Hoe beleeft je baby de geboorte?
Bevallen doe je niet alleen: jij en de baby regelen het helemaal samen. Terwijl jij weeën opvangt, ondergaat hij ook van alles om de geboorte mogelijk te maken en hem voor te bereiden op het leven buiten de buik. Dit maakt hij mee tijdens de bevalling.
Startsein geboorte
De bevalling komt op gang doordat jouw lichaam hormonen aanmaakt die ervoor zorgen dat je weeën krijgt die je baarmoedermond openen. Maar de wetenschap gaat ervan uit dat die hormonenaanmaak in een normale situatie wordt uitgelokt door stofjes die de baby afgeeft. Zo laat hij ergens tussen de 37 en 42 weken zwangerschap aan zijn moeder weten dat hij klaar is voor het leven buiten de buik. Haar brein gaat daarop de hormonen aanmaken die nodig zijn voor de bevalling.
Welke stofjes dat precies zijn? In 2015 ontdekten onderzoekers dat twee eiwitten uit de longen van de baby het startsignaal voor de bevalling geven. Deze eiwitten komen vrij als de longen rijp genoeg zijn om te kunnen ademen. Als ze in het vruchtwater terechtkomen, zet het brein van de moeder de bevalling in gang. Ook wordt aangenomen dat de afgifte van het stresshormoon cortisol door de baby voor de rijping van de baarmoedermond kan zorgen. Wat bij vroeggeboorte precies het startsein voor de bevalling is, is niet altijd duidelijk.
Maar er spelen ook factoren van buitenaf mee bij het op gang komen van de bevalling, zoals de tijd van de dag. Als het donker wordt, maak je melatonine aan en dit bevordert de aanmaak van oxytocine. Daarom beginnen de meeste bevallingen ’s nachts. Moeder natuur regelt het, kort gezegd. Wel is duidelijk dat er vanaf de conceptie een voortdurende uitwisseling van biochemische stofjes is tussen moeder en baby. Het lichaam van de moeder weet daardoor wat het kind nodig heeft om zich te ontwikkelen en past zich daaraan aan. Voor en tijdens de bevalling is die biochemische communicatie er ook. Jullie doen het dus écht samen.
TIP! Bereid je voor op de bevalling met behulp van deze boeken
Ontsluitingsfase
Als het geboorteproces begint maak je oxytocine aan, dat ervoor zorgt dat je weeën krijgt. Die zijn allereerst nodig voor de ontsluiting: het openen van de baarmoedermond. Daarbij helpt je baby ook. Door de druk van zijn steeds dieper zakkende hoofdje tegen de baarmoedermond krijgt je brein het sein om meer oxytocine aan te maken. Zo worden de weeën steeds sterker. Hoe gelijkmatiger de druk van het hoofdje rondom is verdeeld over je baarmoedermond, hoe beter het is voor de oxytocine-aanmaak. Ideaal gezien ligt je baby met zijn kin op zijn borst en zijn ronde kruin goed tegen je baarmoedermond. Het kan zijn dat de ontsluitingsweeën tijdelijk afnemen omdat je baby net niet goed ligt. Vaak helpt verandering van houding: je baby krijgt wat ruimte en gaat anders liggen. Uiteindelijk drukt zijn hoofd het laatste randje ontsluiting weg en is de weg naar buiten vrij.
Persfase
Als je volledige ontsluiting hebt, zakt het hoofdje van je baby tegen je rectum. Dat zorgt voor de persreflex: je krijgt persdrang en je baarmoeder begint je baby met krachtige samentrekkingen (persweeën) door het geboortekanaal te duwen. Dat is best een ingewikkelde route voor je baby. De ingang van je bekken is een ovaal overdwars. Je baby gaat je bekken daarom in met zijn neus richting jouw zijkant: zo is de vorm van zijn hoofd evenwijdig aan de ingang. Omdat de bekkenuitgang een ovaal van voor naar achter is, moet hij midden in het bekken zijn hoofd draaien (met zijn neus naar jouw rug). Dit is de inwendige spildraai. Je baby doet dit vanzelf door de druk van de weeën, tegendruk van je bekkenbodemspieren en de vorm van je bekken. Omdat je vagina-uitgang aan de voorkant zit, moet het hoofdje ook nog een bocht naar voren maken onder je schaambeen door.
Zodra het hoofdje is geboren draait je baby vanzelf weer een kwartslag opzij, zodat zijn schouders evenwijdig aan de bekkenuitgang komen te liggen. Die worden op een perswee één voor één onder het schaambeen en staartbeen door geduwd en daarna glijdt zijn lijfje er zo achteraan. Je baby moet tijdens de geboorte al met al behoorlijk manoeuvreren in de krappe ruimte tussen het benige deel van je bekken (de botten) en langs je bekkenbodemspieren.
Persmethoden: wat is het beste voor je baby?
Als je je inleeft in je baby, kun je je voorstellen dat het voor hem uitmaakt met hoeveel kracht hij naar buiten wordt gedreven. Lees hier het verschil tussen gedirigeerd persen en persen op gevoel.
Flexibel hoofd
De weg naar buiten legt je baby niet in één keer af, maar in stapjes. Bij elke wee wordt hij wat verder richting uitgang geduwd, waarna zijn hoofd weer een stukje terugzakt. Zo worden de vaginawand en het perineum rustig opgerekt om hem door te laten (bij een tweede kind gaat dit vaak sneller). Het babyhoofd krijgt best wat te verduren in dat nauwe geboortekanaal, maar is er gelukkig op gebouwd: de schedeldelen zijn nog niet aan elkaar gegroeid. Aan de voor- en achterkant zitten er zachte plekken tussen, de fontanellen, waardoor de schedeldelen over elkaar kunnen schuiven. Zo kan zijn hoofd zich prima aanpassen aan het geboortekanaal. Wel heeft het hoofdje vlak na de geboorte soms een langgerekte vorm door het persen.
Je baby’s hartslag
Merkt je baby wat van die weeën? Jazeker, er wordt flink tegen hem geduwd door de baarmoederspier en dat is te zien aan zijn hartslag. Bij een thuisbevalling houdt de verloskundige het hartje in de gaten met een doptone, een apparaatje dat het geluid uit de buik versterkt. Bij een medische bevalling in het ziekenhuis gaat dat met een CTG-apparaat, dat met doppen op je buik de weeënactiviteit en je baby’s hartslag meet. Bij elke wee gaat de hartslag van je baby omlaag, van gemiddeld 140 naar 120 slagen per minuut. Het samentrekken van de baarmoeder zorgt ervoor dat de bloedtoevoer minder wordt, en hij dus even minder zuurstof krijgt. Je baby kan dit in principe prima aan, maar ook voor hem kan de bevalling dus hard werken zijn. Tijdens de weeën gaat in verhouding het meeste bloed naar zijn hersenen, om te voorkomen dat die beschadigen. Na een wee herstelt de hartslag zich weer en kan je baby ook even ‘op adem komen.’
Soms tipt de verloskundige je om op je linkerzij te gaan liggen, omdat dit de bloedtoevoer naar de baby verbetert. Als je goed kunt ontspannen kan dit de conditie van de baby ook verbeteren en de geboorte versnellen. Bij sommige bevallingen blijft de hartslag langere tijd te snel of te langzaam, vooral als de weeën al heel lang bezig zijn. Dan kan het gebeuren dat een baby het lastig heeft doordat hij te weinig zuurstof krijgt. Het is dan belangrijk dat hij snel wordt geboren, eventueel met een knip en/of vacuümpomp.
Voorbereiding longen
Als je baby door het nauwe geboortekanaal gaat, wordt door de druk op zijn borstkas het vocht dat in de baarmoeder in zijn longen zat naar buiten geperst. Zodra het lijfje is geboren gaat de druk van de borstkas, vouwen de longen open en geeft de koelere lucht op de huid van de baby de eerste prikkel om in te ademen. Het laatste stuk van de geboorte bereidt hem dus ook voor op de ademhaling.
Zintuigen
Dat je baby voor het eerst zelf moet gaan ademen is een grote overgang voor hem, maar na de geboorte vangen zijn zintuigen ook ineens veel meer prikkels op. Buiten de buik is het licht feller, geluiden klinken harder en het is er veel kouder. Je kunt je voorstellen dat het voor je baby fijn is als het licht bij de geboorte gedimd is en de mensen in de ruimte zacht en rustig praten. Baby’s kunnen hun temperatuur nog niet goed zelf regelen en moeten direct warm gehouden worden. Het liefste door huid-op-huidcontact, ook wel kangoeroeën of buidelen genoemd. Het lichaam van de moeder is hierop voorbereid: zodra je baby op je blote huid wordt gelegd, past jouw temperatuur zich aan zijn lijfje aan om zijn temperatuur op peil te krijgen. Een dekentje en eventueel een mutsje helpen hierbij.
Doet geboren worden pijn?
Ze kunnen het natuurlijk niet vertellen, maar baby’s zijn bewuste mensjes met hun eigen ervaringen en gevoelens. Het zijn ook individuen en elke bevalling is anders, dus iedere baby zal het anders ervaren. Er zijn wel aanwijzingen dat baby’s pijn ervaren tijdens de geboorte, maar dat hoeft niet te betekenen dat dat voor jouw baby geldt. Zo toonde een Zwitsers onderzoek aan dat het stressniveau bij baby’s die vaginaal werden geboren hoger was dan bij de baby’s die met een keizersnede ter wereld kwamen. Wel wordt ervan uitgegaan dat een baby bij een normale bevalling goed tegen de druk op zijn hoofd kan. Maar als de bevalling erg lang duurt, of als je kind met een vacuümpomp of tang geboren wordt, is het aannemelijk dat hij pijn heeft of zich na de geboorte niet lekker voelt. Zo’n pomp of tang kan het hoofd en de hoofdhuid van je baby ook wat beschadigen. Soms is het hoofdje na de geboorte een beetje beurs. Meestal is dat na een paar dagen weggetrokken.
Ontspannen, óók voor je baby
Bij een normale bevalling mag je erop vertrouwen dat je baby er net als jij voor is gemaakt en dat hij de ervaring prima aankan. En zoals ontspanning jou helpt de weeënpijn beter te verdragen, maakt het de geboorte voor je baby ook makkelijker:
- De bloedtoevoer naar je baarmoeder en baby is beter als je ontspannen bent, waardoor hij meer zuurstof krijgt.
- De endorfine die jij aanmaakt door te ontspannen, komt via de placenta ook bij de baby. Endorfine werkt kalmerend en pijnstillend.
- Als je ontspant zijn je bekkenbodem en vaginawand soepeler, waardoor de baby minder weerstand ervaart als hij erlangs wordt geduwd.
Tip
Als je in bad bevalt, maak je de overgang van buik naar buitenwereld zo geleidelijk mogelijk voor je baby. Hij komt terecht in warm water dat licht en geluid dempt, bijna net als in de baarmoeder. Door hem langzaam uit het water te (laten) tillen en direct op je blote huid te leggen, kan hij op een geruststellende manier kennismaken met zijn nieuwe omgeving. Een ander bijkomend voordeel: warm water werkt als een natuurlijke pijnstiller. Bevallen in bad, hoe werkt dat en kan het bij elke bevalling?
Geruststellen
Ook voor je baby is zo’n bevalling dus een hele ervaring. Vanuit de warme, rustige buik, waar alles voor hem werd geregeld, komt hij na hard werken in een heel nieuwe wereld terecht. Zijn hele systeem is erop gericht om in die wereld te overleven en daarvoor heeft hij warmte, voeding en bescherming nodig. Niets stelt een pasgeboren baby dan ook zo gerust als de aanwezigheid van zijn ouders. Huid-op-huid-contact helpt de hechting en geeft je baby het vertrouwen dat er voor hem wordt gezorgd. Hij herkent je stem en je geur en ontspant als je lief tegen hem praat. Daarbij kan je partner natuurlijk meedoen: ook zijn stem herkent je kind en samen contact maken zorgt vanaf het begin voor een ijzersterke band.