby
Versprekingen corrigeren
Het klinkt misschien schattig als je kind een woord verkeerd zegt, maar gebruik zelf altijd de goede woorden. Het is moeilijker om hem iets af te leren dan aan te leren. Een woord dat nog niet juist klinkt, hoef je niet expliciet te corrigeren, maar impliciet. Stel dat je kind ‘nijne’ zegt, herhaal het dan op de goede manier en zeg: ‘Ja, een konijntje!’ Op die manier verbeter je hem zonder dat hij het idee heeft dat hij iets verkeerd doet. Hij voelt zich bovendien aangemoedigd om lekker verder te oefenen met praten.
Ook interessant: Zo leer je je kind beter uit zijn woorden te komen.
Stotteren
Bij een normale taalontwikkeling is het heel normaal dat je kind af en toe over woorden struikelt. In gedachten weten kinderen soms al heel goed wat ze willen vertellen, maar hun mondmotoriek en timing werken nog niet goed mee. Je kind kan dan stotteren. Als je het vermoeden hebt dat je kind blijft stotteren, kun je hulp inschakelen van een logopedist.
Tip: Hier lees je meer over de meest voorkomende spraakproblemen.
Beeld: GettyImages