KindOpvoeden & ontwikkeling

Hechtingsproblemen bij je kind, hoe herken je ze?

 
Hechtingsproblemen bij je kind, hoe herken je ze? Getty Images
Getty Images
 
Geschreven door:
Leestijd 8 minuten

De meeste Nederlandse kinderen zijn veilig gehecht. Maar wat betekent het als je kind hechtingsproblemen heeft? Hoe herken je onveilige hechting bij je kind? En is er iets aan te doen?

Lees verder onder de advertentie

Wat is een veilige hechting?

Met hechting wordt de band tussen een kind en zijn ouders of verzorgers bedoeld. Deze band begint al tijdens de zwangerschap en ontwikkelt zich verder tijdens de eerste levensjaren van je kind. Een kind hecht zich in de eerste jaren meestal aan zijn ouders en een paar andere mensen, zoals opa's en oma's, mogelijk een gastouder of een tante die vaak oppast.

Een veilige hechting is belangrijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van je kind, maar ook voor de taalontwikkeling en cognitieve ontwikkeling. Een veilige hechting helpt je kind om later op een gezonde manier relaties aan te gaan.

Lees ook: Hechting, huidhonger en de positieve invloed van knuffelen

Lees verder onder de advertentie

Wat zijn hechtingsproblemen?

Soms verloopt de hechting niet goed en raakt een kind onveilig gehecht. Hij heeft dan niet voldoende een veilige band kunnen opbouwen met een ouder of verzorger. Dit kan minder ernstige tot ernstige gevolgen hebben voor een kind, die hij ook kan ervaren als hij hij volwassen is.

Als een kind onveilig gehecht is, kan dat tot gedragsproblemen leiden, maar dat hoeft niet. Deze gedragsproblemen worden ook wel hechtingsproblemen genoemd. Heel ernstige hechtingsproblemen kunnen betekenen dat een kind een hechtingsstoornis ontwikkelt.

Zo'n 25-30 procent van de mensen heeft grote of minder grote hechtingsproblemen, en maar ongeveer 1 procent heeft een hechtingsstoornis.

Lees verder onder de advertentie

Hechtingsstijlen
Je kunt op verschillende manieren onveilig gehecht zijn. Dat hangt onder meer af van de reden waardoor de hechting niet goed verliep. Hier lees je meer over deze hechtingsstijlen en wat dat betekent voor een kind.

Kenmerken van hechtingsproblemen bij kind

Hoe kun je hechtingsproblemen bij een kind herkennen? Er zijn verschillende kenmerken waar je op kunt letten in het gedrag van je kind.

Gedrag in het dagelijks leven:

Lees verder onder de advertentie
  • Weinig zelfvertrouwen

  • Gevoelig voor stress

  • Druk en chaotisch

  • Snel boos of agressief

  • Twee gezichten: thuis heel ander gedrag dan op school

  • Lichamelijk erg aanhankelijk

  • Teruggetrokken

  • Oppervlakkig in contact

  • Laat zich niet knuffelen of troosten

  • Gespannen, nerveuze indruk

  • Manipuleren binnen relaties

  • Aantrekken en afstoten van andere kinderen

  • Weinig vaste relaties (vriendschappen), veel vluchtige contacten

  • Wantrouwen naar volwassenen

  • Problemen met gezag

  • Hoger risico op depressie en angsten

Tip: Zo help je een onzeker kind

Gedrag op school:

Lees verder onder de advertentie

Let op: niet alle kinderen met hechtingsproblemen laten deze kenmerken zien en ook zeker niet allemaal tegelijk. Ook betekenen deze gedragsproblemen niet automatisch dat een kind hechtingsproblemen heeft. Er kunnen ook andere oorzaken zijn. Lees hier meer over gedragsproblemen bij jonge kinderen.

Hechtingsproblemen of hechtingsstoornis?

Een hechtingsprobleem is niet hetzelfde als een hechtingsstoornis. Een hechtingsstoornis is uitzonderlijk: ongeveer 1 procent van alle mensen lijdt hieraan. Een hechtingsstoornis is een psychische stoornis, die is ontstaan door bijvoorbeeld kindermishandeling, extreme verwaarlozing of als een kind keer op keer naar andere pleegouders moet.

Lees verder onder de advertentie

Bij een hechtingsstoornis heeft een kind vaak grote problemen met het aangaan van relaties en de sociale interactie met andere mensen. Zoals heel gesloten zijn, wantrouwend zijn en contact met anderen vermijden. Of een kind is juist ongeremd in zijn contact met anderen. Hij gaat bijvoorbeeld zonder aarzeling relaties aan met mensen die hij niet kent, of is ongewoon aanhankelijk bij vreemden.

Lees ook: Zo verloopt de sociaal-emotionele ontwikkeling van je kind

Hechting en oxytocine

Het hormoon oxytocine zorgt ervoor dat ouders en hun baby zich aan elkaar hechten. Dit hormoon kan het beste vrijkomen als jullie veel bij elkaar zijn en het over het algemeen fijn hebben samen. Stresshormonen kunnen de aanmaak van oxytocine belemmeren. Als er langdurig en/of veel stress speelt, zou dit de hechting moeilijker kunnen maken.

Lees verder onder de advertentie

Het is normaal als je af en toe stress hebt. Dat hoort ook bij (wennen aan) het ouderschap. Ook kan er een situatie zijn die erg stressvol voor jullie is, zoals ziekte, een verhuizing of een ander probleem. Dit kun je vaak niet voorkomen. Voel je hier niet schuldig over. Je kunt wel kijken wat de situatie kan verbeteren en wat je kunt doen om de hechting te helpen. Verderop staan tips. Weet ook dat je instinctief al veel doet voor de hechting. Soms gaat het hechtingsproces langzamer, maar dan kan het nog steeds helemaal goed komen.

Hechtingsproblemen voorkomen: tips

Hechtingsproblemen kun je voorkomen door aandacht te hebben voor een veilige hechtingsband met je kind. Dat begint al voor de geboorte en het gaat voor een groot deel vanzelf (instinctief). Lees hier hoe je het hechtingsproces met je baby kunt bevorderen.

Het eerste jaar van een kind is vrij bepalend voor de hechting. In deze periode ontwikkelen de hersenen zich razendsnel en leert je baby ontzettend veel. Ook bij wie hij terecht kan voor troost, hulp, voeding en bescherming. Kijk en luister goed naar je kind. Probeer je in te leven: wat zou hij voelen, ervaren en nodig hebben? Dit ga je steeds beter herkennen. Als jij voor hem zorgt en reageert op zijn behoeftes, ontstaat er een veilige hechting. Je baby voelt dat er van hem wordt gehouden en dat hij veilig bij je is.

Lees verder onder de advertentie

Ook in een moeilijke of stressvolle situatie kun je veel positiefs doen voor de hechtingsband. Je kind raakt veilig gehecht als jij:

  • reageert en aandacht geeft als je kind contact zoekt, bijvoorbeeld als hij brabbelt, huilt of lacht.

  • zelf contact zoekt met je kind.

  • voorspelbaar bent voor je kind. Vertel je baby bijvoorbeeld dat je hem gaat verschonen en doe dit volgens een vaste routine. Je baby gaat dit herkennen en leert op jou te vertrouwen.

  • je kind voedt als hij honger heeft.

  • hem troost als hij huilt of onrustig is.

  • zijn luier verschoont als hij vuil is.

  • hem liefdevol buidelt, knuffelt en wiegt.

  • met je kind speelt, tegen hem praat en voor hem zingt.

  • laat merken dat je begrijpt dat hij behoeftes heeft en hem daarbij wilt helpen.

Natuurlijk is het ook na het eerste jaar belangrijk om aandacht te blijven besteden aan jullie hechtingsband. Knuffelen, samen dingen doen, grenzen aangeven, helpen als hij iets nog niet kan, helpen bij het verwerken van gevoelens. Dat draagt allemaal bij aan de veilige basis die jij voor hem bent.

Lees verder onder de advertentie

Moeite met hechten aan je baby?

Niet alle ouders voelen direct na de geboorte een sterke band met hun baby. Vaak is er wat tijd nodig om je baby te leren kennen en te wennen aan de nieuwe situatie. Ook moet je soms eerst veel dingen uitproberen om erachter te komen wat je baby nodig heeft. Dat is niet erg.

Als je moeite houdt om je aan je baby te hechten of voor hem te zorgen, kan dat verschillende oorzaken hebben. Bijvoorbeeld:

  • Een zware bevalling. Veel vrouwen en soms ook partners hebben tijd (of hulp) nodig om de bevalling te verwerken.

  • Een baby in de couveuse. Het is moeilijker om een band op te bouwen als je baby niet bij je is en je last hebt van stress en zorgen.

  • Een baby die erg veel huilt. De stress en uitputting bij zowel de baby als de ouders kan het opbouwen van een band (eerst) in de weg staan.

  • Een postpartum depressie. Als je veel last hebt van somberheid, angst of andere 'lastige' gevoelens, heb je minder ruimte voor de behoeften van je baby. Praat erover met je partner, familie en/of vrienden en zoek hulp via de huisarts, je verloskundige of het consultatiebureau.

  • Andere zorgen, zoals over geld, ziekte, werk of je relatie.

Lees verder onder de advertentie

Omgaan met hechtingsproblemen

Ongeveer 30 procent van de kinderen raakt onveilig gehecht. Als er hechtingsproblemen ontstaan, kan het voor ouders moeilijk zijn om met hun kind om te gaan. Bijvoorbeeld als een kind niet wil knuffelen of als hij agressief gedrag vertoont. Juist dan is het voor de hechting belangrijk om liefdevol naar je kind te blijven, hoe moeilijk dat soms ook is.

Het kan helpen om goed te onthouden dat een kind niet schuldig is. Ook een kind met moeilijk gedrag heeft behoefte aan de veiligheid en liefde van zijn ouders of verzorgers. Kinderen hebben hulp van een volwassene nodig om met hun hechtingsproblemen om te gaan.

Als je kind zijn behoeftes 'verpakt' in een gedragsprobleem, kan het een hele opgave zijn om daar telkens weer goed op te reageren. Vaak hebben ouders hier ook hulp bij nodig.

Lees ook: Zo ga je om met een boos kind

Onveilige hechting herstellen

Een onveilige hechtingsband kan herstellen. Wel kan de invloed ervan blijvend zijn, maar het verschilt per kind en per situatie hoeveel last hij er later van zal hebben. Een onveilige hechting herstelt zich niet vanzelf. Het is belangrijk om veel aandacht te blijven besteden aan de band met je kind.

Misschien vind je het lastig om te ontdekken wat je kind nodig heeft als hij hechtingsproblemen heeft. Of blijf je je onzeker voelen over jullie band. Dan is het verstandig om professionele begeleiding te zoeken, bijvoorbeeld van een kinderpsycholoog of kindercoach. Samen kunnen jullie werken aan het herstel van de hechtingsband.

Sommige ouders vinden het eng om deze stap te zetten, maar het is in het belang van je kind en jezelf om hier hulp bij te vragen. Je hoeft je hier niet voor te schamen. Onveilige hechting komt in 30-40 procent van de gezinnen voor, door allerlei verschillende oorzaken. Je staat dus niet alleen. Je kunt je zorgen bespreken met je huisarts of op het consultatiebureau.

Lees ook: Wanneer ga je naar een kinderpsycholoog?

Bronnen: NJI.nl, Psyned.nl