Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 
ruggenprik

Ruggenprik bij bevalling: de voor- en nadelen

Een ruggenprik tijdens je bevalling werkt snel tegen de pijn en wordt alleen gegeven in het ziekenhuis. Maar wat houdt een ruggenprik precies in? En wat zijn de voor- en nadelen?

In samenwerking met expert

Ilse Dons-Sinke

Anesthesioloog

Wat is een ruggenprik?

Een ruggenprik is een van de verschillende vormen van pijnstilling die je tijdens de bevalling kunt krijgen. Een ruggenprik wordt ook wel een epidurale verdoving genoemd. Door het inspuiten van een verdovingsvloeistof onderin je rug raak vanaf je borsten naar beneden verdoofd. Een ruggenprik kan alleen worden gegeven in een ziekenhuis en is dus niet mogelijk bij een ziekenhuisbevalling. Ben je benieuwd of bevallen in het ziekenhuis veiliger is dan thuis bevallen? Hier staan beide opties met alle voor- en nadelen naast elkaar.

Advertentie

Tip! Bereid je voor op je bevalling met behulp van een van deze fijne boeken

Wanneer wordt een ruggenprik gegeven?

Als je pijnstilling tijdens je bevalling wilt en de verloskundige of gynaecoloog verwacht dat het nog een paar uur duurt voordat je gaat persen, kan een ruggenprik een goede pijnbestrijder zijn. Meestal is het te laat om nog een ruggenprik te krijgen na 7 à 8 centimeter ontsluiting. Het kan namelijk even duren voordat je de verdoving hebt. Als je thuis bent moet je ervoor naar het ziekenhuis rijden en als je al in het ziekenhuis bent, moet de anesthesist worden opgeroepen. In beide gevallen kost dit tijd (terwijl je onderweg bent van huis naar het ziekenhuis, kan de anesthesist al wel worden opgeroepen). Voordat de verdoving werkt, is de baby dan meestal al geboren.

Als er een medische reden is om een ruggenprik te geven, kan dit ook nog na 7 centimeter ontsluiting. Bijvoorbeeld als de weeën niet meer doorzetten en je weeënopwekkers nodig hebt. Lees hier alles over de verschillende soorten weeën en hoe je ze het beste opvangt.

Weeënopwekkers

Als je een ruggenprik neemt, is er kans dat je ook weeënopwekkers nodig hebt. En als je weeënopwekkers nodig hebt, neemt de kans dat je ook een ruggenprik wilt toe. Door de verdoving van de ruggenprik kunnen de weeën namelijk afnemen en weeënopwekkers brengen ze opnieuw goed op gang. En andersom kunnen weeën door weeënopwekkers pijnlijker worden, waardoor je misschien een ruggenprik wilt.

Advertentie

Zowel een ruggenprik als weeënopwekkers kunnen nodig zijn bij jouw bevalling, en ze kunnen heel goed uitpakken voor je. Twijfel je of je een ruggenprik zult nemen? Bespreek met je verloskundige of gynaecoloog wat in jouw situatie de voor- en nadelen zijn en stel vragen als je die nog hebt. Hetzelfde geldt voor weeënopwekkers. Wat je ook besluit, als je achter jouw keuze staat en weet waar je voor kiest, vergroot dat de kans dat je er hoe dan ook tevreden op zult terugkijken.

Wat zijn weeënopwekkers precies en wat doen ze? Lees hier alles over de voor- en nadelen van weeënopwekkers.

Hoe wordt een ruggenprik gezet?

De ruggenprik wordt gezet door een anesthesist. Deze arts is binnen het ziekenhuis verantwoordelijk voor onder andere de pijnstilling. Meestal krijg je eerst een vochtinfuus om je bloeddruk op peil te houden. Vervolgens ontsmet en verdooft de anesthesist de plek op je onderrug waar hij de naald gaat zetten. Meestal moet je gekromd en zo stil mogelijk zitten, zodat de anesthesist de naald tussen de ruggenwervels kan prikken. Daarna wordt er door de naald een slangetje in je rug geplaatst, waardoor met een pompje de verdovingsvloeistof wordt toegediend. Dit slangetje blijft tijdens de verdere bevalling in je rug zitten, maar als het goed is voel je dit niet. Gemiddeld duurt het tussen de tien en twintig minuten voordat de verdoving werkt.

ruggenprik

Advertentie

Hoe werkt een ruggenprik?

Met een ruggenprik wordt er een verdovingsvloeistof in je lichaam gespoten, die de pijnprikkels in de zenuwen platlegt. Je lichaam is vanaf je borsten naar beneden verdoofd en je voelt geen (of minder) pijn. Het is niet zo dat je je lichaam niet meer kunt bewegen, maar je verliest wel langere tijd de spierkracht in je benen. Je kunt dus nog gewoon persen. Ook kun je met ondersteuning vaak nog op een baarkruk zitten, als je dit wilt.

Als je een ruggenprik krijgt, kan het nodig zijn dat je blaas wordt geleegd met een katheter. Door de ruggenprik voel je niet wanneer je moet plassen, en een volle blaas kan de doorgang voor je baby in de weg zitten. Bij het inbrengen van een ruggenprik lig je aan de monitoring, waarbij de hartslag van de baby continu wordt bewaakt via een ECG, oftewel een hartfilmpje. Ook wordt gekeken naar het zuurstofgehalte in je bloed en je bloeddruk. Als alles stabiel is bij jou en de baby, gaat de ECG eraf, maar het zuurstofgehalte en de bloeddruk blijven gemonitord.

Ruggenprik bij een keizersnede

Ook bij een keizersnede krijg je meestal plaatselijke verdoving via een ruggenprik, maar dan in een andere vorm: een spinale anesthesie in plaats van epiduraal. De verdoving zit dan dieper, waardoor je geen controle over je spieren meer hebt. Je onderlichaam is bij deze vorm als het ware verlamd. Omdat dit niet handig is bij het persen, wordt deze vorm niet toegepast bij een vaginale bevalling.

Als je een spoedkeizersnede krijgt terwijl je al een ruggenprik tegen de weeënpijn had die goed werkte, dan kan deze vaak ook worden gebruikt voor de keizersnede. Er wordt dan een hoger geconcentreerde verdoving toegediend, die geschikt is voor de operatie. Je hoeft dan dus niet nog opnieuw geprikt te worden

Is het schadelijk voor de baby?

De ruggenprik zelf is in principe niet schadelijk voor je baby, maar er kunnen wel bijeffecten optreden waar de baby last van kan hebben.

Je bloeddruk kan dalen door de verdovingsvloeistof, waardoor er ook minder bloed naar de baby gaat. Om dit te voorkomen krijg je een infuus met vocht: dat gaat een lage bloeddruk tegen. Daalt je bloeddruk toch? Dan is aan de hartslag van de baby te zien of hij hier last van heeft. De anesthesist kan in dat geval een bloeddrukverhogend medicijn geven. Als jouw bloeddruk weer stijgt, herstelt de hartslag van de baby ook bijna altijd .

Door de ruggenprik kunnen de weeën soms wegvallen, waardoor weeënopwekkers nodig kunnen zijn. Dit kan effect hebben op de hartslag van de baby. Als dit lange tijd duurt kan de conditie van de baby achteruit gaan en kan het nodig zijn dat de geboorte wordt versneld met een knip, een vacuümpomp of een keizersnede.

Werkt het altijd?

Een ruggenprik werkt voor de meeste vrouwen goed, maar het slaat niet altijd aan. Bij ongeveer 5 procent werkt de pijnstilling niet voldoende. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat je na een ruggenprik nog wel pijn aan één kant van je lichaam voelt.

Door de verdoving kan je lichaam ontspannen, wat positief kan zijn voor de ontsluiting. Maar die ontspanning kan er ook voor zorgen dat de weeën juist afnemen, waardoor de bevalling langer gaat duren. Je kunt dan weeënopwekkers (synthetische oxytocine) nodig hebben om de weeën weer op gang te helpen.

Een ruggenprik kan soms niet (op tijd) worden gegeven. Er moet namelijk een anesthesist aanwezig zijn. Ook kan er een medische reden zijn waarom de arts een ruggenprik niet verantwoord vindt, zoals afwijkingen aan de wervelkolom of het gebruik van bloedverdunners. Soms kun je dan wel een ander medicijn tegen de pijn krijgen, zoals pethidine of remifentanil. Aan die beide opties zitten ook weer voor- en nadelen.

Wel of geen ruggenprik?

De ruggenprik is de meest efficiënte en meest veilige vorm van pijnmedicatie tijdens de bevalling. Als je geen pijn meer hebt, kun je uitrusten. Dat kan ervoor zorgen dat je weer genoeg kracht en energie hebt om de verdere bevalling aan te kunnen. Maar er zijn ook nadelen en mogelijke complicaties en bijwerkingen.

Voordelen:

  1. Je voelt tijdens de bevallig veel minder pijn.
  2. Het werkt sneller dan andere soorten pijnbestrijding. Tenminste, als hij eenmaal gezet is: het kan soms even duren voordat de anesthesist er is.
  3. Je wordt niet suf van een ruggenprik en maakt de bevalling dus bewust mee.
  4. Voor zover bekend heeft een ruggenprik geen bijwerkingen voor de baby en kun je daarna gewoon borstvoeding geven als je dat wilt.

Lees hier meer over natuurlijke pijnbestrijding, 9 dingen die je zelf kunt doen om bevallingspijn te verlichten. 

Nadelen:

  1. Je kunt tijdens de bevalling niet meer vrij bewegen en verschillende bevalhoudingen aannemen, doordat je minder gevoel in je benen hebt en vastzit aan een infuus en een ctg-apparaat.
  2. Het persen duurt vaak iets langer dan bij een bevalling zonder ruggenprik. Lees hier hoe dat gaat: persen tijdens de bevalling.
  3. Bij een ruggenprik wordt vaker synthetische oxytocine (weeënopwekkers) toegediend om weeën te versterken.
  4. Zo’n 15 tot 20 procent van de vrouwen die met een ruggenprik bevallen, krijgt koorts. Omdat koorts ook kan wijzen op een infectie, krijgen moeder en baby uit voorzorg vaak antibiotica. Het kan zijn dat je baby naar de couveuseafdeling moet. Bij een bevalling zonder medicijnen gebeurt dit bij 1 procent.
  5. Je bloeddruk kan dalen, waardoor je je misselijk of duizelig kunt voelen. Ook de baby kan last hebben van jouw dalende bloeddruk, doordat dan ook de zuurstoftoevoer naar de placenta daalt. Dit wordt in de gaten gehouden met het ctg-apparaat. Om een lage bloeddruk te voorkomen, krijg je voor het inbrengen van de ruggenprik een infuus met vocht. Ook kun je een bloeddrukverhogend medicijn krijgen.
  6. Door de verdoving van je onderlichaam kun je niet voelen of je blaas vol is. Ook plassen kan moeilijk zijn. De inhoud van je blaas wordt regelmatig gecontroleerd en als het nodig is wordt je blaas geleegd met een katheter.
  7. Soms raak je ook boven je borsten verdoofd. Hierdoor kun je moeite krijgen met ademhalen. In dat geval kun je zuurstof toegediend krijgen.
  8. Er bestaat een heel klein risico dat de ruggenprik verkeerd wordt geplaatst. Daardoor kan een bloeding ontstaan of kan een zenuw geraakt worden. Je kunt dan op de plek waar de zenuw is geraakt een gevoelsstoornis krijgen of prikkelingen voelen. Dit verdwijnt in de meeste gevallen vanzelf na enkele weken of maanden. Deze complicatie komt zelden voor.
  9. Het kan voorkomen dat je na de bevalling je benen tijdelijk niet kunt bewegen. Dit gaat vanzelf weer over.
  10. Een enkele keer krijgen vrouwen last van jeuk of hoofdpijn door de ruggenprik.

Een ruggenprik heeft geen invloed op:

  • Hoe tevreden moeders terugkijken op hun bevalling. Dit is een algemene conclusie, het verschilt uiteraard per persoon. De ene vrouw had achteraf liever geen ruggenprik gewild, de ander is heel blij dat ze ervoor heeft gekozen.\
  • De kans op een keizersnede: uit onderzoek blijkt geen significant verschil tussen het aantal spoedkeizersneden bij een bevalling met en zonder ruggenprik. Wel is er een verhoogde kans op een geboorte met een vacuümpomp.
Goed om te weten:

Levensbedreigende problemen en sterfgevallen door een ruggenprik zijn extreem zeldzaam.

tip

Dit artikel is tot stand gekomen en goedgekeurd door artsen en andere (medische) deskundigen van het Ouders van Nu expertteam.

Bronnen: UMC, st. Antoniusziekenhuis

Ilse Dons-Sinke

Anesthesioloog

Ilse Dons-Sinke is anesthesioloog in het Sophia Kinderziekenhuis Erasmus MC Rotterdam. Zij is gespecialiseerd in de anesthesie bij kinderen en zwangere patiënten. Haar voornaamste expertise ligt op het gebied van de obstetrische (zwangere) anesthesie.

Het Sophia Kinderziekenhuis is een academisch centrum dit houdt in dat of wel de baby of wel de zwangere patiënt een gecompliceerd of een heel specifiek probleem heeft waar speciale zorg voor nodig is. Ook geeft ze onderwijs aan verpleegkundige en artsen in opleiding.

Redactioneel – Offer – Boek over bevallen

Goed voorbereid bevallen

Verfrissende kijk op geboorte
Lees nu