
Slaapregressie 18 maanden
Is je dreumes rond de 1,5 jaar oud en slaapt hij ineens slechter? Dat zou heel goed de slaapregressie bij 18 maanden kunnen zijn. Waar komt dat door? En wat te doen als slapen lastig is?
Je dreumes lijkt ineens niet meer te begrijpen dat je moet gaan liggen om te kunnen slapen. Heb je ‘m net in bed gelegd, hoor je hem even later vrolijk spelen en knuffels uit zijn bed gooien. Nachtmerries, bizar vroeg wakker worden in de ochtend, hazenslaapjes overdag en dan ontwaken met een niet zo gezellig humeur… Herken je dit bij je kind van anderhalf? Dat zou heel goed de slaapregressie bij 18 maanden kunnen zijn.
Wat is slaapregressie?
Een slaapregressie is een periode waarin je kind slechter slaapt. Hij kan moeilijk in slaap komen en wordt ’s nachts vaak wakker. Alle kinderen kunnen een slaapregressie krijgen, ook als slapen eerder geen probleem was. Zo’n slaapregressie kan twee tot zes weken duren. Hoewel ieder kind slaapregressies doormaakt, heeft het ene kind er meer last van dan het andere.
Lees meer: alles over slaapregressie bij je baby, dreumes en peuter
Welke slaapregressies zijn er?
Er zijn vijf slaapregressies in de eerste twee levensjaren van je kind. Dit zijn de verschillende slaapregressies:
- Slaapregressie rond 4 maanden
- Slaapregressie rond 8 maanden
- Slaapregressie rond 12 maanden
- Slaapregressie rond 18 maanden
- Slaapregressie rond 2 jaar
De slaapregressies vinden plaats op momenten dat kinderen aanwijsbaar grote stappen zetten in de ontwikkeling. In een periode van een slaapregressie bereikt je kind nieuwe mijlpalen, zoals leren rennen, steeds meer zelf kunnen én zelf willen doen, en de overgang van twee slaapjes overdag naar één middagdutje.
Lees ook: Mijn baby wil niet slapen, wat nu?
Slaapregressie 18 maanden
Rond deze periode maken veel dreumesen de overstap van twee slaapjes naar één slaapje overdag. Dat kan wederom gepaard gaan met slaapproblemen. Daarnaast speelt verlatingsangst een rol bij deze slaapregressie bij 18 maanden: bij veel dreumesen is dat nu op het hoogtepunt. De slaapregressie valt ook samen met een grote stap in de taalontwikkeling en het steeds zelfstandiger en onafhankelijker worden van je kind.
Lees meer: De ontwikkeling van een dreumes
Symptomen slecht slapen 18 maanden
Bij een slaapregressie lijkt het alsof je kind uit het niets slechter gaat slapen. Je kunt het niet verklaren aan de hand van een doorkomende kies of ziek zijn (hoewel dit ook tegelijk met een slaapregressie kan voorkomen). Wat is er toch aan de hand? Dit zijn andere symptomen:
- Je kind kan ’s avonds moeilijk in slaap komen en wordt ’s nachts regelmatig (huilend) wakker.
- Je kind gaat niet slapen als het tijd is voor zijn middagdutje. Hij blijft in bed staan, gooit zijn knuffel telkens uit bed, gaat spelen of moet juist huilen.
- Overdag slaapt je kind veel korter dan je gewend was.
- Hij is huilerig en uit zijn doen als hij wakker wordt na een dutje.
- Nachtmerries en nachtangsten.
- Intens en lang huilen, van streek en ontroostbaar zijn. In paniek raken als je zijn slaapkamer uit loopt.
- Heel vroeg wakker worden in de ochtend, denk: 05.30 uur of eerder.
- De beproefde manieren om je kind te troosten en in slaap te helpen werken ineens niet meer.
Veranderend slaapritme bij 18 maanden
Rond de anderhalf jaar verandert het slaapritme van een kind. Had je kind eerder ’s ochtends en ’s middags een slaapje nodig, rond deze periode gaat hij overdag één keer slapen. De overgang van twee slaapjes naar één is meestal rond de vijftien tot achttien maanden. Dat gaat niet van de ene dag op de andere. Je kind weigert bijvoorbeeld om te gaan slapen als het tijd is voor zijn middagdutje, maar valt aan het eind van de middag toch in slaap. Of hij slaapt de ene dag wel tussen de middag, en de andere dag niet.
Het kan best frustrerend zijn als het ritme dat je gewend was ineens helemaal zoek lijkt. Probeer te noteren op welke tijden je kind moe wordt en wanneer hij slaapt. Dat kan inzicht geven in zijn nieuwe slaapbehoefte. Misschien ontdek je bijvoorbeeld dat hij wél slaapt overdag als je het eerste slaapje weglaat en hem tussen de middag wat later naar bed brengt. Zorg, als hij overdag niet wil slapen, voor een rustmoment, zodat hij wel even uitrust. En onthoud: een slaapregressie is tijdelijk. Er komt echt weer een ritme in, met meer slaap in de nacht – voor jullie allebei.
Lees meer: Bedtijden voor kinderen: handig slaapschema
Ontwikkeling bij 18 maanden
Slaapregressies vallen samen met mijlpalen in de ontwikkeling. En die zijn er zeker als je kind rond de 18 maanden is. Hij wordt steeds zelfstandiger, zo gaat hij bijvoorbeeld zelf eten, zelf de speeltuin verkennen en wil hij zelf lopen in plaats van in de buggy zitten. Hij wil steeds meer zélf doen, maar hij ontdekt ook dat hij kan besluiten iets níét te doen… zoals slapen. Het ontwikkelen van de eigen wil speelt dus ook mee bij de slaapregressie van 18 maanden.
Tegelijk met het steeds onafhankelijker worden, bereikt verlatingsangst vaak een piek rond deze leeftijd. Stappen zetten in zelfstandigheid en je ouders nodig hebben, gaat samen op. Door de verlatingsangst kan een kind ook onrustiger zijn als hij alleen in bed ligt, of niet meer durven slapen als je niet in de buurt bent.
Ook de taalontwikkeling gaat snel op deze leeftijd. Dat zorgt voor een hoop actie in de hersenen, die daardoor ook actiever kunnen zijn als je kind eigenlijk moet slapen.
Lees ook: Dit zijn de leukste voorleesboekjes
De eigen wil van je kind en slaapregressie bij 18 maanden, wat te doen?
De ontwikkeling van een eigen wil in combinatie met niet slapen is voor veel ouders lastig. Waarom is je dreumes zo eigenwijs? Jij weet hoe goed slapen voor hem (en het hele gezin!) is, maar daar staat je kind niet bij stil. Ook kan hij zich nog niet verplaatsen in een ander. Hij plaagt jou dus niet door niet te gaan slapen. Hij volgt impulsief zijn behoefte, en het volgen van zijn eigen wil is soms sterker dan de behoefte aan slaap. Hij is te klein om te begrijpen waarom slapen belangrijk is.
Je kunt tegemoet komen aan zijn eigen wil door hem bij het naar bed brengen opties te geven die passen bij zijn leeftijd en bij jullie vaste bedritueel. Vraag bijvoorbeeld: ‘Wil je zelf je gezicht wassen of zal ik helpen?’ Of: ‘Zal ik dit liedje zingen of dat?’ Of: ‘Doe jij het nachtlampje aan of doe ik het?’ Het gevoel dat hij keuzes heeft en dingen zelfstandig mag doen bij het naar bed gaan, kan zorgen voor tevredenheid en rust.
Meer lezen: Bij welke leeftijd begin je met opvoeden en hoe pak je dat aan?
Strijd rond bedtijd voorkomen
Gaat je kind alsnog niet slapen? Een dreumes is grenzen aan het verkennen en aan het uitproberen. Komt mama terug als ik roep? Mag ik er weer uit als ik niet ga slapen? Het is best lastig om erachter te komen of je dreumes jou aan het uittesten is, gewoonweg geen behoefte heeft aan slaap, of niet lekker in zijn vel zit en jou nodig heeft. Probeer hoe dan ook te voorkomen dat het een strijd wordt. Maak met je partner afspraken over hoe jullie hiermee omgaan en wees consequent. Hoe lang moet je kind proberen te slapen voordat hij weer uit bed mag? Blijven jullie bij hem tijdens het in slaap vallen of ga je af en toe kijken? Hoe lang laat je hem huilen?
Laat je dreumes merken dat hij veilig is bij jou, ook als hij het moeilijk heeft of dwars is. Geef hem duidelijkheid, blijf geduldig en consequent, en troost hem als hij bang of verdrietig is. Een slaapregressie is niet iets wat hij expres doet, en hij wil het jou niet lastig maken. Wees ook extra lief voor jezelf als je veel geduld moet opbrengen en zelf ook te weinig slaapt. En blijf je realiseren: dit gaat weer voorbij.
Lees ook: Grenzen duidelijk maken aan je kind, hoe doe je dat?
Slaapregressie 18 maanden: laten huilen?
Veel kinderen jammeren of dreinen een tijdje voordat ze in slaap vallen. Geef je kind bij een slaapregressie de kans om zelf in slaap te vallen, zeker als hij dat al gewend was. Het kan best twintig minuten duren voordat een kind in slaap valt. Klinkt het huilen puur als vragen om aandacht, zonder dat je het idee hebt dat je dreumes pijn, honger, angst of verdriet heeft? Dan kun je het een tijdje aanzien.
Gaat je kind angstig, verdrietig of intens huilen, dan heeft hij jouw troost nodig. Tijdens de slaapregressie bij 18 maanden kan je kind sneller uit zijn doen zijn. De mijlpalen die hij doormaakt zorgen voor allerlei emoties, onrust of stress. Een kind dat zich angstig, eenzaam of verdrietig voelt, kun je niet verwennen met je aandacht. Je dreumes is nog te klein om zelf te bedenken waardoor hij zich zo voelt, en dat hij gewoon moet gaan slapen. Je hoeft je kind misschien niet op te pakken: bij hem zitten of laten merken dat je er bent. Dit kan ook geruststelling geven. Dan kan hij zich makkelijker overgeven aan de slaap.
Lees meer: Waarom je je kind juist níét moet oppakken bij nachtangsten (night terrors)
Slaapregressie: vroeg wakker
Erg vroeg wakker worden, kan horen bij een slaapregressie. Je zou misschien zeggen: als we onze dreumes ’s avonds wat later in bed leggen, slaapt hij ’s ochtends langer door. Maar gek genoeg is bij jonge kinderen het tegendeel waar. Als je kind te laat in slaap valt, en ook als hij overdag te weinig slaapt, maakt hij cortisol aan en dit verstoort de slaap in de nacht. De natuurlijke bedtijd voor een dreumes is tussen 18.00 en 20.00 uur, dus probeer dit aan te houden en breng je kind op tijd naar bed. Een kind dat al oververmoeid is tegen de tijd dat hij naar bed gaat, zal er langer over doen om in te slapen en wordt eerder weer wakker.
Let overdag ook goed op de slaapsignalen van je dreumes en probeer hem niet wakker te houden. Merk je dat hij erg moe is, en gaat hij niet slapen? Kijk of je een autoritje met hem kunt maken of ga met hem wandelen in de wandelwagen: dan lukt het meestal wel. Hoewel het goed is om de vaste routines zoveel mogelijk aan te houden, kunnen de slaaptijden tijdelijk anders zijn tijdens een slaapregressie. Onthoud: het is een overgangsfase, er komt weer een logischer ritme in.
Tja, en wat te doen als je kind om 4.30 uur rechtop in bed staat en denkt dat de dag is begonnen? Daarover lees je meer in dit artikel: Zo help je je kind langer door te slapen.
Hoe lang duurt deze slaapregressie?
Het verschilt erg per kind hoe lang de slaapregressie bij 18 maanden duurt. Het slechtere slapen kan na een paar dagen weer voorbij zijn, maar het kan ook een paar weken aanhouden. Waarschijnlijk komt er meer rust als de overgang van twee slaapjes naar één keer slapen overdag voorbij is. Je kind kan dan ook weer langer gaan slapen tussen de middag, of ’s avonds eerder in slaap vallen.
Slaapregressie 18 maanden: ervaring
Een schrale troost: je bent niet de enige ouder die dealt met slaapregressie bij 18 maanden. Slapen is de eerste twee jaar bij vlagen pittig voor veel ouders. En als je zelf ook slaap tekortkomt, wordt relativeren lastiger en slaan twijfels makkelijker toe. Moet je je kind nou wel of niet gaan troosten? Doe je iets verkeerd? Zie je iets over het hoofd? Kan slaaptekort kwaad voor je kind? Je kunt met je ervaringen en twijfels terecht bij het consultatiebureau of de huisarts. Horen dat jouw ervaring normaal is en dat deze fase voorbijgaat, kan al houvast geven. En de arts kan kijken of er een medische oorzaak is waardoor je kind niet goed kan slapen.
Slaapregressie forum
Ook je ervaringen delen met andere ouders kan lucht geven en tips opleveren. Je zult merken dat het bij iedereen anders gaat én dat je niet de enige bent met slaap-struggles. Snijd het onderwerp aan bij vrienden met kinderen, en laat ze voor de duidelijkheid weten of je alleen je hart wilt luchten, of ook graag hun advies wilt. Online ervaringen uitwisselen kan ook, kijk bijvoorbeeld eens op het forum Nachtoudersvannu.nl.
Slaapregressie 18 maanden: tips
Nog even de tips voor de slaapregressie bij 18 maanden op een rijtje:
- Onthoud: een slaapregressie is tijdelijk. Het gaat voorbij. Jullie gaan weer beter slapen.
- Ga na of er iets anders aan de hand kan zijn waardoor je kind niet kan slapen, zoals pijn door doorkomende kiezen, een virus of nachtangst.
- Zorg voor een vast, voorspelbaar bedritueel. Dit geeft je kind houvast.
- Probeer vaste slaaptijden aan te houden voor de dutjes overdag en breng je kind ’s avonds op tijd naar bed. Houd je kind niet wakker, en probeer te voorkomen dat hij oververmoeid naar bed gaat.
- Let overdag op signalen dat je kind moe wordt en leg hem wakker in bed.
- Trek wat extra tijd uit voor het naar bed brengen in de avond. Geef je kind bijvoorbeeld een massage of doe hem in bad.
- Zorg dat de kamer waar je kind slaapt ’s nachts goed donker en tussen de 15 en 18 °C is.
- Haal speelgoed uit het zicht. Als je dreumes speelgoed in z’n slaapkamer ziet, is slapen overdag moeilijker.
- Maak duidelijke afspraken met je partner over hoe jullie je kind helpen slapen, wanneer je naar hem toe gaat en wanneer je hem uit bed haalt. Wees consistent, dat geeft je kind duidelijkheid.
- Troost je kind als hij je nodig heeft. Wees hierin ook voorspelbaar: probeer niet allerlei nieuwe trucs uit om je kind stil te krijgen. Dat zorgt voor meer onrust en overprikkeling. Houd het simpel: bij hem zitten kan genoeg zijn.
- Ga overdag met je kind naar buiten en zorg dat hij lekker kan bewegen. Dit helpt de aanmaak van melatonine, het hormoon dat ervoor zorgt dat je ’s avonds gaat slapen als het donker wordt.
- Houd in gedachten dat je kind er niks aan kan doen. Hij slaapt niet bewust slecht. Door te blijven bedenken dat je kind het niet kan helpen, is het beter vol te houden en voorkom je dat je boos op hem wordt.
- Zorg goed voor jezelf. Lucht je hart, regel tijd voor jezelf, eet gezond, ga sporten als je een uitlaatklep nodig hebt. Jouw welzijn en energie zijn essentieel om goed voor je kind te kunnen zorgen.
- Is slapen sowieso al langere tijd een strijd? Bespreek dit met de huisarts, het consultatiebureau of een slaapcoach.
Bronnen: Eindelijkslapen.nl, Slaapkops.nl, Numsy.nl