
Wat doet een verloskundige?
Van het intakegesprek tijdens de zwangerschap tot de laatste nacontrole na de bevalling: als je een kind krijgt zie je regelmatig je verloskundige. Ze houdt jouw gezondheid en die van je baby goed in de gaten. Maar dat is lang niet alles. Wat doet een verloskundige allemaal?
Dit doet een verloskundige
Tijdens je zwangerschap breng je heel wat bezoekjes aan de verloskundige. Ze begeleidt je gedurende de hele zwangerschap, tijdens de bevalling en in de kraamperiode. Ook vóór je zwangerschap kun je al bij een verloskundige terecht, voor advies over zwanger worden.
Een verloskundige is opgeleid om jou te begeleiden tijdens de zwangerschap, bevalling en kraamtijd. Ze geeft je informatie en advies, bespreekt jouw welzijn met je en voert controles uit om te kijken hoe het gaat met jou en je baby. Ook om eventuele complicaties te voorkomen of vroegtijdig te behandelen. Als het nodig is overlegt ze met de tweede lijn – het ziekenhuis – of verwijst ze je door naar een arts of andere specialist, zoals een fysiotherapeut, maatschappelijk werker of de huisarts.
Je verloskundige is ook bij je bevalling. Als je poliklinisch bevalt, gaat ze met je mee naar het ziekenhuis. Beval je met een medische indicatie, dan neemt het zorgteam van het ziekenhuis de begeleiding over. Dit doet je verloskundige nog meer:
- Ze ondersteunt en informeert jou tijdens je zwangerschap.
- Ze controleert jouw gezondheid en die van je baby.
- Ze bespreekt met je hoe het met je gaat, ook mentaal en emotioneel.
- Ze voelt of je baby goed groeit en zich goed ontwikkelt.
- Ze geeft voorlichting en advies.
- Ze helpt je je voor te bereiden op de bevalling.
- Ze vertelt over het aanstaande ouderschap.
- Ze signaleert (een verhoogd risico op) complicaties en verwijst je al dan niet door naar een gynaecoloog.
- Ze bouwt een vertrouwensrelatie op met jou en eventueel je partner.
Een afspraak bij de verloskundige is altijd tweerichtingsverkeer. Dit betekent dat de verloskundige niet alleen maar op de praatstoel zit, maar ook naar jou en je partner luistert en jullie vragen beantwoordt.
Voor je zwangerschap
Voordat je zwanger bent, kun je al bij een verloskundige terecht. Veel praktijken hebben namelijk een kinderwensspreekuur of een preconceptiespreekuur. Bij dit spreekuur kun je je vragen stellen over zwanger worden en advies krijgen voor jouw situatie. De verloskundige geeft tips en uitleg over je cyclus en je vruchtbare dagen.
Een verloskundige kiezen
Zodra je een positieve zwangerschapstest hebt, kun je op zoek gaan naar een verloskundige. Even wachten kan ook, tot je ongeveer zes weken zwanger bent. Bekijk welke verloskundigenpraktijken er in jouw buurt zijn en zoek uit welke het beste bij jou past. Je kunt de dichtstbijzijnde nemen, maar misschien is er iets verderop wel één die meer aansluit bij jouw wensen. Op de websites van de praktijken kun je bijvoorbeeld zien of ze klein- of grootschalig werken, met welke ziekenhuizen ze samenwerken en wat hun visie is. Wil je meer weten, bel dan gerust naar verschillende praktijken voor meer informatie. Als je je keuze hebt gemaakt, maak je een afspraak voor een intakegesprek. Meestal is de intake tussen de zevende en tiende week van je zwangerschap.
De eerste afspraak
Tijdens het intakegesprek maak je persoonlijk kennis en maakt de verloskundige een dossier aan. Daarvoor stelt ze je vragen over jouw gezondheid en medische achtergrond en die van je partner. Ook krijg je informatie over de zwangerschap, het bloedonderzoek en prenatale screening.
Dit gebeurt er nog meer tijdens de eerste afspraak:
- de verloskundige berekent je uitgerekende datum.
- ze meet je bloeddruk.
- ze voelt hoe groot je baarmoeder is.
- soms word je ook gewogen.
- bloedprikken (door de verloskundige zelf of bij een priklab).
Lees ook: Eerste afspraak met de verloskundige, zo gaat dat
Controles tijdens de zwangerschap
Hoe vaak je tijdens je zwangerschap naar de verloskundige gaat, verschilt per praktijk. Gemiddeld gaat het om zo’n tien tot veertien afspraken. Bij de meeste verloskundigenpraktijken zijn de afspraken in het begin van de zwangerschap om de vier weken. Later in de zwangerschap volgen de afspraken elkaar sneller op: om de drie weken en later om de twee weken. Na de 36ste week kom je meestal wekelijks op controle.
Tijdens een controle bespreken jullie eerst hoe het gaat met de zwangerschap en hoe jij je voelt. Per afspraak geeft de verloskundige advies en informatie over onderwerpen die belangrijk zijn voor die periode van de zwangerschap. Daarnaast doet ze lichamelijk onderzoek, dat bestaat uit:
- Je bloeddruk meten.
- Met een doptone luisteren naar het hartje van je baby.
- Je buik opmeten.
- Voelen hoe groot je baarmoeder is.
- Later in de zwangerschap voelt de verloskundige ook de ligging van de baby en of hij al is ingedaald in het bekken.
Je verloskundige neemt tijdens de afspraken ook uitslagen van bloedonderzoek en eventuele prenatale screening met je door.
Termijnecho
Sommige verloskundigen maken tijdens de eerste controle, meestal rond de tien weken, zelf de termijnecho om de uitgerekende datum definitief vast te stellen. Andere praktijken hebben geen echoapparatuur; je moet dan een aparte afspraak maken bij een echocentrum. Bij deze echo wordt ook gekeken of het hartje klopt en of er sprake is van een meerlingzwangerschap.
Uitgerekende datum berekenen
13-wekenecho
Tijdens de termijnecho is je baby nog te klein om afwijkingen te kunnen opsporen. Om niet pas bij twintig weken zwangerschap te ontdekken dat een kind een afwijking heeft, wordt in de tweede helft van 2021 de 13-wekenecho ingevoerd. Deze echo wordt aan het basispakket toegevoegd, omdat al bij dertien weken te zien is hoe de organen, ledematen en het zenuwstelsel van je baby zich ontwikkelen en of er mogelijk afwijkingen zijn.
20-wekenecho
Als je bijna twintig weken zwanger bent, vertelt de verloskundige je ook meer over het Structureel Echoscopisch Onderzoek (SEO), ook wel de 20-wekenecho genoemd. Bij deze echo wordt onderzoek gedaan naar eventuele lichamelijke afwijkingen bij je ongeboren baby. Bij sommige verloskundigenpraktijken wordt de 20-wekenecho op de praktijk gedaan, bij andere praktijken is dat niet mogelijk en moet je ervoor naar een echocentrum.
Lees meer: Dit zijn alle echo’s tijdens je zwangerschap
Voorbereiden op de bevalling
Je verloskundige begeleidt je bij de voorbereiding op de bevalling. Rond de 34ste week van je zwangerschap krijg je informatie over wanneer je moet bellen als de bevalling begint. Daarnaast bespreken jullie jouw wensen voor de bevalling en de kraamtijd. Bijvoorbeeld of je thuis of in het ziekenhuis (poliklinisch) wilt bevallen en hoe je wilt bevallen (in bad, op de baarkruk of in bed). Dit kun je, samen met je andere wensen, ook opnemen in je geboorteplan. Je neemt dit met je verloskundige door, zodat zij weet hoe ze je het beste kan begeleiden.
Lees ook: Bevallen: thuis of in het ziekenhuis?
Je verloskundige kan je vertellen welke cursussen en voorlichtingsbijeenkomsten er in jouw buurt zijn om je voor te bereiden op de bevalling. Sommige verloskundigenpraktijken en ziekenhuizen organiseren zelf informatieavonden, bijvoorbeeld ook over borstvoeding geven.
Tijdens de bevalling
Omdat je al negen maanden regelmatig bij je verloskundigenpraktijk bent geweest, weten ze daar precies hoe je zwangerschap is verlopen. Bij een kleine praktijk heb je alle verloskundigen misschien al vaker ontmoet en een band opgebouwd, bij een grote praktijk leer je ze niet altijd allemaal kennen. Toch voel je je als het goed is vertrouwd met hun werkwijze. Dat is fijn tijdens de bevalling: je hoeft niets uit te leggen en kunt je volledig richten op het bevallen.
Als je thuis wilt bevallen, is de verloskundige daarbij aanwezig om je te begeleiden. Ook bij een poliklinische bevalling in het ziekenhuis begeleidt je eigen verloskundige je. Ze houdt in de gaten hoe de bevalling verloopt en als het nodig is geeft ze je advies en uitleg. Ook kan ze controles en bepaalde medische handelingen verrichten, zoals je ontsluiting meten en het hartje van de baby luisteren. Verder is ze opgeleid om te signaleren wanneer er tweedelijns zorg nodig is.
Mocht dit zo zijn, dan overlegt ze dit met jou en draagt ze je over aan het ziekenhuis. Je bevalt dan met een medische indicatie onder verantwoordelijkheid van de gynaecoloog. Dit kan ook al zo zijn tijdens de zwangerschap, als er complicaties zijn. Tijdens de bevalling kun je bijvoorbeeld een medische indicatie krijgen als de ontsluiting of geboorte niet vordert, of als blijkt dat de baby in het vruchtwater heeft gepoept. Wil je medische pijnbestrijding, dan draagt je verloskundige de zorg ook over aan de gynaecoloog.
Als het ziekenhuis de zorg tijdens de bevalling overneemt, kan het zijn dat jouw verloskundige naar huis gaat. Heb je een goede band met je verloskundige, dan kun je haar vragen of ze erbij kan blijven om jou te steunen. Vaak kan dit in overleg met het ziekenhuis. Ze kan ook zelf besluiten om bij de bevalling te blijven, zeker als het niet lang meer zal duren voordat je baby wordt geboren. Hier lees je meer over (natuurlijke) pijnbestrijding.
Lees hier meer over (natuurlijke) pijnbestrijding.
Wanneer moet je de verloskundige bellen?
Tijdens en na de kraamtijd
De verloskundige begeleidt je samen met de kraamverzorgster in de eerste weken na de bevalling. Ze komt voor controle bij je thuis langs. Ze doet medische controles: ze voelt aan je buik of de baarmoeder goed krimpt en controleert eventuele hechtingen. Daarnaast bespreken jullie hoe het met je gaat. Je kunt je zorgen en vragen bij haar kwijt en vertellen hoe je de bevalling hebt ervaren. Het is een indrukwekkende gebeurtenis en je verloskundige begrijpt als geen ander wat dit inhoudt en hoe ouders het beleven. Zij kan je ook uitleg geven waardoor je meer inzicht krijgt in wat je allemaal hebt ervaren.
Als je baby ongeveer zes weken oud is, evalueert de verloskundige de complete zwangerschap en heb je vaak een afsluitend gesprek. Hierbij komen de zwangerschap, bevalling en kraamtijd aan bod. Ook controleert de verloskundige of je lichaam goed genoeg herstelt en bespreekt ze met je welke mogelijkheden voor anticonceptie er zijn. Misschien wil je dit nu anders regelen dan voor je zwangerschap. De jeugdgezondheidszorg neemt hierna de zorg van je baby over. Hier lees je meer over de nacontrole bij de verloskundige of gynaecoloog.
Verschil met gynaecoloog
Als je zwangerschap gezond verloopt en er geen complicaties of verhoogde risico’s zijn, ga je voor de begeleiding naar een eerstelijns verloskundige die je zelf kiest. Heb je een medische indicatie, dan word je in het ziekenhuis begeleid door tweedelijns (klinisch) verloskundigen (samen met andere nodige zorgverleners). Een verloskundige heeft tijdens de opleiding Verloskunde alles geleerd over de zwangerschap, bevalling en kraamtijd. Ze weet precies hoe ze de ontwikkeling van je ongeboren baby kan volgen en hoe ze eventuele complicaties kan signaleren en vroegtijdig behandelen. Ook is ze bevoegd om bepaalde medische handelingen te verrichten, zoals bloed afnemen of een ruptuur hechten.
Is er een complicatie waarvoor onderzoek, medische behandeling of een ingreep nodig is waar je verloskundige niet voor is opgeleid, dan verwijst ze je door naar een gynaecoloog. Een gynaecoloog is een arts en heeft bij de opleiding Geneeskunde en een specialisatie gynaecologie geleerd hoe hij die medische ingrepen, onderzoeken en behandelingen moet uitvoeren. Bij een zwangerschap met complicaties of verhoogde risico’s, waardoor de kans op een medische ingreep groter is dan normaal, word je daarom begeleid door een gynaecoloog.
Lees hier: Dit zijn de 15 beste bevallingstips van verloskundigen
Dit artikel is tot stand gekomen en goedgekeurd door artsen en andere (medische) deskundigen van het Ouders van Nu expertteam.
Bronnen: Degynaecoloog.nl, Deverloskundige.nl, Verloskundige.info