De bof is een virusziekte die kinderen en volwassenen kunnen krijgen. In Nederland worden de meeste kinderen ertegen ingeënt. Daardoor komt de ziekte in ons land niet veel meer voor. Mocht jouw kind het toch krijgen of krijg jij het als je zwanger bent, dan moet je alert zijn. De bof kan erg gevaarlijk zijn.
Mijn kind heeft de bof
INCUBATIETIJD*: twee tot drie weken
SYMPTOMEN: een dikke wang en hals, pijn in of achter het oor, koorts en hoofdpijn.
BESMETTELIJK: ja, zes dagen voor tot negen dagen na het ontstaan van de zwellingen.
RISICO VOOR ZWANGEREN: ja, als je de bof in de eerste drie maanden van je zwangerschap krijgt dan is er kans op een miskraam.
*De tijd die verstrijkt tussen de besmetting en de eerste symptomen.
Waarschuwing: Deze kinderziektes zijn gevaarlijk voor zwangere vrouwen
Wat is de bof?
De bof (parotitis epidemica) is een heel besmettelijke virusziekte die wordt veroorzaakt door het bofvirus. Bof zorgt meestal voor een ontsteking van de speekselklier bij het oor. Deze klier zit onderhuids in de wang, voor en onder het oor. Hierdoor ontstaat bij een ontsteking een dikke 'hamsterwang'.
Wat is de oorzaak van de bof?
Bof wordt veroorzaakt door het bofvirus. Het virus wordt verspreid via speekseldruppeltjes in de lucht. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij hoesten, niezen of praten. Deze druppeltjes kunnen ook worden overgedragen via de handen, bestek, bekers en speelgoed. Na de besmetting duurt het meestal twee tot drie weken voordat de ziekteverschijnselen beginnen. Je kind is dus al besmet voordat hij zelf klachten heeft en hij kan ook anderen al hebben besmet.
Wat zijn de symptomen de bof bij een kind?
Eén op de drie kinderen die besmet raken met het bofvirus, krijgt helemaal geen ziekteverschijnselen. De bof gaat dan ongemerkt voorbij. Mocht je kind wel de bof hebben, dan kan hij (meestal pas drie weken na de besmetting) hier last van krijgen:
-
Rillerigheid
-
Een dikke wang of 'hamsterwang': de speekselklier raakt ontstoken en daardoor zwelt één wang op, soms zijn er twee dikke wangen. De zwelling zit voor en onder het oor en kan pijnlijk zijn. Ook kunnen de speekselklieren onder de tong en in de keel ontstoken raken.
-
Eten, kauwen en slikken en de mond wijd open doen, kan pijnlijk zijn.
Bij bof wordt de zwelling in de wang na een week minder. Na één of twee weken is je kind weer helemaal beter.
Lees ook: Wanneer mag een ziek kind niet naar de kinderopvang?
Is de bof besmettelijk?
De bof is een zeer besmettelijke ziekte. Het virus wordt verspreid via speekseldruppeltjes in de lucht. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij hoesten, niezen of praten. Na de besmetting duurt het meestal twee tot drie weken voordat de ziekteverschijnselen beginnen. Je kind is dus al besmet voordat hij zelf klachten heeft en hij kan anderen al hebben besmet. Omdat je dan nog niets aan je kind merkt, kun je de besmetting van anderen niet voorkomen.
Bof bij kind en baby's
Bij kleine kinderen met bof is er een kleine kans, ongeveer 4 tot 10 van de 1000 patiënten, op een hersenvliesontsteking. Meestal geneest een hersenvliesontsteking door het bofvirus goed. Heel soms blijft een kind doof aan een oor.
Bof bij volwassenen
Bij vrouwen kan bof soms voor een eierstokontsteking zorgen. Je kunt dan pijn hebben links of rechts in je onderbuik. Als (jonge) mannen het virus krijgen, kan één van de zaadballen ontstoken raken. Dit kan als ze na de puberteit het virus krijgen. Hierdoor kan een man minder vruchtbaar worden. De pijn in de bal kan ook voor pijn in de onderbuik zorgen.
Risico's van de bof voor de zwangerschap
De bof vormt een risico voor zwangere vrouwen. Als je zwanger bent en je bent nooit (volledig) gevaccineerd of je hebt nooit de bof gehad, moet je contact vermijden met mensen die mogelijk de bof hebben. Dit geldt vooral voor de eerste drie maanden van je zwangerschap. Een zwangere vrouw kan zich niet alsnog laten inenten tegen bof, omdat het vaccin levend, verzwakt virus bevat. Het is niet honderd procent zeker dat dit onschadelijk is voor de ongeboren baby.
Lees ook: Griep tijdens de zwangerschap, kan het kwaad?
Bof in het eerste trimester van de zwangerschap
Als je in de eerste drie maanden van je zwangerschap bof krijgt, moet je meteen contact opnemen met je huisarts en je verloskundige. Er is namelijk kans op een miskraam.
Mijn kind heeft de bof en ik ben zwanger, wat nu?
Besmetting met de bof via je kind kun je niet voorkomen, omdat het bofvirus al besmettelijk is voordat een kind klachten krijgt. Tegen de tijd dat je merkt dat je kind de bof heeft, is het al niet meer zinvol om ervoor te zorgen dat jullie uit elkaars buurt blijven. Heeft je kind de bof en ben je zwanger, licht dan wel je verloskundige en je huisarts in, zeker in het eerste trimester.
Wanneer de huisarts inschakelen?
Als je kind bof heeft en veel minder drinkt dan normaal, kun je het beste contact opnemen met de huisarts. Als je kind te maken krijgt met de volgende verschijnselen, moet je meteen met hem langs de huisarts gaan:
Bij deze verschijnselen is er een kleine kans op een hersenvliesontsteking.
Mag je kind met bof naar het kinderdagverblijf/school?
Als je kind zich verder goed voelt, kan hij naar het kinderdagverblijf of naar school. Het bofvirus is al besmettelijk voordat iemand klachten krijgt. Thuisblijven helpt niet om te voorkomen dat anderen ziek worden. Vertel aan de leidster of leerkracht dat je kind de bof heeft. Zij kunnen in overleg met de GGD andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van bof bij hun kind.
Lees ook: Calamiteitenverlof: aan het werk als je kind ziek is?
Wat kun je tegen de bof doen?
Bof gaat vanzelf over zonder behandeling of medicijnen. Neem contact op met je huisarts als je denkt dat je kind bof heeft. De huisarts kan verder onderzoek doen en eventueel pijnstillers geven tegen de pijn. Lees voor gebruik wel altijd de bijsluiter.
Er bestaan geen medicijnen tegen bof. Op deze manieren kun je zelf je kind helpen als hij bof heeft:
-
Extra drinken: Als je kind koorts heeft, geef hem dan extra te drinken. Als hij dat echt niet wil, kun je ook een waterijsje geven.
-
Geen zure smaakstoffen: Extra drinken geven is goed, maar geef geen drankjes met zure smaakstoffen. Ook andere zure producten kun je beter laten staan, omdat ze de speekselklieren erg kunnen prikkelen en dat doet zeer.
-
Dunne kleding: Het lichaam moet de warmte kwijt kunnen. Kies daarom voor dunne kleding die losjes om het lichaam zit. In bed is een laken vaak al voldoende. Als je kind het koud heeft of rilt, kun je hem tijdelijk extra toedekken.
-
Genoeg rust: Als je kind bof heeft, hoeft hij niet de hele dag in bed te liggen. Hij mag ook naar buiten, maar zorg wel voor voldoende rust.
-
Paracetamol: Als het nodig is, kun je je kind paracetamol geven. Lees wel voor gebruik altijd de bijsluiter. Als er verder geen complicaties zijn, verdwijnen de klachten meestal binnen één tot twee weken.
Lees ook: Dit is de juiste hoeveelheid die je kind op een dag mag drinken
Valt de bof binnen Rijksvaccinatieprogramma?
Vroeger kregen elk jaar driehonderd tot achthonderd kinderen en volwassenen hersenvliesontsteking door de bof. Daarom is in 1987 de inenting tegen de bof opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Dat is gratis. Vóór de invoering van de BMR-vaccinatie kreeg bijna ieder kind de ziekte, maar nu in Nederland de meeste kinderen worden ingeënt tegen bof, is dat een stuk minder. Het bofvaccin zit in een combinatievaccin, de BMR. De BMR-vaccinatie beschermt tegen bof, mazelen en rodehond. Kinderen krijgen de BMR-vaccinatie twee keer, met veertien maanden en als hij negen jaar is. In principe kun je bof maar één keer krijgen. Als je kind volledig is ingeënt, is de kans klein dat hij erg ziek wordt na contact met een kind dat bof heeft. In de Biblebelt, een strook die loopt van Zeeland tot de Veluwe, laten mensen zich vaak uit geloofsovertuiging niet vaccineren.
In dit vaccinatie-dossier vind je een overzicht van alle vaccinaties en (mogelijke) bijwerkingen.
Verdere maatregelen
Kinderen die wél zijn ingeënt, kunnen toch nog een beetje ziek worden. Het bofvaccin beschermt namelijk niet honderd procent. Je kunt de volgende maatregelen nemen om de ziekte niet te krijgen door bij hoesten of niezen:
-
Een papieren zakdoek te gebruiken. Als je die niet hebt, kun je in de plooi van je elleboog hoesten of niezen.
-
Een zakdoek maar één keer te gebruiken.
-
Daarna je handen te wassen.
-
Je hoeft niet uit de buurt te blijven van mensen die hoesten of niezen, maar pasgeboren baby's kun je beter wel uit hun buurt houden.
-
Leer kinderen 'netjes' te hoesten en te niezen.
Bronnen: Rijksvaccinatieprogramma, Thuisarts, RIVM