Wat is hechting?
Met hechting wordt de band tussen een kind en zijn ouders of verzorgers bedoeld. Deze hechtingsband begint al tijdens de zwangerschap en de belangrijkste basis is in het eerste levensjaar gelegd. Daarna blijft de hechting zich ontwikkelen. Ouders en hun kind maken samen allerlei fases en ervaringen door, die iets doen met hun band.
Waarom is hechting belangrijk?
Een gezonde, veilige hechting is heel belangrijk voor een kind. Vanuit die basis groeit hij op. De hechting heeft invloed op de emotionele, sociale, cognitieve en lichamelijke ontwikkeling. Een kind dat goed gehecht is, krijgt vertrouwen in zichzelf en anderen. Daardoor kan hij op een gezonde manier zelfstandig worden en omgaan met emoties en stress.
Een veilige hechting is bijvoorbeeld belangrijk voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid, de prestaties op school en de (liefdes)relaties die een kind (later) in zijn leven opbouwt.
Hoe ontstaat hechting?
Ieder kind hecht zich aan de mensen die hem verzorgen. Meestal zijn dit de ouders, dat kunnen ook niet-biologische ouders zijn. De hechting ontstaat vanzelf door het dagelijkse contact. Tijdens het voeden, knuffelen, troosten, verschonen, samen spelen, wanneer je tegen je baby praat of samen iets meemaakt: dit zijn allemaal hechtingsmomenten.
Als een kind 1 jaar is, is het meestal gehecht aan de belangrijkste mensen in zijn leven. Naast de ouders kunnen dit bijvoorbeeld ook opa's en oma's zijn. In dit artikel hebben we het voor de leesbaarheid over de ouders.
Veilige hechting en onveilige hechting
De band tussen ouders en hun kind is niet overal hetzelfde. Daardoor kun je op verschillende manieren gehecht zijn: veilig gehecht en onveilig gehecht. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 62 procent van alle thuiswonende kinderen van 1-12 jaar in Nederland veilig gehecht is.
Onveilige hechting bestaat uit verschillende vormen; ernstige en minder ernstige. Een onveilige hechting kan (met hulp) ook veranderen in een veilige hechting. Daarover verderop meer.
Een kind kan ook veilig én onveilig gehecht zijn. Dan is er bijvoorbeeld een veilige hechting met de moeder en een onveilige hechting met de vader, of andersom.
Veilige hechting
Voor een veilig gehecht kind voelen de ouders als zijn veilige haven. Een veilig gehecht kind heeft geleerd op zichzelf en op anderen te vertrouwen. Er is een goede balans tussen hechtingsgedrag (nabijheid van de ouders zoeken) en exploratiegedrag (zelf op onderzoek uitgaan). Het kind durft zelf dingen uit te proberen en opdrachten uit te voeren die bij zijn ontwikkelingsfase passen. Is hij bang of verdrietig, dan zoekt hij zijn ouders op voor troost en veiligheid.
Een veilig gehecht kind ervaart de wereld daardoor als een ongevaarlijke en fijne plek. Hij wordt geknuffeld na een val op de speelplaats en krijgt hulp wanneer hij iets niet kan. Als zijn ouders (even) weggaan, kan hij dat best spannend of vervelend vinden. Sommige kinderen gaan dan huilen of worden boos. Maar zodra de vader of moeder weer terugkomt, maken ze net zo makkelijk weer contact en zijn ze snel weer gerustgesteld.
Lees meer: Alle oorzaken van verlatingsangst op een rij
Fases veilige hechting
Een veilige hechting verloopt als volgt:
Fase 1: 0-3 maanden
Al vanaf de geboorte zoekt een baby onbewust (instinctief) contact met zijn ouders. Hij gaat op zoek naar de ronde vormen van je gezicht en ogen en herkent jullie stemmen. Hij vertoont gedrag om te zorgen dat je in de buurt blijft, zoals huilen, grijpen en sabbelen. Veel lichamelijk contact is in deze fase belangrijk, zoals knuffelen en je baby vasthouden.Fase 2: 3-6 maanden
Je baby gaat zich nu bewust hechten aan een aantal vaste personen, die hij veel ziet of die hem verzorgen. Bijvoorbeeld opa en oma of de crècheleidster. Hij ontwikkelt vertrouwen in anderen. Voor een goede hechting is het nu belangrijk dat er niet te veel verschillende mensen voor hem zorgen.Fase 3: 6-12 maanden
Je baby kan eenkennig worden en scheidingsangst krijgen. Hij begint te leren dat je nog steeds bestaat als hij je niet ziet. Daardoor wil hij bij je in de buurt blijven. Rond de 9 maanden is het belangrijkste deel van het hechtingsproces voorbij. Is dat goed verlopen, dan is je kind veilig gehecht. De hechting wordt daarna nog wel sterker.Fase 4: 1 tot 3 jaar
Als een kind veilig gehecht is, nemen de scheidingsangst en eenkennigheid ook weer af. De piek ligt vaak rond 18 maanden. Daarna krijgt je kind door dat hij erop kan vertrouwen dat jij vanzelf weer terugkomt. Dat geeft hem een veilig gevoel en zelfvertrouwen. Dit is nodig om het proces van losmaken langzaam te beginnen.Fase 5: vanaf ongeveer 3 jaar
Je kind kan zich nu steeds beter inleven in de mensen aan wie hij gehecht is. Hij zoekt niet alleen meer contact omdat hij dat zelf nodig heeft, maar ook omdat de ander het leuk vindt. Daarnaast krijgt hij steeds meer behoefte aan zelfstandigheid.
Lees ook: Veilig samen slapen met je baby in een co-sleeper
Onveilige hechting
Veilige hechting is niet vanzelfsprekend: ongeveer 30-40 procent van de kinderen raakt onveilig gehecht. Een onveilige hechting kan allerlei oorzaken hebben, zoals problemen binnen het gezin, relatieproblemen tussen de ouders of problemen bij de baby. Wanneer contact maken in de eerste hechtingsfase moeilijk gaat, kan dat het hechtingsproces ingewikkelder maken. Bijvoorbeeld wanneer een baby lang in het ziekenhuis moet liggen of extreem veel huilt.
Risicofactoren voor onveilige hechting
Er zijn allerlei mogelijke oorzaken voor een onveilige hechting. De risicofactoren bij de ouders en binnen het gezin wegen zwaarder dan de risicofactoren bij het kind.
Risicofactoren bij de ouder(s):
– relatieproblemen
– psychische problemen
– overbezorgdheid
– ongevoelige of ontoegankelijke ouders
– niet reageren op de behoefte van het kind
– zelf onveilig gehecht zijn
– onverwerkte trauma's
– tienermoederschap
– alleenstaand ouderschapRisicofactoren binnen het gezin:
– armoede
– werkloosheid
– stress binnen het gezin
– verwaarlozing
– mishandeling of misbruik
– wisselende relaties of mede-opvoedersRisicofactoren bij het kind:
– een moeilijk temperament
– lang in de couveuse hebben gelegen
– lang verblijf in het ziekenhuis
– extreem huilgedrag
– complicaties bij de geboorte
– een handicap
– trauma
– adoptiekinderen
– pleegkinderen
– kinderen van een draagmoeder
– verlies van een ouder of verzorger
Een risicofactor betekent gelukkig niet dat er geen veilige hechting mogelijk is. Het betekent alleen dat het risico op een onveilige hechting aanwezig is. Daarom is het goed om extra aandacht te besteden aan de hechting en hulp te vragen wanneer er problemen ontstaan.
Uit onderzoek blijkt ook dat kinderen zich net zo goed kunnen hechten aan vervangende ouders – pleegouders, adoptieouders, een opa of oma die hen verzorgt – als aan hun biologische ouders. Het gaat erom dat de band goed is.
Lees ook: Hechtingsproblemen, zo herken je ze
Hechtingsstijlen bij onveilige hechting
Een onveilige hechting kan zich op veel verschillende manieren uiten. Zoals gedragsproblemen, een laag zelfbeeld, moeite om anderen te vertrouwen, verlatingsangst of het gevoel dat je er alleen voor staat.
Soms ontstaat er een gedragsstoornis bij onveilig gehechte kinderen. Zij hebben op latere leeftijd een grotere kans op psychiatrische stoornissen (hechtingsstoornissen).
Er zijn volgens de psychologie drie onveilige hechtingsstijlen:
Ambivalente hechting (of afwerende hechting)
Vaak zijn dit kinderen met onvoorspelbare, onberekenbare ouders. Of erg overbezorgde ouders. De ouders gedragen zich vooral naar hun eigen behoeften, in plaats van te kijken wat het kind nodig heeft. Deze kinderen missen zelfvertrouwen, zijn passief en aanhankelijk. Als de ouders weg zijn, is het kind angstig. Als de ouders terugkomen, kan hij erg boos en afwerend zijn.
Test hier: Ben ik overbezorgd?Vermijdende hechting
Dit zijn vaak kinderen die veel ervaring hebben met afwijzing. Of die veel verschillende opvoeders hebben gehad. Wanneer ze bang of verdrietig zijn, zoeken ze geen hulp. Ze hebben geleerd dat ze niet op anderen kunnen rekenen. Ze houden afstand van anderen en onderdrukken hun verdriet, stress of angst. Dit kan zich (later) ook uit in agressie.Gedesorganiseerde hechting
Dit wordt ook wel verstoord gehecht genoemd en het is de meest onveilige vorm van hechting. Deze hechtingsstijl komt bijvoorbeeld voor bij kinderen die mishandeld, misbruikt of verwaarloosd zijn door hun ouders. Deze kinderen hebben vaak geen idee welke mensen ze wel en niet kunnen vertrouwen. Of welk gedrag past bij welke situatie.
Lees ook: Kindermishandeling, herken de signalen
Wat moet je doen als je kind onveilig gehecht is?
Rond 4 jaar is een kind op een bepaalde manier gehecht. De hechtingsstijl kan nog wel veranderen. Als een kind een moeilijke start heeft gehad, betekent dat dus niet dat hij voor altijd onveilig gehecht zal zijn. Een onveilige hechting kan worden hersteld, maar de invloed ervan blijft wel. Het verschilt per situatie en per kind hoeveel last hij daar in zijn latere leven nog van zal hebben.
Vaak ontstaat een onveilige hechting door gedrag van de ouders, maar niet altijd. Het kan voor ouders ook moeilijk zijn om te weten welk gedrag een ongezonde invloed heeft op de band met hun kind. Of hoe ze dat kunnen veranderen. Daarom is het belangrijk om hulp te zoeken wanneer je tegen problemen aanloopt. Of wanneer je kind gedrag laat zien dat zou kunnen passen bij een hechtingsproblemen.
Denk je dat er misschien hechtingsproblemen spelen bij je kind? Bespreek het met de huisarts of de jeugdarts op het consultatiebureau. Onthoud dat veel meer ouders hiermee te maken krijgen, om allerlei redenen. Het gaat ook niet over schuld, maar over hulp. Er zijn allerlei vormen van begeleiding, bijvoorbeeld door een kinderpsycholoog of kindercoach, of met opvoedingsondersteuning.
Lees ook: Wanneer ga je naar een kinderpsycholoog?
Van veilig naar onveilig gehecht?
Twee derde van de veilig gehechte kinderen blijft de rest van zijn leven veilig gehecht. Maar ook een veilige hechting kan nog veranderen. De band kan bijvoorbeeld verstoord worden door een traumatische gebeurtenis. Daarom is het belangrijk om altijd aandacht aan te blijven besteden aan de band met je kind. In lastige tijden is het niet gek om hier hulp bij te zoeken, ook voor jezelf. Dan lukt het ook beter om je kind op te vangen.
Hechting en loslaten
Gek eigenlijk: je doet alles om ervoor te zorgen dat je kind zich veilig hecht, maar je moet hem ook steeds meer loslaten als hij groter wordt. Dat lijkt tegenstrijdig, maar dat is het niet. Hechting en loslaten hebben alles met elkaar te maken.
Een veilig gehecht kind durft steeds meer zonder ouders. En als je je kind een stevige basis hebt gegeven, durf je hem beter zelfstandig te laten worden. Ook dat is nodig voor een gezonde ontwikkeling. Uiteindelijk wil ieder mens een eigen leven gaan leiden, zelf beslissingen nemen en relaties opbouwen. Met eentje daarvan krijgt je kind zélf misschien wel een baby…
Een veilige hechting: tips
Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met aandacht besteden aan de hechting met je kind. En veel dingen die bij baby's helpen voor een veilige hechting, blijven fijn wanneer je kind groter wordt. Veel doe je vanzelf al, zoals tijd doorbrengen met je kind en hem laten merken dat je van hem houdt.
Hier een aantal tips die kunnen bijdragen aan een veilige hechting:
Huid-op-huidcontact
Vanaf de geboorte kun je met je baby buidelen. Dit geeft hem een veilig gevoel en zorgt bij jullie allebei voor de aanmaak van het hechtingshormoon oxytocine. Knuffelen werkt ook. Hier lees je meer.Troosten
Troost je baby als hij huilt. Zo merkt hij dat je hem wilt helpen als hij pijn heeft, bang of verdrietig is. Heb je een huilbaby? Dan kan troosten heel veel van je vragen. Lees hier wat je kunt doen.Oogcontact
Als je oogcontact maakt met je baby, ontstaan er bij jullie allebei hersenverbindingen die te maken hebben met de hechting. Baby's zijn dol op oogcontact. Probeer je telefoon weg te leggen als je met je baby bent.Communiceren
Praat tegen je baby en reageer op zijn geluiden of woordjes en lichaamstaal. Jouw stem en de aandacht die je voor hem hebt, stellen hem gerust. Hier lees je meer over praten met je baby.Voorspelbaarheid
Baby's houden van routines, bijvoorbeeld bij het voeden, naar bed brengen en het dagritme. Je baby leert zo waar hij aan toe is en dat hij krijgt wat hij nodig heeft.Ruimte geven
Aandacht is belangrijk voor een kind, maar rust en ruimte ook. Als je baby wegkijkt, in zijn ogen wrijft of gaat jengelen, vindt hij de interactie genoeg. Laat hem dan lekker slapen of tot rust komen.Afscheid nemen als je weggaat
Baby's vanaf 8 maanden kunnen last krijgen van verlatingsangst. Gaat je kind huilen bij het afscheid nemen, probeer dat dan niet te vermijden door stiekem weg te gaan. Leg kort en op een geruststellende manier uit wat er gaat gebeuren en dat je weer terugkomt.Grenzen stellen
Als je baby groter wordt, heeft hij grenzen nodig. Duidelijkheid geeft hem houvast en het vertrouwen dat jij weet wat goed voor hem is. Hier lees je meer over grenzen stellen.Nieuwsgierig zijn
Probeer je kind niet alleen dingen te leren, maar probeer hem ook te begrijpen en van hém te leren. Wees benieuwd waarom hij zich gedraagt zoals hij doet en leef je in. Zo leert je kind dat je hem serieus neemt en dat versterkt zijn vertrouwen in jou.Zorg voor jezelf
Je kunt het beste een veilige haven zijn als het goed (genoeg) met je gaat. Valt het ouderschap je zwaar? Kijk wat je kunt doen om voor jezelf te zorgen en vraag hulp. Dat kan professionele hulp zijn, maar ook hulp van familie, een buurvrouw of een medemoeder.
Lees ook: Liefde voor je kind uiten, deze tips versterken jullie band
Bronnen: NCJ.nl, NJI.nl, Richtlijnenjeugdhulp.nl, Parnassiagroep.nl