
Alles over tetanus (prik)
Tetanus is een ernstige ziekte. Je kind kan besmet raken door een wond of dierenbeet. Als die niet goed wordt behandeld, heeft dat ernstige gevolgen. Wat zijn de symptomen en wanneer moet je de huisarts bellen?
Wat is tetanus?
Tetanus is een ernstige ziekte die wordt veroorzaakt door de tetanusbacterie, ‘Clostridium tetani’. De bacterie kan in het lichaam van je kind komen via een wond waar vuil in is gekomen. Denk bijvoorbeeld aan straatvuil, mest of aarde. Je kind kan de bacterie ook oplopen via een dierenbeet of brandwond. De bacterie maakt een gifstof aan die via het bloed binnendringt. Vervolgens gaat het gif via de zenuwen naar de hersenen. Vroeger overleden er jaarlijks vijftig mensen aan tetanus. Nu worden in Nederland bijna alle kinderen tegen tetanus ingeënt en komt de ziekte bijna niet meer voor. Kenmerken van tetanus:
- Incubatietijd*: 3 tot 21 dagen, maar kan ook een paar maanden zijn.
- Symptomen: stijfheid, pijnlijke spierkrampen, slikklachten en ademhalingsproblemen.
- Besmettelijk: mensen kunnen elkaar niet besmetten.
- Risico voor zwangeren: nee. Zwangere vrouwen kunnen zich ook veilig inenten tegen tetanus.
*De tijd die verstrijkt tussen de besmetting en de eerste symptomen
Lees meer: Deze kinderziektes zijn gevaarlijk tijdens de zwangerschap
Oorzaak tetanus
Als je kind niet is ingeënt, kan hij de tetanusbacterie oplopen als er straatvuil in een open wondje komt. Ook als je kind wordt gebeten door een huisdier zoals een hond, konijn of cavia kan hij tetanus krijgen. Mensen kunnen elkaar niet besmetten.
Symptomen tetanus
Het eerste teken van tetanus is stijfheid rondom de opgelopen wond. Ook kan je kind last krijgen van pijnlijke spierkrampen. Door die spierkrampen kan hij minder goed slikken en last krijgen van ademhalingsproblemen. Het kan zelfs zo erg zijn dat je kind helemaal verkrampt. Zijn lichaam trekt als een soort hoepel krom. Zonder goede behandeling is tetanus dodelijk.
Is tetanus besmettelijk?
Mensen kunnen elkaar niet besmetten. Iedereen die niet is gevaccineerd tegen tetanus kan besmet raken en ziek worden. Dit kan als je kind een open wond heeft en die wond komt bijvoorbeeld in contact met straatvuil, stof, mest of aarde. Dit kan gebeuren als je kind op straat valt en zijn been heeft open gehaald of als hij wordt gebeten door een dier dat straatvuil in zijn bek heeft.
Wanneer loopt je kind risico op tetanus?
Je kind kan op de volgende manieren besmet raken met tetanus:
- Wonden
Je kind heeft kans op tetanus als hij een wond heeft opgelopen waar vuil in zit. Het gaat om deze wonden:
– snij- of schaafwond waar straatvuil, aarde of mest in kan zitten
– dierenbeet
– diepe brandwond (tweede- of derdegraads) - Verre reis
Ga je samen met je kind een verre reis maken en is het langer dan tien jaar geleden dat hij is ingeënt tegen tetanus? Dan is het verstandig om opnieuw een prik te halen. Maak hiervoor een afspraak bij de GGD of je huisarts. - Werk
Er zijn beroepen waarbij je een groter risico loopt op besmetting met tetanus. Iedereen die onderstaand beroep heeft, kan het best elke tien jaar opnieuw een prik halen:
– dierenartsen en veeartsen
– hoveniers
– land- en tuinbouwers
– veetelers
– mensen die vuilnis ophalen
– mensen die veel met paarden werken
Adviezen bij een wond
Heeft je kind een schaaf- of snijwond waar aarde, straatvuil of mest in is gekomen? Spoel de wond dan goed schoon met water. Gebruik betadine of alcohol 70% om de wond daarna goed te ontsmetten.
Is je kind gebeten door een dier of een ander kind? Spoel de wond dan goed uit onder de kraan met lauw water. Als de wond groot is, dek die dan na het afspoelen af met schoon verband of een schone doek.
Heeft je kind een brandwond? Koel die dan meteen tien tot twintig minuten met lauw stromend water. Zit de wond onder de kleding van je kind? Laat die dan gewoon aan.
Lees meer: Brandwonden behandelen, wat moet je wel en niet doen?
Wanneer huisarts inschakelen?
Neem contact op met je huisarts als je kind een bijtwond heeft. Het kan zijn dat hij een tetanusinjectie of antibiotica nodig heeft. Ook bij snij- of schaafwonden waar mogelijk vuil in zit, kun je het beste contact opnemen met je huisarts. Dat geldt ook voor de volgende gevallen:
- als het (meer dan) tien jaar geleden is dat je kind voor het laatst tegen tetanus is ingeënt.
- als je kind nog nooit tegen tetanus is ingeënt.
- als je niet weet of je kind is ingeënt tegen tetanus.
- als de afweer van je kind is verminderd door bijvoorbeeld medicijnen.
Wat kun je tegen tetanus doen?
Om tetanus te voorkomen, wordt je kind in zijn eerste levensjaar vier keer tegen tetanus ingeënt. Je kind krijgt voor het eerst een prik als hij tussen de zes en negen weken oud is. De prik tegen tetanus gaat samen met difterie, kinkhoest, polio, Hib-ziekte en hepatitis B in een vaccin. Dit heet de DKTP-Hib-HepB-vaccinatie. Alle vaccinaties worden op het consultatiebureau gegeven.
De vaccinatie wordt in het eerste jaar herhaald bij de leeftijd van drie, vier en elf maanden. Als je kind vier jaar is, krijgt hij nog een keer de DKTP-Hib-HepB-vaccinatie. De bescherming van de eerdere inentingen neemt in de loop van de tijd iets af. Daarom wordt de vaccinatie nog een keer herhaald als je kind vier jaar is.
Als je kind negen jaar is, wordt de vaccinatie nogmaals herhaald, maar dan zonder kinkhoest erin: de DTP-inenting. Deze vaccinatie zorgt voor een goede en langdurige bescherming tegen deze ziekten. De vaccinatie tegen kinkhoest is dan niet meer nodig, omdat de ziekte op deze leeftijd minder ernstig is en geen ernstige complicaties meer veroorzaakt.
Als je kind alle prikken heeft gehad, is hij voor tien jaar beschermd. De inentingen beschermen hem dus niet voor de rest van zijn leven.
Lees meer: Alles over de DKTP-Hib-HepB-vaccinatie
Kan de DKTP-Hib-HepB-vaccinatie bijwerkingen veroorzaken?
Na de DKTP-Hib-HepB-vaccinatie kan je kind last hebben van een aantal bijwerkingen. Dit gebeurt bij ongeveer één op de drie kinderen. Meestal begint dat op de dag van de inenting en vaak is dat binnen twee dagen weer over. Maar het kan ook zijn dat je kind helemaal geen last krijgt van bijwerkingen.
Bijwerkingen op de dag van de vaccinatie kunnen zijn:
- slaperig
- hangerig of huilerig
- koorts
Lees meer: Koorts bij baby en koorts bij kinderen
Tot een paar dagen na de prik kan het plekje op het been of de arm waar geprikt is, rood, warm en gezwollen zijn. Dit kun je zo veel mogelijk voorkomen door de plek meteen na de vaccinatie te masseren. Bij zuigelingen die in de benen zijn geprikt, kun je fietsbewegingen maken met de benen, terwijl je kind op zijn rug ligt. Hiermee wordt het vaccin beter verdeeld in de spieren en gaat het minder irriteren. Je kunt ook een washandje nat maken met lauw water en op de plek leggen. Na ongeveer drie uur na de vaccinatie kun je beter van de plek afblijven, want het is dan erg gevoelig.
Heftige bijwerkingen kunnen zijn:
- Heel zelden treden op de dag van de inenting heftiger bijwerkingen op. Dat gebeurt bij ongeveer 1 op de 1000 kinderen. Een kind huilt dan bijvoorbeeld urenlang erg hard.
- Soms verkleuren de benen na de eerste prikken, of wordt een kind ineens slap en wit en reageert hij niet. Dit gebeurt bij minder dan 1 op de 3000 kinderen. Deze bijwerkingen zien er soms eng uit, maar gaan vanzelf weer over.
- Kinderen van één jaar krijgen soms hoge koorts. Minder dan 1 op de 10.000 kinderen krijgt een koortsstuip. Als dat gebeurt, is dat meestal na de vierde DKTP-Hib-HepB-vaccinatie. Deze kinderen hebben een aangeboren aanleg voor koortsstuipen.
(Bron: zorgboog.nl)
Lees meer: Bijwerkingen vaccinaties: wat kun je per prik verwachten?
Wanneer heb je geen tetanusprik nodig?
Als je kind alle prikken tegen tetanus heeft gehad én jonger is dan twintig jaar, hoeft hij geen tetanusprik te krijgen. Ook hoeft hij geen tetanusprik te krijgen als hij minder dan tien jaar geleden nog een tetanusvaccinatie heeft gehad. Een tetanusprik is ook niet nodig als de wond schoon is, als het om een eerstegraads brandwond gaat zonder blaren of als de tweede- of derdegraads brandwond klein is.
Mag je kind naar het kinderdagverblijf?
Je kind mag naar het kinderdagverblijf of naar school als hij tetanus heeft en zich verder goed voelt. Kinderen kunnen elkaar niet besmetten met tetanus.
Risico’s tetanus en zwangerschap en borstvoeding
Mensen kunnen elkaar niet besmetten met tetanus. Mocht je zwanger zijn en nog niet ingeënt tegen tetanus dan kun je zonder risico worden gevaccineerd. Dit heeft geen gevolgen voor je ongeboren kind. Ook als je borstvoeding geeft, kun je worden ingeënt tegen tetanus. Laat wel altijd aan je huisarts weten dat je zwanger bent of borstvoeding geeft.
Valt tetanus binnen Rijksvaccinatieprogramma?
Sinds 1957 wordt de tetanusvaccinatie aangeboden aan alle kinderen in Nederland via het Rijksvaccinatieprogramma. Voordat de inenting werd ingevoerd, overleden er in ons land elk jaar ongeveer vijftig mensen aan deze ziekte. Tegenwoordig komt het een enkele keer voor dat een kind tetanus krijgt. Het gaat dan meestal om een kind dat niet gevaccineerd is en een kleine verwonding heeft. Als kinderen met een risicovolle wond in het ziekenhuis terecht komen, worden ze vaak extra gevaccineerd.
Op vakantie
Iedereen die een verre reis gaat maken, wordt geadviseerd om zich te laten inenten tegen tetanus. Dit kan de DTP-prik zijn of een ‘losse’ tetanusprik. Meestal krijg je de DTP-prik, omdat deze ook beschermt tegen difterie en polio.
Lees meer: Reisvaccinaties voor kinderen, wanneer is het nodig?
Kan je kind vaker tetanus krijgen?
Als je kind tetanus heeft gehad, wil dit niet zeggen dat hij beschermd is tegen een volgende tetanusinfectie. In het bloed moet een bepaald niveau van antistoffen zitten om de bacterie meteen aan te vallen als die in het lichaam komt. Dit niveau bereik je alleen door middel van een vaccinatie.