Inleiden van bevalling: wat is het?
Ben je zwanger en verloopt je zwangerschap zonder problemen, dan wordt in principe gewacht tot de bevalling spontaan begint. Soms is daar geen tijd voor, begint de bevalling maar niet of is er een andere reden om niet af te wachten. In dat geval kun je ingeleid worden. Tijdens een inleiding worden je vliezen gebroken en de weeën opgewekt. Dit gebeurt met een kunstmatig hormoon (synthetische oxytocine) via een infuus.
27 procent
Wist je dat ongeveer 27 procent van de bevallingen wordt ingeleid? Bij eerste bevallingen ligt dit percentage nog iets hoger: rond de 29 procent.
Lees ook: Weeënopwekkers: wat zijn het en wat doen ze?
Wanneer inleiden bevalling
Er kunnen verschillende redenen zijn om een bevalling in te leiden. Soms is het beter voor de gezondheid van de baby, soms voor die van jou. De meest voorkomende redenen zijn:
-
Je bent 41 weken zwanger (je kunt vaak nog tot 42 weken wachten). De placenta gaat op een gegeven moment minder goed werken en de kans neemt toe dat je baby gaat poepen in het vruchtwater.
-
Je hebt een bloeddrukprobleem (zoals zwangerschapsvergiftiging).
-
Je baby groeit niet goed.
-
Je hebt een ziekte waardoor inleiden beter is, zoals suikerziekte of leverproblemen.
-
Je vliezen zijn langer dan 24 uur gebroken en de weeën beginnen niet.
-
Complicaties tijdens deze of een vorige zwangerschap.
Lees ook: 11 tips om op een natuurlijke manier weeën op te wekken
Strippen
Als je langer dan 41 weken zwanger bent, kan de verloskundige je 'strippen' om te proberen de bevalling op gang te brengen. Hier lees je wat strippen precies is.
Wat doen ze bij inleiden bevalling?
Bij een spontane bevalling is je lichaam klaar voor de bevalling. Je lichaam heeft ervoor gezorgd dat je baarmoedermond rijp is, waarna je baarmoeder gaat samentrekken en je weeën krijgt. Die weeën zorgen voor ontsluiting. De baarmoedermond gaat steeds verder open, zodat je baby geboren kan worden. Bij een inleiding gebeuren deze stappen deels kunstmatig.
- 01.
De gynaecoloog of verloskundige voelt met twee vingers of je baarmoedermond al rijp is. Dat is het geval als hij zacht is en een beetje openstaat. Alleen dan kan de bevalling worden ingeleid.
- 02.
Als de baarmoedermond nog niet rijp is, is er eerst nog voorbereiding nodig. Dat heet primen en kan op twee manieren: door het inbrengen van een tablet of tampon met het hormoon prostaglandine. Of je krijgt een ballonkatheter. Dat is een ballonnetje dat je vagina in gaat en wordt gevuld met water. Je kunt je voorstellen dat er dan vanbinnen druk ontstaat. Die druk zorgt ervoor dat je lichaam de juiste hormonen gaat aanmaken. De meeste vrouwen kunnen na een dag ingeleid worden, maar het kan ook een paar dagen duren. Afhankelijk van je situatie mag je dit thuis afwachten of word je opgenomen in het ziekenhuis.
- 03.
Is je baarmoedermond rijp en heb je 1 tot 3 centimeter ontsluiting? Dan kan het écht beginnen: je vliezen worden gebroken. Soms start je lichaam vervolgens zelf met weeën. Gebeurt dat niet, dan word je een handje geholpen met een infuus met synthetische oxytocine (weeënopwekkers). De weeën worden, net als bij een spontane bevalling, steeds sterker, tot ze overgaan in persweeën. In de meeste gevallen wordt de baby binnen 24 uur geboren.
Lees ook: Dit kun je verwachten van de ontsluitingsfase (per centimeter)
Risico's en complicaties bij inleiden bevalling
Meestal verloopt een inleiding – net als een 'gewone' bevalling – zonder complicaties. Bij een inleiding is de kans op een pittige bevalling wel wat groter, omdat het uitgangspunt minder ideaal is. Je lichaam is eigenlijk nog niet klaar voor de bevalling. Daarom kan het wat moeizamer gaan en is er soms meer hulp nodig, zoals een knip of vacuümverlossing.
Ook kun je gespannen zijn omdat je wordt ingeleid en misschien maak je je zorgen om je baby. Flauw om te zeggen, maar wel waar: stress helpt een bevalling niet. De voor- en nadelen van een inleiding staan verderop in een overzicht. Lees ook: Deze ademhalingstechnieken kunnen je helpen met ontspannen
Extra controle tijdens een inleiding
Doordat jij en je baby bij een ingeleide bevalling anders kunnen reageren dan normaal, worden jullie allebei goed in de gaten gehouden. Je wordt bijvoorbeeld aangesloten op een CTG-apparaat. Dat registreert de weeën en hartslag van je baby. Soms ben je via draden verbonden aan een monitor, maar gelukkig hebben ze in steeds meer ziekenhuizen draadloze en waterproof CTG-apparaten. Dan kun je rondlopen als je dat wilt en zelfs in bad of onder de douche.
De hartslag van de baby kan ook via een schedelelektrode worden geregistreerd. Dit is een draadje met een klein haakje, dat via je vagina in de huid van het hoofdje van je baby wordt gedraaid. Dat klinkt misschien eng. Het kan ook een beetje pijnlijk zijn voor je baby en het inwendig aanbrengen kan voor jou vervelend zijn. Toch is dit een heel betrouwbaardere manier om de hartslag van je baby extra in de gaten te houden. Bij uitwendig monitoren met een CTG kan het gebeuren dat de registratie bijvoorbeeld wegvalt als jij beweegt of als je baby draait in je buik.
Als je baby is geboren, wordt de schedelelektrode meteen verwijderd. Je baby kan er een oppervlakkig wondje op de hoofdhuid aan overhouden. Dat geneest vrijwel altijd binnen een week. Registratie van de weeën gebeurt soms ook via een slangetje dat in de baarmoeder wordt ingebracht.
Lees ook: Welke soorten weeën zijn er en hoe herken je ze?
Weeënstorm bij inleiden bevalling
Word je ingeleid, dan krijg je via een infuus een 'bevalhormoon' (synthetische oxytocine) in je lichaam, om de weeën op te wekken. Het kan gebeuren dat je daarvan te veel krijgt. Of misschien is je lichaam het hormoon zelf óók aan het aanmaken. Dan kan je baarmoeder zo sterk gestimuleerd worden om samen te trekken dat je heel krachtige weeën krijgt die elkaar snel opvolgen: een weeënstorm.
Een weeënstorm klinkt heftig en misschien ben je er van tevoren ook wel bang voor (gemaakt). Hoewel een weeënstorm niet leuk is, is er een voordeel waaraan je je kunt vasthouden: het zorgt ervoor dat de ontsluiting vlot verloopt en je baby sneller wordt geboren. Maar is je baarmoedermond nog onvoldoende rijp? Dan kan de bevalling juist stil komen te liggen, waardoor het opvangen van de heftige weeën erg vermoeiend wordt. Dit kan een reden zijn om te kiezen voor pijnstilling.
Meestal wordt het hormooninfuus in dit geval lager of zelfs stopgezet. Soms zijn weeënremmers nodig. Bij een weeënstorm is er meer kans dat je baby niet goed reageert op de weeën. De hartslag daalt of stijgt bijvoorbeeld. Jullie worden daarom extra goed in de gaten gehouden met een CTG. Dreigt er zuurstofgebrek, dan kan een spoedkeizersnede nodig zijn.
Lees ook: Alles over pijnbestrijding bij de bevalling
Na de bevalling
Je lichaam maakt tijdens een natuurlijke bevalling het hormoon oxytocine aan. Dat is niet voor niets: een gezonde oxytocine-aanmaak is belangrijk voor de hechting met je baby, de aanmaak van moedermelk en jouw stemming.
Word je ingeleid, dan krijg je dit hormoon kunstmatig toegediend. Er zijn aanwijzingen dat synthetische oxytocine mogelijk je eigen oxytocine-aanmaak verstoort. Maar uit Nederlands onderzoek blijkt geen duidelijk verband tussen het gebruik van synthetische oxytocine en problemen met het geven van borstvoeding, het hechtingsproces en de stemming van de moeder. Het is ook lastig vast te stellen wat precies een negatief effect heeft: de synthetische oxytocine óf het feit dat de moeder de bevalling of omstandigheden erg stressvol vond.
Merk je dat je na je bevalling neerslachtig bent en heb je moeite om je te binden aan je baby? Neem dan je partner, een familielid, je verloskundige of huisarts in vertrouwen. Hoe eerder je aan de bel trekt, hoe beter en sneller je wordt geholpen. Lees ook: Zo verwerk je een traumatische bevalling
Hoelang in het ziekenhuis blijven na inleiding?
Meestal kun je na je ingeleide bevalling binnen 24 uur weer naar huis. Is het nodig om de baby nog even te observeren, bijvoorbeeld bij suikerziekte of omdat de vliezen lang gebroken waren? Dan moet hij soms nog één of meerdere dagen blijven.
Bevalling inleiden bij gebroken vliezen
Als je gebroken vliezen hebt en de weeën niet vanzelf op gang komen, kan het nodig zijn om de bevalling in te leiden. Het verschilt per ziekenhuis en per situatie hoelang je hiermee kunt wachten. Meestal beginnen de weeën vanzelf binnen 24 uur nadat je vliezen zijn gebroken. Daarna neemt de kans op een infectie toe, doordat er bacteriën in de baarmoeder en bij de baby kunnen komen.
Vanaf 24 uur neemt het ziekenhuis vaak de zorg over en sta je onder (dagelijkse) controle van een gynaecoloog. De richtlijn adviseert om je te laten inleiden vanaf 72 uur, maar in de praktijk kiezen de meeste ziekenhuizen voor een inleiding tussen 48 en 72 uur.
Bevalling inleiden bij overtijd zijn
Als je 42 weken of langer zwanger bent, ben je overtijd. Vanaf dat moment neemt de kans toe dat de placenta minder goed gaat werken. Dat kan gevolgen hebben voor de gezondheid van je baby. Daarom krijg je in Nederland vanaf 41 weken extra controles bij je verloskundige of in het ziekenhuis. Er wordt gekeken of je nog genoeg vruchtwater hebt en of alles goed gaat met je baby.
Op basis van deze controles – en jouw voorkeur –wordt meestal rond 42 weken een inleiding gepland. Wijken de metingen af? Dan kan al eerder worden besloten tot inleiden. Terwijl je bij een goede uitkomst soms kunt kiezen om af te wachten of de bevalling toch vanzelf gaat beginnen. Het is belangrijk om hierover goed te overleggen met je verloskundige of gynaecoloog.
Lees ook: Alles over vruchtwater
Wel of niet inleiden?
Vaak is het duidelijk dat een inleiding medisch gezien de beste optie is, maar niet altijd. In dat geval wordt afgewogen wat het veiligst is voor jou en je baby: afwachten tot de bevalling vanzelf begint of de bevalling inleiden. Stel bijvoorbeeld dat er rond week 37 gezondheidsproblemen ontstaan, zoals een beginnende zwangerschapsvergiftiging. Je kunt dan ingeleid worden, maar dat betekent wel dat de baby te vroeg geboren wordt.
Wat de beste optie is, verschilt per situatie, maar het beleid kan per ziekenhuis verschillen. De gynaecoloog zal dit samen met jou en je partner beslissen. Je krijgt de voordelen en risico's uitgelegd van zowel afwachten als inleiden. Ook bespreek je jouw persoonlijke situatie en wensen met de gynaecoloog. Op basis daarvan nemen jullie een beslissing.
Inleiden bevalling op eigen verzoek
Sommige vrouwen willen dat hun bevalling wordt ingeleid terwijl er geen medische reden is. Dit heet een inleiding op eigen verzoek. De meeste artsen zijn hier terughoudend in, omdat een spontane bevalling vaak voorspoediger verloopt dan een inleiding. Onderzoek wijst bovendien uit dat er risico's zijn als je zonder medische reden wordt ingeleid terwijl je baby nog niet volledig voldragen is (bijvoorbeeld rond 37, 38 weken). Op de langere termijn hebben deze baby's vaker gezondheidsproblemen.
Volgens de richtlijnen mag een bevalling alleen worden ingeleid wegens medische redenen. Artsen mogen hier wel van afwijken. Als jij vindt dat je een goede reden hebt om je bevalling te laten inleiden, bijvoorbeeld omdat je extreem bang bent of omdat er persoonlijke omstandigheden zijn, kun je dit altijd overleggen met je verloskundige of gynaecoloog.
Lees ook: Bang voor de bevalling? Dit kun je doen
De voor- en nadelen van inleiden bevalling
Een bevalling inleiden heeft voor- en nadelen. We zetten ze op rij.
De voordelen van een inleiding:
-
Voor de gezondheid van je baby of jou zelf is het soms beter om te bevallen dan af te wachten.
-
De bevalling wordt opgewekt op een moment dat de conditie van je baby nog goed is en een normale bevalling kan doorstaan.
-
Omdat je weet wanneer je gaat bevallen, kun je je extra goed voorbereiden op zowel de bevalling als de kraamtijd.
Mogelijke nadelen van een inleiding:
-
Je kunt niet meer kiezen voor een thuisbevalling en je kunt het eerste deel van de bevalling ook niet thuis doorbrengen. Je bent vanaf het begin in het ziekenhuis. Lees ook: Stop dit in je vluchttas voor een ziekenhuisbevalling.
-
Bij een inleiding krijg je meestal een hormooninfuus en wordt de baby continu in de gaten gehouden met een CTG-apparaat. Je kunt daardoor minder goed bewegen. Veel ziekenhuizen hebben gelukkig draadloze CTG-apparatuur, waardoor dat makkelijker is.
-
De bevalling kan langer duren omdat je lichaam eigenlijk nog niet klaar is voor een bevalling.
-
Als de vliezen zijn gebroken kan het hoofdje van de baby direct op je baarmoedermond drukken, wat pijnlijk kan zijn. De baby kan dan ook minder goed bewegen.
-
Je kunt een weeënstorm krijgen, waarbij de weeën elkaar snel opvolgen zonder pauze.
-
De kans dat je pijnstilling nodig hebt is groter. De weeën kunnen namelijk pijnlijker zijn doordat je minder makkelijk endorfine aanmaakt. Pijnstilling heeft bijwerkingen en kan invloed hebben op het verloop van je bevalling.
-
Er is een grotere kans op medisch ingrijpen, zoals een knip, vacuümpomp, tangverlossing of een keizersnede.
-
De kans op overmatig bloedverlies (fluxus) is iets groter doordat de placenta soms niet snel genoeg wordt geboren, of omdat de baarmoeder daarna niet goed samentrekt.
-
Bij een niet-ingedaalde baby is er een kleine kans dat de navelstreng door de baarmoedermond zakt (uitgezakte navelstreng), waardoor een spoedkeizersnede nodig is.
Lees ook: Dit zijn onmisbare tips voor je partner tijdens de bevalling
Hoe bereid je je voor op een inleiding?
Je vindt het misschien spannend om ingeleid te worden, maar een inleiding hoeft geen negatieve ervaring te zijn. Een ingeleide bevalling kan net zo voorspoedig verlopen als een spontane bevalling. Deze tips helpen je om goed voorbereid en zo ontspannen mogelijk te blijven:
-
Zorg dat je goed geïnformeerd bent en blijft.
Vraag de verloskundige of gynaecoloog om alles stap voor stap uit te leggen: wat gaat er gebeuren en waarom? Hoe beter je begrijpt wat er gebeurt, hoe zekerder je bent. Dit kan angst voor de bevalling tegengaan. Stel al je vragen, hoe klein ook. -
Blijf in beweging.
Dat helpt bij de ontsluiting en kan je helpen de weeën beter op te vangen. Vind houdingen die prettig voelen en blijf bewegen – voor zover dat gaat. Lees ook: Bevalhoudingen, een overzicht -
Gebruik hulpmiddelen in het ziekenhuis.
Vraag of er een geboortebal, baarkruk of draadloze CTG beschikbaar is. In sommige ziekenhuizen kun je in bad of onder de douche bevallen. -
Probeer je te ontspannen.
Het is makkelijker gezegd dan gedaan, maar ontspannen maakt veel verschil. Bedenk van tevoren hoe jij kunt ontspannen. Misschien word je rustig van je favoriete muziek, een zoutlamp of door je te concentreren op je ademhaling. Een massage of het gebruik van een rebozo (ondersteuningsdoek) kan ook verlichting geven. -
Bespreek het infuusbeleid.
Het infuus kan meestal worden aangepast zodra de weeën goed op gang komen, om een weeënstorm te voorkomen. Bespreek dit vooraf. -
Maak een geboorteplan.
Daarin leg je jouw wensen en voorkeuren vast. Zet er bijvoorbeeld in hoe jij denkt over pijnbestrijding, bevalhoudingen en de manier van communiceren. Dit geeft jou meer regie. Probeer deze wensen vooraf met je verloskundige (en zo nodig het ziekenhuis) te bespreken. Check hier onze handleiding geboorteplan schrijven.
Bronnen: De Gynaecoloog, de Verloskundige, Peristat.nl